ECLI:NL:RBLIM:2017:9075

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 september 2017
Publicatiedatum
20 september 2017
Zaaknummer
5957586 \ CV EXPL 17-3917
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van huurovereenkomst en eisvermindering in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft de stichting Woonpunt, gevestigd te Maastricht, een vordering ingediend tegen een gedaagde partij, die niet is verschenen tijdens de comparitie van partijen op 6 september 2017. De eiseres heeft gevorderd dat de huurovereenkomst ontbonden wordt en dat de gedaagde wordt veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde, alsook tot betaling van achterstallige huur en incassokosten. Tijdens de procedure heeft eiseres haar vorderingen verminderd, waarbij de focus kwam te liggen op de huurachterstand tot en met augustus 2017, die € 1.389,90 bedroeg, en een vergoeding voor incassokosten van € 421,96. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiseres, die niet meer werden betwist door de gedaagde, steun vonden in de wet en heeft deze toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 919,21. Het vonnis is uitgesproken op 20 september 2017 door de kantonrechter P. Hoekstra en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 5957586 \ CV EXPL 17-3917
Vonnis van de kantonrechter van 20 september 2017
in de zaak van:
de stichting STICHTING WOONPUNT,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde] ,
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. K.J.C. van Bekkum.

1.De procedure

1.1.
Eiseres heeft op gronden als omschreven in de dagvaarding gevorderd, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, dat de daar vermelde huurovereenkomst ontbonden zal worden verklaard en dat gedaagde zal worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling aan eiseres van de bedragen en rente als in de dagvaarding vermeld, kosten rechtens.
1.2.
Gedaagde heeft geantwoord en daarna is een comparitie van partijen gelast. Die comparitie heeft plaatsgevonden op 6 september 2017. Het daarvan opgemaakte proces-verbaal bevindt zich bij de stukken. Gedaagde is overigens toen niet verschenen. Eiseres heeft haar vorderingen verminderd.
1.3.
De kantonrechter heeft tot slot de zaak op vonnis gesteld waarvan de uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Bij gelegenheid van de comparitie van partijen heeft eiseres haar eis verminderd. Het gaat nu nog om:
de huurachterstand tot en met augustus 2017, ad € 1.389,90
een vergoeding voor incassokosten ad € 421,96
wettelijke rente over a) en b) vanaf de dagvaarding tot de dag van algehele voldoening
een vergoeding van proceskosten.
2.2.
Nu de vorderingen ad a) en b) en c) niet (meer) worden weersproken en steun vinden in de wet, is de kantonrechter van oordeel dat die vorderingen dienen te worden toegewezen en dat gedaagde, als de in het ongelijk gestelde partij, dient te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure (d). De proceskosten aan de zijde van eiseres worden begroot op € 99,21 aan kosten dagvaarding + € 470,00 aan griffierecht + € 350,00 voor salaris gemachtigde = € 919,21.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 1.389,90 alsmede € 421,96 beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening,
3.2.
veroordeelt gedaagde voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eiseres gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 919,21,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Hoekstra en in het openbaar uitgesproken.