ECLI:NL:RBLIM:2017:8907

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 september 2017
Publicatiedatum
14 september 2017
Zaaknummer
6074620 \ CV EXPL 17-5359
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tardief verweer en goede procesorde in civiele procedure tussen Direct Pay Services B.V. en gedaagde partij

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 13 september 2017, vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Direct Pay Services B.V. betaling van een bedrag van € 376,00 aan hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van de gedaagde partij. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst voor de levering van elektriciteit en gas met Essent, waarvan Direct Pay Services de vordering heeft overgenomen. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en stelt dat zij altijd tijdig heeft betaald en dat de vordering onterecht is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verweer van de gedaagde partij, dat pas bij dupliek naar voren is gebracht, in strijd is met een goede procesorde en daarom niet in behandeling wordt genomen. De kantonrechter heeft de vordering van Direct Pay Services toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat de aanmaning niet voldeed aan de wettelijke eisen. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 320,51. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6074620 \ CV EXPL 17-5359
Vonnis van de kantonrechter van 13 september 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DIRECT PAY SERVICES B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde Webcasso B.V.,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
gemachtigde J.B.W. Barcinski.
Partijen worden hierna Direct Pay Services en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding;
de conclusie van antwoord;
de conclusie van repliek en
de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Direct Pay Services vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van een bedrag van € 376,00 aan hoofdsom, een bedrag van € 19,59 ter zake van wettelijke rente en een bedrag van € 56,40 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten. Verder vordert Direct Pay Services betaling van de wettelijke rente over de hoofdsom en de buitengerechtelijke incassokosten vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening en veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
2.2.
Direct Pay Services stelt daartoe dat [gedaagde partij] een overeenkomst bij Essent heeft gehad voor de levering van elektriciteit en gas. Op grond van die overeenkomst diende [gedaagde partij] maandelijks een voorschotbedrag te betalen. [gedaagde partij] is in gebreke gebleven om het voorschotbedrag ad € 203,00 over de maand november 2014 te betalen en het restant van het voorschotbedrag over de maand oktober 2014 ad € 173,00. Het betreft een totaalbedrag van € 376,00. Direct Pay Services stelt verder dat zij de vordering van Essent heeft gekocht door middel van een akte van cessie en dat [gedaagde partij] van die cessie schriftelijk in kennis is gesteld. Voorts stelt Direct Pay Services dat zij [gedaagde partij] meermaals heeft aangemaand om tot betaling over te gaan, maar dat [gedaagde partij] daar geen gevolg aan heeft gegeven. Direct Pay Services is van mening dat de daarmee gepaard gaande buitengerechtelijke incassokosten ad € 56,40 voor rekening van [gedaagde partij] dienen te komen.
2.3.
[gedaagde partij] voert verweer. [gedaagde partij] stelt dat zij vanaf de aanvang van de overeenkomst met Essent steeds iedere maand het door Essent vastgestelde voorschotbedrag heeft betaald. Volgens [gedaagde partij] heeft zij het laatste jaar zelfs een hoger voorschotbedrag betaald dan Essent had vastgesteld. [gedaagde partij] legt kopieën van een aantal bankrekeningafschriften over. Volgens [gedaagde partij] bracht Essent regelmatig aanmaningskosten in rekening omdat zij het voorschotbedrag niet steeds tijdig betaalde. Ondanks dat zij meermaals telefonisch contact heeft gehad met Essent, bleef Essent aanmaningskosten in rekening brengen.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Bij antwoord voert [gedaagde partij] slechts aan dat de vordering van Essent niet klopt, dat zij steeds elke maand alles netjes heeft betaald en dat er verkeerde bedragen staan vermeld op de door Essent overgelegde facturen.
3.2.
Bij repliek legt Essent een specificatie over van de aan [gedaagde partij] in rekening gebrachte bedragen, de door [gedaagde partij] gedane betalingen en de wijze waarop zij de door [gedaagde partij] gedane betalingen heeft geboekt.
3.3.
[gedaagde partij] brengt bij dupliek een nieuw betoog en verweer naar voren, namelijk dat zij in 2014 hetzelfde voorschot is blijven betalen dat dat zij in 2013 betaalde, er op neer komende dat zij maandelijks € 2,00 te veel betaalde, en dat zij meerdere keren met Essent heeft gebeld om een regeling te treffen omdat zij het maandelijks voorschotbedrag niet voor de eerste van de maand kon betalen. Voorts stelt [gedaagde partij] dat de aanmaningskosten ten onrechte in rekening zijn gebracht omdat zij steeds maandelijks een voorschotbedrag betaalde.
3.4.
De kantonrechter gaat aan dit nieuwe verweer van [gedaagde partij] voorbij. De conclusie van dupliek is bedoeld om te worden gebruikt als reactie op hetgeen bij repliek door Essent naar voren is gebracht en niet om een nieuw verweer naar voren te brengen, tenzij sprake is van zodanige feiten en/of omstandigheden die een redelijke verklaring kunnen vormen voor het pas bij dupliek naar voren brengen van een bepaald nieuw verweer. [gedaagde partij] stelt niets over dergelijke feiten en/of omstandigheden. Niet valt in te zien waarom [gedaagde partij] haar nieuwe betoog/verweer niet reeds bij antwoord naar voren had kunnen brengen. Als [gedaagde partij] dit verweer/betoog bij antwoord had gevoerd, was Essent in de gelegenheid geweest daarop bij repliek in te gaan zodat het debat daarover — zoals past in deze civiele procedure — tussen partijen was gevoerd in de re- en dupliek. De wijze van procederen door [gedaagde partij] op dit punt komt naar het oordeel van de rechtbank dan ook in strijd met een goede procesorde. Dit vormt de reden dat aan dit nieuwe betoog voorbij wordt gegaan.
3.5.
Nu [gedaagde partij] de hoogte van de facturen niet heeft betwist en evenmin de wijze waarop Essent de door haar gedane betalingen heeft verwerkt, kunnen de door Essent gevorderde hoofdsom van € 376,00 en de daarover gevorderde wettelijke rente worden toegewezen.
3.6.
Direct Pay Services maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden.
De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu de wettelijk verplichte aanmaning niet voldoet aan hetgeen artikel 6:96 lid 6 BW vereist.
3.7.
[gedaagde partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Direct Pay Services worden begroot op:
dagvaarding € 83,51
griffierecht 117,00
salaris gemachtigde
120,00( 2 x tarief € 60,00)
totaal € 320,51
3.8.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Direct Pay Services te betalen een bedrag van € 395,59, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 18 mei 2017 tot aan de dag der voldoening;
4.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten aan de zijde van Direct Pay Services gevallen en tot op heden begroot op € 320,51;
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: FL
coll: