ECLI:NL:RBLIM:2017:8905

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 september 2017
Publicatiedatum
14 september 2017
Zaaknummer
5848028 \ CV EXPL 17-2877
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na onrechtmatige snoeiwerkzaamheden aan esdoorns

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 13 september 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en gedaagden. De eiser, eigenaar van een perceel met woning en tuin, heeft gedaagden aangeklaagd omdat zij zonder toestemming esdoorns in zijn tuin hebben gesnoeid. De eiser stelt dat hij hierdoor schade heeft geleden en vordert een schadevergoeding van in totaal € 14.433,48, inclusief rente en proceskosten. Gedaagden hebben de vordering betwist en in reconventie gevorderd dat de eiser een struik zou snoeien, wat is afgewezen omdat de eiser geen eigenaar van die struik is.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden op 12 april 2014 de esdoorns hebben gesnoeid, maar oordeelt dat de eiser niet voldoende heeft aangetoond dat hij schade heeft geleden als gevolg van deze snoeiwerkzaamheden. Het rapport van de Algemene Bomendienst Limburg B.V. (ABL), dat de schade aan de esdoorns moest vaststellen, werd door de kantonrechter niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De kantonrechter concludeert dat de eiser niet heeft aangetoond dat de snoeiwerkzaamheden door gedaagden hebben geleid tot onherstelbare schade aan de bomen.

In reconventie heeft de kantonrechter de vordering van gedaagden om de eiser te veroordelen tot het snoeien van een struik afgewezen, omdat de eiser geen eigenaar van de struik is. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van beide partijen afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5848028 \ CV EXPL 17-2877
Vonnis van de kantonrechter van 13 september 2017
in de zaak van:
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonend te [woonplaats eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde ARAG SE, mr. H.H.G. Theunissen,
tegen:

1.[gedaagde sub 1 in conventie, eiser in reconventie] ,wonend te [woonplaats gedaagde sub 1 in conventie, eiser in reconventie] ,

2.
[gedaagde sub 2 in conventie, eiser in reconventie],
wonend te [woonplaats gedaagde sub 2 in conventie, eiser in reconventie] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. S.H.J. Raessens.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis d.d. 17 mei 2017 waarbij een descente is gelast
- het antwoord in reconventie tevens houdende een aanvullende productie
- de brief van de griffier waarbij de descente wordt afgelast en een comparitie van partijen
wordt gelast
- de op 31 juli 2017 gehouden comparitie van partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en reconventie

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] is eigenaar van het perceel met woning en tuin, staande en gelegen aan de [adres eiser] te [plaats eiser] .
2.2.
[gedaagde sub 1 in conventie, eiser in reconventie] is de achterbuurman van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en huurt de woning, staande en gelegen aan de [adres woning gedaagde sub 1] te [plaats woning gedaagde sub 1] . [gedaagde sub 2 in conventie, eiser in reconventie] is eveneens de achterbuurman van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en huurt de woning, staande en gelegen aan de [adres woning gedaagde sub 2] te [plaats woning gedaagde sub 2] .
2.3.
In de tuin van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stonden nabij de erfafscheiding met de tuin van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zes esdoorns.
2.4.
Op 12 april 2014 heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , zonder instemming van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , de esdoorns gesnoeid. Door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is hiervan aangifte gedaan bij de politie. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is bij vonnis van 25 september 2015 veroordeeld tot een geldboete van
€ 200,00 subsidiair 4 dagen hechtenis wegens het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van enig goed dat aan een ander toebehoort.
2.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de Algemene Bomendienst Limburg B.V. (hierna: ABL) opdracht gegeven tot het vaststellen van de mate van beschadiging van de esdoorns alsook het vaststellen van de schade aan de esdoorns. Door ABL is op 17 november 2016 een rapport uitgebracht. Door ABL is geconcludeerd dat het vervangen van de esdoorns € 11.928,50 kost.
2.6.
Bij brief van 12 december 2016 is [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gesommeerd over te gaan tot vergoeding van bovengenoemd schadebedrag. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft te kennen gegeven geen aansprakelijkheid te erkennen.

