ECLI:NL:RBLIM:2017:8988

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 september 2017
Publicatiedatum
18 september 2017
Zaaknummer
C/03/218174 / HA ZA 16-153
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot de levering van goederen en informatie

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 20 september 2017, hebben eisers [eiser sub 1] en [eiser sub 2] een vordering ingesteld tegen RD Benelux B.V. met betrekking tot de nakoming van een vaststellingsovereenkomst die op 25 januari 2017 was gesloten. De eisers vorderden dat RD Benelux B.V. zou overgaan tot de levering van glazen balustrades, de ontbrekende bedieningen van IR-panelen en het verstrekken van een rapport over gemeten ventilatiedebieten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de problematiek met het raam door RD Benelux B.V. was opgelost, maar dat de andere gevorderde zaken nog niet waren geleverd. RD Benelux B.V. stelde dat deze goederen klaar stonden voor levering, maar de rechtbank oordeelde dat beide partijen eerst aan hun verplichtingen moesten voldoen voordat er tot uitbetaling kon worden overgegaan.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst kan worden toegewezen, waarbij RD Benelux B.V. werd veroordeeld om binnen drie weken na het vonnis de gevorderde goederen te leveren. Daarnaast werd RD Benelux B.V. ook veroordeeld tot het verstrekken van het rapport. In reconventie werd de vordering van RD Benelux B.V. toegewezen, waarbij eisers werden veroordeeld tot het in ontvangst nemen van de goederen en het plaatsen van een review op de website van RD Benelux B.V. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/218174 / HA ZA 16-153
Vonnis van 20 september 2017
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats eisers] ,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats eisers]
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. H.J.W. Weekers te Roermond,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RD BENELUX B.V.,
gevestigd te Geleen, gemeente Sittard-Geleen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.G.C. van Baar te Sittard, gemeente Sittard-Geleen.
Partijen zullen hierna [eisers] en RD Benelux B.V. genoemd worden.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het proces-verbaal van comparitie van partijen d.d. 25 januari 2017 met de daarin opgenomen vaststellingsovereenkomst
  • de akte uitlating tevens houdende akte wijziging van eis in conventie met producties
  • de akte uitlating tevens houdende vermeerdering van eis in reconventie
  • de akte uitlating vermeerdering van eis in reconventie
  • de rolbeslissing van 7 juni 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie en in reconventie

