Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 99,15
- griffierecht 470,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 27 september 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ABN AMRO BANK N.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een kredietovereenkomst die door een van de echtgenoten is afgesloten. De rechtbank oordeelt dat er geen bewijs is dat deze overeenkomst niet binnen de huwelijksgoederengemeenschap valt, waardoor beide (ex-) echtelieden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schuld aan de bank. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd, maar de rechtbank oordeelt dat de afspraken tussen de (ex-) echtelieden de bank niet raken. De vordering van ABN AMRO tot betaling van een bedrag van € 4.858,17, vermeerderd met rente en kosten, wordt toegewezen. De rechtbank wijst erop dat de gedaagde partij niet heeft aangetoond dat de vordering onjuist is en dat zij in de proceskosten wordt veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.