ECLI:NL:RBLIM:2017:8786

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 september 2017
Publicatiedatum
11 september 2017
Zaaknummer
C/03/240299 HA RK 17-217
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter niet-ontvankelijk verklaard

Op 11 september 2017 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in een wrakingszaak. De verzoeker had een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.M.M. Kleijkers, de rechter die eerder verzoeken tot wraking van mr. K.M.P. Jacobs had behandeld. De wrakingskamer, onder voorzitterschap van mr. Kleijkers, had op 6 september 2017 de verzoeken tot wraking van Jacobs niet-ontvankelijk verklaard. De verzoeker stelde dat mr. Kleijkers niet onpartijdig was, maar de rechtbank oordeelde dat de verzoeken niet gericht waren tegen de behandelend rechter in de lopende zaken. Volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar brengen, maar in dit geval was er geen sprake van uitzonderlijke omstandigheden die een vrees voor vooringenomenheid rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat de verzoeker niet voldeed aan de formele vereisten voor een wrakingsverzoek, waardoor hij niet-ontvankelijk werd verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Wrakingskamer
Zaaknummers:
C/03/240299 HA RK 17-217
C/03/240301 HA RK 17-218
C/03/240303 HA RK 17-219
C/03/240304 HA RK 17-220
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken
in de zaken van
[de verzoeker],
wonende te [woonplaats verzoeker] ,
verzoeker;
indiener van een verzoek dat strekt tot wraking van:
mr. R.M.M. Kleijkers,rechter in de rechtbank Limburg (hierna ook te noemen: de rechter).

1.Het procesverloop

Bij uitspraken van 6 september 2017 heeft de wrakingskamer onder voorzitterschap van mr. Kleijkers verzoeken tot wraking van mr. K.M.P. Jacobs niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft vervolgens verzoeken tot wraking van mr. Kleijkers ingediend.

2.De beoordeling

In artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) is bepaald dat op verzoek van een partij de rechter die een zaak behandelt, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van haar/zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een procespartij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die procespartij bestaande vrees dienaangaande objectief gerechtvaardigd is.
In de zaken met zaaknummers C03/240021/HARK17-204, C03/240022/HARK17-205, C03/240024/HARK17-206 en C03/240025/HARK17-207 zijn door de wrakingskamer onder voorzitterschap van mr. Kleijkers uitspraken gedaan. Daarmee zijn deze procedures beëindigd en tegen deze uitspraken kunnen geen rechtsmiddelen worden aangewend. Dat betekent dat mr. Kleijkers niet meer de behandelend rechter is in die zaken.
Nu de wrakingsverzoeken van verzoeker niet zijn gericht tegen de rechter die zijn zaken in behandeling heeft, is niet aan de formele vereisten voor een wrakingsverzoek als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb voldaan, zodat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoeken. Tot een mondelinge behandeling van de wrakingsverzoeken wordt daarom niet overgegaan

3.De beslissing

De wrakingskamer verklaart de verzoeken tot wraking van mr. R.M.M. Kleijkers niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. V.P. van Deventer (voorzitter), mr. P. Hoekstra en mr. J.J.M. Wassenberg, leden, bijgestaan door J.N. Buddeke als griffier en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2017.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.