2.1.
Ter comparitie van partijen van 25 januari 2015 is tussen partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, die is neergelegd in het proces-verbaal van die zitting. De zaak is voorts verwezen naar de rol van 22 maart 2017 ten behoeve van een nader bericht of partijen doorhaling van de procedure wensen. Bij rolbeslissing van 7 juni 2017 is de wijziging van eis in conventie toegestaan, evenals de subsidiaire wijziging van eis in reconventie. Thans staat aldus de zowel in conventie als in reconventie gevorderde nakoming van de vaststellingsovereenkomst, op straffe van verbeurte van dwangsommen, ter beoordeling.
2.2.
Tussen partijen staat vast dat de onder punt drie van de vaststellingsovereenkomst vermelde problematiek met het raam door RD Benelux B.V. is opgelost en dit onderdeel niet meer ter discussie staat. Voor zover de vordering tot nakoming ziet op dit onderdeel zal dit worden afgewezen bij gebreke van enig belang.
2.3.
Ten aanzien van de respectievelijk onder punt 1, 2 en 6 vermelde glazen balustrades, de ontbrekende bedieningen van de IR-panelen en het rapport van de gemeten ventilatiedebieten, wordt door RD Benelux B.V. niet betwist dat deze nog niet zijn geleverd. RD Benelux B.V. stelt zich echter op het standpunt dat deze evenwel klaar staan/liggen en afgegeven zullen worden aan [eisers] bij de notaris. RD Benelux B.V. is van mening dat partijen op dat moment “gelijk moeten oversteken” met betrekking tot hun beider uit de vaststellingsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen. Dit standpunt berust naar het oordeel van de rechtbank echter op een onterechte veronderstelling. Partijen zullen eerst moeten voldoen aan hun verplichtingen alvorens tot uitbetaling kan worden gekomen van de hen daarna toekomende bedragen die in depot bij de notaris staan. De betreffende verplichtingen, waaronder de levering van de balustrades, de IR-panelen en het rapport, dienen dus eerst te worden nagekomen en eerst daarna kan een afspraak worden gemaakt met de notaris ten behoeve van de uitbetaling van het aldaar gedeponeerde bedrag. De vordering tot nakoming van deze punten van de vaststellingsovereenkomst kan dan ook worden toegewezen.
2.4.
Ten aanzien van de onder punt 5 opgenomen verplichting tot het invullen van het document “bijlage bij factuur” wordt door RD Benelux B.V. betwist dat, zoals door [eisers] wordt gesteld, hieraan niet (volledig) is voldaan. Volgens RD Benelux B.V. is alle relevante informatie verstrekt.
2.5.
De rechtbank stelt vast dat RD Benelux B.V. de informatie die door haar is verstrekt niet op het betreffende formulier heeft ingevuld maar als een soort bijlage met verwijzing aan het document heeft gehecht. Daarmee heeft zij in zoverre niet voldaan aan hetgeen in de vaststellingsovereenkomst is opgenomen. RD Benelux B.V. heeft echter wel informatie verstrekt. Dit heeft zij gedaan door, zoals genoemd, aan het formulier een bijlage te hechten met een (algemene) toelichting en met voetnoten. In de toelichting heeft zij verklaard waarom dit op deze wijze door haar is gedaan. Op het formulier is door RD Benelux B.V. bij de verschillende onderdelen een nummering aangebracht, die verwijst naar de onder die nummers in de aangehechte bijlage opgenomen voetnoten. In deze voetnoten is de informatie opgenomen. Daarbij is ten aanzien van een aantal punten vermeld dat vanwege het feit dat het aangeleverde formulier betrekking heeft op traditionele (stenen) bouw en de RD-houtskeletbouw op fundamentele punten daarvan afwijkt, alleen daarover kan worden verklaard. Daarmee geeft RD Benelux B.V. aan waarom zij op die punten het aangeleverde formulier niet kan invullen en door haar over bijvoorbeeld wandelementen wordt verklaard in plaats van over muren (van beton, cement en steen). Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende informatie verstrekt waar er sprake is van een afwijking. Op de punten waar de bouw en de op het formulier vermelde onderdelen wel overeenkomen is, voor zover de rechtbank kan beoordelen, de gevraagde informatie verstrekt. Het is de rechtbank niet gebleken dat [eisers] deze informatie, anders dan de aanvankelijk door RD Benelux B.V. per e-mail van 19 maart 2017 aangeleverde informatie, heeft voorgelegd aan haar EPB-coördinator. Een verklaring van de EPB-coördinator dat deze informatie niet voldoet, noch een verzoek van de EPB-coördinator om aanvulling op concrete punten, zoals bedoeld in punt 5 van de vaststellingsovereenkomst, ontbreken. De rechtbank kan als gevolg daarvan niet vaststellen dat door RD Benelux B.V. niet is voldaan aan punt 5 van de vaststellingsovereenkomst. De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat [eisers] niet in haar belang is geschaad doordat de verstrekte informatie niet op het formulier zelf is ingevuld. Het formulier is door RD Benelux B.V. wel ondertekend en van parafen voorzien. RD Benelux B.V. heeft in haar toelichting vermeld dat het geen standaardformulier dat noodzakelijk is voor een EPB-rapportage betreft. Het is de rechtbank niet gebleken dat het hier een verplicht te gebruiken formulier betreft.
