ECLI:NL:RBLIM:2017:8704

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 september 2017
Publicatiedatum
6 september 2017
Zaaknummer
C/03/240021 HA RK 17-204
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter na uitspraak in bestuursrechtelijke zaken

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 6 september 2017 uitspraak gedaan over de wrakingsverzoeken van een verzoeker tegen mr. K.M.P. Jacobs, de rechter die eerder vier beroepen van verzoeker had behandeld. De verzoeker had op 21 juli 2017 een uitspraak ontvangen waarin zijn beroepen kennelijk niet-ontvankelijk waren verklaard wegens het niet tijdig betalen van griffierecht. Verzoeker had eerder een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar dit was afgewezen. Op 27 en 28 augustus 2017 diende verzoeker wrakingsverzoeken in tegen mr. Jacobs, maar de wrakingskamer oordeelde dat mr. Jacobs niet meer de behandelend rechter was in de zaken van verzoeker, aangezien de procedures op 21 juli 2017 waren beëindigd. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Aangezien de wrakingsverzoeken niet gericht waren tegen de behandelend rechter, verklaarde de wrakingskamer de verzoeken tot wraking niet-ontvankelijk. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Wrakingskamer
Zaaknummers:
C/03/240021 HA RK 17-204
C/03/240022 HA RK 17-205
C/03/240024 HA RK 17-206
C/03/240025 HA RK 17-207
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken
in de zaken van
[de verzoeker],
wonend te [woonplaats verzoeker] ,
verzoeker;
indiener van verzoeken die strekken tot wraking van:
mr. K.M.P. Jacobs,rechter in de rechtbank Limburg (hierna ook te noemen: de rechter).

1.Het procesverloop

Bij uitspraak van 21 juli 2017 heeft de rechter (vier) beroepen van verzoeker gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit (zaaknummers 17/1355, 17/1357, 17/1468 en 17/1469) kennelijk niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet (volledig) betalen van griffierecht, terwijl het beroep van verzoeker op betalingsonmacht bij voorafgaande brieven was afgewezen.
Op 27 en 28 augustus 2017 heeft verzoeker in de genoemde zaken verzoeken tot wraking van de rechter ingediend. Verzoeker heeft op 28 augustus, 31 augustus en 1 september 2017 aanvullende stukken ingediend.

2.De beoordeling

In artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) is bepaald dat op verzoek van een partij de rechter die een zaak behandelt, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een procespartij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die procespartij bestaande vrees dienaangaande objectief gerechtvaardigd is.
In de hiervoor genoemde zaken van verzoeker is op 21 juli 2017 uitspraak gedaan. Daarmee zijn deze procedures beëindigd en dat betekent dat mr. Jacobs niet meer de behandelend rechter is in die zaken. Tegen de uitspraak staat weliswaar nog het rechtsmiddel van verzet open, maar bij heropening van de behandeling van die betreffende zaak of zaken op die grond, wordt de zaak of worden de zaken aan een andere rechter dan mr. Jacobs toebedeeld.
Nu de wrakingsverzoeken van verzoeker niet zijn gericht tegen de rechter die zijn zaken in behandeling heeft, is niet aan de formele vereisten voor een wrakingsverzoek als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb voldaan, zodat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoeken. Tot een mondelinge behandeling van de wrakingsverzoeken wordt daarom niet overgegaan

3.De beslissing

De wrakingskamer:
verklaart de verzoeken tot wraking van mr. K.M.P. Jacobs niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven door mr. R.M.M. Kleijkers, voorzitter, mr. R.A.J. van Leeuwen en mr. M.J.A.G. van Baal, leden, in aanwezigheid van J.N. Buddeke, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 september 2017.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.