Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
BREDOX B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
i. bij het bepalen van de datum waarop de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, rekening te houden met een opzegtermijn van drie maanden zonder aftrek van de periode die gelegen is tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de datum van dagtekening van de ontbindingsbeschikking;
4.De beoordeling
b) dat de werknemer in voldoende mate in de gelegenheid moet zijn gesteld zijn functioneren te verbeteren; en
c) dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie, niet mogelijk is of niet in de rede ligt.
Ook zal de kantonrechter in het midden laten of [verwerende partij] daadwerkelijk ongeschikt is voor de uitoefening van zijn functie. De kantonrechter is namelijk van oordeel dat Bredox niet heeft voldaan aan het vereiste om [verwerende partij] tijdig en op duidelijke wijze van het gestelde disfunctioneren in kennis te stellen en hem in voldoende mate de gelegenheid te bieden zijn functioneren te verbeteren. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Derhalve kan ook deze grondslag niet tot toewijzing van het verzoek leiden.
€ 400,00 (2,0 punt x € 200,00 tarief) voor salaris gemachtigde.