Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
gevestigd te [vestigingsplaats eisende partij 1 in conventie, verwerende partij 1 in reconventie] ,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
gevestigd te [vestigingsplaats eisende partij 2 in conventie, verwerende partij 2 in reconventie] ,
1.De procedure in conventie en in reconventie
- het tussenvonnis van 29 maart 2017
- de akte zijdens [eisende partij 1 in conventie, verwerende partij 1 in reconventie] Bouw en [eisende partij 2 in conventie, verwerende partij 2 in reconventie] Beheer
- de antwoordakte zijdens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] .
2.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
(€ 704,22 incl. btw). [eisende partij 1 in conventie, verwerende partij 1 in reconventie] Bouw betwist dat de post Herstraten ten bedrage van € 1.296,00 op de nota in mindering moet worden gebracht. [eisende partij 1 in conventie, verwerende partij 1 in reconventie] Bouw is hiervoor nooit in gebreke gesteld en er is nimmer een redelijke termijn voor nakoming gesteld. Er is geen sprake van verzuim.
- 20 juli 2010 factuurnr. 10.299 ten bedrage van € 4.591,31 inclusief btw;
- 23 juli 2010 factuurnr. 10.314 ten bedrage van € 314,87 (creditfactuur);
- 23 juli 2010 factuurnr. 10.318 ten bedrage van € 15.000,00 inclusief btw.
3 januari 2011. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] verwijst hierin naar zijn brief van 13 augustus 2010 en stelt dat hij hierop geen enkele reactie heeft mogen ontvangen. Verder schrijft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] :
“Inmiddels heb ik naar eigen goeddunken de verdere afbouw door de opvolger van [X] b.v. laten uitvoeren. Het werk verkeert in een gevorderde staat doch zal eerst na afloop van de winter afgemaakt worden. In de onderhandelingen met [eisende partij 1 in conventie, verwerende partij 1 in reconventie] Bouw zijn een aantal zaken besproken die niet door [X] zijn afgemaakt en derhalve nog geregeld moeten worden evenals de verlaagde BTW regeling op arbeid voor het deel dat [X] b.v. heeft gefactureerd. Eveneens is vertraging opgelopen door het voorval.
“Met verbazing lees ik dat u onwetend bent van mijn vorige brieven d.d. 13 augustus 2010 en 3 januari 2011.
- dagvaarding € 96,01
- griffierecht 941,00
- salaris gemachtigde