3.Het geschil

In conventie en reconventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert in conventie bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 14.433,48 (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 april 2014 tot aan de dag der voldoening;
II. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 2.057,00 (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2017 tot de dag der algehele voldoening;
III. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voert verweer tegen de vordering in conventie. Bij wijze van eis in reconventie vordert [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bij vonnis [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te bevelen binnen twee weken na het te wijzen vonnis over te gaan tot verwijdering van de overhangende takken van de struik, zoals zichtbaar op de foto’s bij productie 4 bij eis in reconventie, met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten.
3.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer tegen de vordering in reconventie.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie4.1. Niet in geschil is dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zich op 12 april 2014 schuldig heeft gemaakt aan het snoeien van de esdoorns die in de tuin van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stonden. Wel bestaat er tussen partijen discussie over de vraag hoeveel esdoorns door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn gesnoeid – 4 of 6 – en of dit de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestelde schade tot gevolg heeft gehad.
4.2.
Uit het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde rapport van ABL volgt dat de bomen op 12 oktober 2014 zijn geknot. ABL stelt dat het reduceren van de kroon met 100% bladvolume fotosynthese onmogelijk maakt waardoor de conditie van de esdoorns drastisch is verminderd. De reserves opgeslagen in het houtweefsel van de bomen zijn niet voldoende gebleken om de onderdrukte knoppen te activeren. ABL concludeert dan ook dat de Esdoorns onherstelbaar zijn beschadigd.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat in het midden kan blijven of [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] 4 of 6 Esdoorns heeft gesnoeid. De kantonrechter is namelijk van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onvoldoende onderbouwd heeft dat hij als gevolg van het snoeien door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op
12 april 2014 de door hem gestelde schade heeft geleden. Hiervoor is het volgende van belang.
4.4.
De kantonrechter overweegt ten eerste dat het rapport van ABL uitgaat van een snoeidatum van 12 oktober 2014. Dit is echter niet de datum waarop [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de bomen heeft gesnoeid. Dat die datum een kennelijke verschrijving is zoals de gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt, is niet nader onderbouwd zodat daaraan geen waarde toekomt.
Bovendien is bij het rapport een foto toegevoegd, waarop te zien is dat de esdoorns zijn ontdaan van hun kroon en halverwege de stam zijn afgezaagd. Dit is, zo is namens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] desgevraagd bevestigd, niet de situatie zoals die door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is aangericht. Daarbij komt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft bevestigd dat hij, nadat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de esdoorns heeft gesnoeid, ook nog snoeiwerkzaamheden heeft verricht aan de bomen. Voor wat betreft de algemene conclusie van ABL dat de esdoorns onvoldoende houtweefsel zouden hebben gehad om de onderdrukte knoppen te activeren, zijn door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] foto’s overgelegd waaruit blijkt dat de gesnoeide bomen weer uitliepen. Dit is door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet, althans onvoldoende, weersproken zodat aan de conclusie van ABL niet de waarde kan worden gehecht die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daaraan wenst toe te kennen.
4.5.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat het rapport, dat ruim twee jaar na de datum waarop de snoeiwerkzaamheden door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zijn verricht is opgemaakt, niet de conclusie kan rechtvaardigen dat die werkzaamheden ertoe hebben geleid dat de bomen onherstelbaar waren beschadigd.
4.6.
Nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen andere feiten of omstandigheden naar voren heeft gebracht waaruit blijkt dat hij door toedoen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] schade heeft geleden, dient de vordering in zijn geheel wegens het ontbreken van een deugdelijke grondslag, te worden afgewezen.
In reconventie
4.7.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vordert in reconventie [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot het verwijderen van de overhangende takken van de struik, zoals zichtbaar op de foto’s van productie 4 van de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie. Bij conclusie van antwoord in reconventie is door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gesteld dat de aldaar zichtbare boom reeds is gerooid. Tijdens de comparitie van partijen is reeds gebleken dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ook overlast ervaren van overhangende takken van een laurierstruik. Die laurierstruik is, zo is onbetwist gebleven, het eigendom van de buurman van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Nu de laurierstruik geen eigendom is van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan de kantonrechter de vordering gelet op het bepaalde in artikel 5:44 BW niet toewijzen. Enkel de eigenaar van een struik kan tot snoeien worden veroordeeld.
In conventie en reconventie
4.8.
In de uitkomst van de procedure, waarbij partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie en reconventie
5.1.
wijst de vorderingen over en weer af,
5.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: SM
coll: