In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 6 september 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen ABC Wonen B.V. en een derde partij, waarbij de derde partij als mede-eigenaar van de percelen betrokken was. ABC Wonen vorderde dat de gedaagde partij onrechtmatig had gehandeld door zonder toestemming gebruik te maken van de percelen die gezamenlijk eigendom zijn van ABC Wonen en de derde partij. De procedure omvatte een dagvaarding, een conclusie van antwoord, en een comparitie van partijen. Tijdens de comparitie werd duidelijk dat de derde partij geen bezwaar had tegen het gebruik van de grond door de gedaagde partij, wat leidde tot de vraag of de gedaagde partij rechtmatig gebruik had gemaakt van de percelen.
De feiten wezen uit dat ABC Wonen en de derde partij gezamenlijk eigenaar zijn van de percelen, en dat de derde partij een gebruikersverklaring had afgegeven aan de gedaagde partij. De kantonrechter oordeelde dat de derde partij, als mede-eigenaar, bevoegd was om zelfstandig te handelen en dat de gedaagde partij gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de afgegeven gebruikersverklaring. ABC Wonen had niet tijdig bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de grond, en de kantonrechter concludeerde dat de gedaagde partij op rechtmatige gronden gebruik had gemaakt van de percelen.
Daarom werden de vorderingen van ABC Wonen afgewezen en werd ABC Wonen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.