In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 6 september 2017, is er een geschil ontstaan tussen de eisende partij en de gedaagde partij over de kwaliteit van de verbouwing van een woning. De eisende partij, vertegenwoordigd door DAS Rechtsbijstand, heeft de gedaagde partij, die opereert onder de naam [X] en vertegenwoordigd wordt door I.A.N. Factoring B.V., aangeklaagd voor de kosten van herstelwerkzaamheden die nodig waren na de verbouwing. De procedure begon met een dagvaarding op 20 februari 2017, gevolgd door verschillende conclusies en een comparitie van partijen op 11 juli 2017.
De eisende partij vorderde een bedrag van € 10.641,55, vermeerderd met wettelijke rente, als vergoeding voor de kosten van herstel van gebreken die door de gedaagde partij waren veroorzaakt. De gedaagde partij voerde verweer en vorderde op zijn beurt een bedrag van € 7.344,09, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter heeft de vorderingen van beide partijen beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de gedaagde partij aansprakelijk was voor een deel van de herstelkosten.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 7.375,19 aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente. De gedaagde partij werd ook veroordeeld tot betaling van € 6.473,34 aan de eisende partij in reconventie, met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.W. Rijksen.