2.6.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot het oordeel dat het op de weg van [eisers] had gelegen om haar stelling dat de door RD Benelux B.V. verstrekte informatie niet voldoende is om de EPB-aangifte te kunnen indienen, nader te onderbouwen. Nu zij dit heeft nagelaten, ziet de rechtbank geen aanleiding om haar toe te laten tot het leveren van nader bewijs daarvan. De rechtbank stelt daarom vast dat RD Benelux B.V. op dit punt heeft voldaan aan haar verplichting ingevolge de vaststellingsovereenkomst.
2.7.
De onder punt 4 van de overeenkomst vermelde review die door [eisers] op de site van RD Benelux B.V. dient te worden geplaats, is door [eisers] nog niet opgesteld. RD Benelux B.V. zal echter eerst de hiervoor genoemde punten: levering van de glazen balustrades en van de ontbrekende bedieningen van de IR-panelen en het verstrekken van het rapport van de gemeten ventilatiedebieten, dienen af te handelen, alvorens [eisers] deze verklaring kan plaatsen op de website van RD Benelux B.V.. In de review dient immers te worden verklaard dat de discussiepunten zijn afgewikkeld. Dit neemt overigens niet weg dat [eisers] wel reeds een concept tekst hadden kunnen opstellen en met RD Benelux B.V. hierover overleg hadden kunnen plegen. Indien, zoals [eisers] stellen, het technisch gezien niet mogelijk is dat zij zelf een review op de site van RD Benelux B.V. plaatsen, dan wil dat niet zeggen dat RD Benelux B.V. zelf de tekst zou moeten opstellen. [eisers] zullen in dat geval de tekst aan RD Benelux B.V. dienen te verstrekken ter plaatsing door RD Benelux B.V.. Voor zover – zoals zij althans bij e-mail van 19 maart 2017 aan [eisers] heeft geschreven – RD Benelux B.V. zich op het standpunt stelt dat tevens een tekst met foto op de bedrijfswebsite van de kapsalon van [eiser sub 2] dient te worden geplaatst, wordt daarmee een eis gesteld die buiten de afspraken in de vaststellingsovereenkomst omgaat. [eisers] hebben zich terecht op het standpunt gesteld dat deze eis niet kan worden gesteld.
In conventie
2.8.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot het oordeel dat de vorderingen van [eisers] tot het veroordelen van RD Benelux B.V. tot nakoming, in die zin kan worden toegewezen, dat RD Benelux B.V. zal worden veroordeeld om binnen 3 weken na het wijzen van dit vonnis over te gaan tot levering van de glazen balustrades inclusief montagemateriaal, tot levering van de ontbrekende bedieningen van de IR-panelen en tot het verstrekken van het rapport van de gemeten ventilatiedebieten.
in reconventie
2.9.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank voorts tot het oordeel dat de vordering van RD Benelux B.V. in zoverre kan worden toegewezen, dat [eisers] zullen worden veroordeeld tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst, in die zin dat zij de ingevolge de veroordeling in conventie door RD Benelux B.V. te verstrekken zaken en stukken in ontvangst dienen te nemen en vervolgens binnen twee weken nadat deze door RD Benelux B.V. zijn aangeboden, dienen over te gaan tot het plaatsen van de in de vaststellingsovereenkomst bedoelde review, alsmede binnen die termijn de notaris dienen te instrueren over te gaan tot overboeking van het bedrag dat bij de notaris in depot wordt gehouden.
in conventie en in reconventie
2.10.
Daar beide partijen worden veroordeeld tot nakoming en beide partijen belang hebben bij uitkering van de hen toekomende bedragen uit het depot, ziet de rechtbank op dit moment geen aanleiding tot het opleggen van dwangsommen.
2.11.
Nu beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld, ziet de rechtbank aanleiding om de kosten van de procedure te compenseren, in die zin dat iedere partij in de eigen kosten wordt veroordeeld.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
veroordeelt RD Benelux B.V. tot nakoming van de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst d.d. 25 januari 2017, in die zin dat RD Benelux B.V. binnen 3 weken na het wijzen van dit vonnis dient over te gaan tot:
- levering van de glazen balustrades inclusief montagemateriaal,
- levering van de ontbrekende bedieningen van de IR-panelen en
- het verstrekken van het rapport van de gemeten ventilatiedebieten,
in reconventie
3.2.
veroordeelt [eisers] tot nakoming van de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst d.d. 25 januari 2017, in die zin dat [eisers] de ingevolge de veroordeling in conventie door RD Benelux B.V. te verstrekken zaken en stukken in ontvangst dienen te nemen en vervolgens binnen twee weken nadat deze door RD Benelux B.V. zijn aangeboden:
- dienen over te gaan tot het schrijven van de in de vaststellingsovereenkomst onder 4. bedoelde review op de site van RD Benelux B.V.,
- de notaris dienen te instrueren om ingevolge het in de vaststellingsovereenkomst onder 7. bepaalde over te gaan tot het vrijgeven en overmaken van het bedrag dat bij de notaris in depot wordt gehouden,
in conventie en in reconventie
3.3.
verklaart dit vonnis in conventie en in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2017. [1]

Voetnoten

1.type: EvdS