ECLI:NL:RBLIM:2017:8745

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 september 2017
Publicatiedatum
7 september 2017
Zaaknummer
04 6054113/CV 17-5114
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake opzegging telefoonabonnement en betalingsvordering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 6 september 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Direct Pay Services B.V. en een gedaagde partij over de opzegging van een telefoonabonnement bij T-Mobile. De gedaagde partij had op 16 april 2008 een overeenkomst gesloten met T-Mobile voor mobiele telecommunicatiediensten, die na een jaar werd verlengd voor onbepaalde tijd. De overeenkomst kon worden opgezegd met een opzegtermijn van één maand. T-Mobile heeft de overeenkomst op 29 november 2016 ontbonden wegens niet-betaling van facturen en heeft de vordering op de gedaagde partij gecedeerd aan Direct Pay.

Direct Pay vorderde betaling van € 70,44, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde partij voerde verweer en stelde dat hij de overeenkomst per e-mail op 19 augustus 2016 had opgezegd. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging voldoende duidelijk was, ondanks het ontbreken van een bevestiging van T-Mobile. De rechter concludeerde dat de gedaagde partij nog wel abonnementskosten verschuldigd was tot en met 27 september 2016, wat resulteerde in een totaalbedrag van € 47,72, inclusief incassokosten. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of andere gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6054113 \ CV EXPL 17-5114
Vonnis van de kantonrechter van 6 september 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DIRECT PAY SERVICES B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde Webcasso B.V.,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen worden hierna verder Direct Pay en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 22 mei 2017,
  • de conclusie van antwoord,
  • de conclusie van repliek,
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] heeft met T-Mobile op 16 april 2008 een overeenkomst gesloten, inhoudende de levering van mobiele telecommunicatiediensten. Op die overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van T-Mobile Netherlands B.V. van toepassing.
2.2.
Voormelde overeenkomst is aangegaan voor de duur van 12 maanden. Na afloop van die termijn is de overeenkomst verlengd voor onbepaalde tijd, waarbij opzegging kan plaatsvinden met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand.
2.3.
In verband met deze overeenkomst is [gedaagde partij] een vast abonnementsbedrag verschuldigd en de gebruikskosten.
2.4.
T-Mobile heeft de overeenkomst vanwege niet-betaling door [gedaagde partij] van de onderhavige facturen ontbonden met ingang van 29 november 2016.
2.5.
T-Mobile heeft de vordering op [gedaagde partij] gecedeerd aan Direct Pay, van welke cessie bij brief van 25 januari 2017 mededeling is gedaan aan [gedaagde partij] .

3.Het geschil

3.1.
Direct Pay vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van € 70,44, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde partij] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde partij] de door Direct Pay gevorderde bedragen verschuldigd is. [gedaagde partij] stelt zich bij zijn verweer op het standpunt dat hij de overeenkomst met T-Mobile per e-mail van 19 augustus 2016 heeft opgezegd.
4.2.
Uit de door [gedaagde partij] bij zijn verweer overgelegde stukken blijkt dat er tussen [gedaagde partij] en T-Mobile meerdere keren contact is geweest over zijn abonnement. Op 12 augustus 2016 bericht een medewerkster van T-Mobile naar aanleiding van een e-mail van [gedaagde partij] onder meer het volgende: "
Ik denk dat u uw abonnement bij ons wilt opzeggen maar dit blijkt niet duidelijk uit uw email." In die e-mail is voorts vermeld: "
Indien u desondanks toch uw abonnement wilt opzeggen verneem ik dit graag van u en ga ik natuurlijk direct u verzoek behandelen."
4.3.
[gedaagde partij] reageert daarop per e-mail van 19 augustus 2016, waarbij hij na de aanhef in die e-mail uitdrukkelijk vermeldt: "
Opzegging."
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de eerder door [gedaagde partij] met T-Mobile gevoerde correspondentie en de reactie daarop van [gedaagde partij] bij laatst vermelde e-mail voldoende duidelijk was en zulks ook niet anders kan worden opgevat c.q. niet anders kan worden begrepen dan dat [gedaagde partij] bij die e-mail zijn abonnement heeft opgezegd. Het feit dat T-Mobile daarvan vervolgens geen bevestiging heeft gestuurd, waardoor de overeenkomst - aldus Direct Pay - doorliep, betekent niet dat de overeenkomst niet is opgezegd. Indien van de juistheid van die stellingname zou moeten worden uitgegaan, zou immers T-Mobile door het enkele niet sturen van een bevestiging van de opzegging haar abonnementen nog enige tijd kunnen laten doorlopen, hetgeen niet de bedoeling kan zijn. Als de opzegging van [gedaagde partij] voor T-Mobile ondanks de e-mail van 19 augustus 2016 toch niet voldoende duidelijk was, had zij zulks nogmaals aan [gedaagde partij] nogmaals moeten voorleggen, doch zulks is kennelijk niet gebeurd.
4.5.
Het vorenstaande betekent evenwel niet dat [gedaagde partij] niets meer verschuldigd is. Op grond van de - niet betwiste - toepasselijke algemene voorwaarden kan immers een abonnement door de klant worden opgezegd met een opzegtermijn van 1 maand. In de door Direct Pay overgelegde facturen wordt steeds uitgegaan van een abonnementsperiode van de 28ste dag van een maand tot de 27ste dag van de daaropvolgende maand. Door de opzegging door [gedaagde partij] op 19 augustus 2016 is derhalve het abonnement geëindigd per 28 september 2016, zodat [gedaagde partij] de abonnementskosten tot en met 27 september 2016 ad € 7,48 nog verschuldigd is, evenals het niet betwiste openstaande bedrag betreffende de maand augustus 2016 van € 0,24. In totaal derhalve € 7,72.
4.6.
Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden had [gedaagde partij] kunnen weten dat hij de abonnementskosten tot en met de maand september 2016 verschuldigd was. Door de weigering om die kosten te betalen, heeft Direct Pay incassokosten moeten maken. Het in dat verband door Direct Pay gevorderde minimumbedrag van € 40,00 acht de kantonrechter derhalve toewijsbaar, nu aan de vereisten voor de toewijzing van dat bedrag is voldaan. Samengevat zal aan Direct Pay een bedrag worden toegewezen van in totaal € 47,72.
4.7.
Ondanks de toewijzing van voormeld bedrag is de kantonrechter van oordeel dat partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld, zodat de proceskosten zullen worden gecompenseerd zoals hierna is bepaald.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Direct Pay te betalen een bedrag van € 47,72, vermeerderd met de wettelijke rente over € 7,72 vanaf de datum van verzuim tot aan de voldoening,
5.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst af het meer of andere gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: TC
coll: