In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen de Gemeente Maastricht en B.M.G. Vastgoed B.V. over de onteigening van een perceel. De rechtbank heeft op 13 september 2017 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin de Gemeente als eiseres en B.M.G. Vastgoed B.V. als gedaagde partij zijn betrokken. De procedure betreft de beoordeling van de aanwezigheid van een sloot op het perceel van de eiser en de vraag of het Waterschap onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank concludeert dat, zelfs als de sloot zich op het perceel van de eiser bevindt, het Waterschap niet onrechtmatig handelt zolang de sloot binnen het theoretisch profiel van de legger blijft. De rechtbank heeft ook de deskundigen geraadpleegd over de schadevergoeding die aan B.M.G. toekomt voor de onteigening. De deskundigen hebben geadviseerd dat de schadeloosstelling voor B.M.G. vastgesteld moet worden op € 3.818.900,- en voor Bo-Rent op € 85.703,-. De rechtbank heeft dit advies overgenomen en de Gemeente veroordeeld tot betaling van deze bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de kosten van juridische bijstand en de kosten van de deskundigen aan de Gemeente opgelegd, omdat de toegekende schadeloosstelling hoger is dan het aangeboden bedrag. De rechtbank heeft de Gemeente ook veroordeeld tot betaling van griffierechten en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.