ECLI:NL:RBLIM:2017:9613
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van een wrakingsverzoek tegen rechter mr. V.P. van Deventer
Op 27 september 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Verzoeker had op 25 augustus 2017 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. K.M.P. Jacobs. Echter, op 26 september 2017, na sluitingstijd van de griffie, diende verzoeker een verzoek tot wraking in tegen mr. V.P. van Deventer, de rechter die de zaak zou behandelen. Tijdens de zitting op 27 september 2017 zijn zowel verzoeker als de rechter verschenen. De wrakingskamer heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de criteria voor rechterlijke onpartijdigheid, waarbij zowel het subjectieve als het objectieve criterium in overweging zijn genomen.
Verzoeker stelde dat de rechter partijdig was omdat deze in 2008 een eerder beroep van verzoeker ongegrond had verklaard. Verzoeker betoogde dat deze eerdere uitspraak hem onrecht had aangedaan en dat hij hierdoor schade had geleden. De wrakingskamer oordeelde echter dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De rechter had verklaard zich de eerdere zaak niet meer te herinneren en er geen negatief gevoel aan over te hebben gehouden. De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die duidden op partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking van mr. V.P. van Deventer ongegrond verklaard en het verzoek afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.