Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 6 september 2017, is de eisende partij, vertegenwoordigd door mr. L.P.W. Zanders, een rechtszaak gestart tegen de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van € 1.520,72, vermeerderd met rente en kosten, voor rechtsbijstand die zij had verleend aan de gedaagde partij. De gedaagde partij voerde verweer en stelde dat er geen schriftelijke bevestiging was gegeven van de afspraken die op 30 augustus 2016 waren gemaakt over het uurtarief voor de rechtsbijstand.
De kantonrechter oordeelde dat de advocaat, volgens de gedragsregels, verplicht is om belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan de cliënt te bevestigen. Aangezien dit niet was gebeurd, kwam dit voor rekening en risico van de eisende partij. De kantonrechter stelde vast dat alleen het door de gedaagde partij erkende bedrag van € 359,29, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, voor toewijzing in aanmerking kwam. De vordering werd dus slechts gedeeltelijk toegewezen.
De kantonrechter besloot de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten zou dragen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.M.P. Brouns.