Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
2.De feiten
- H0006043 d.d. 5 april 2016 € 2.005,20
- H0006991 d.d. 9 juni 2016 € 1.923,10
- H0007870 d.d. 29 juli 2016 € 1.861,31
- H0008006 d.d. 22 augustus 2016 € 1.177,15
3.Het geschil
4.De beoordeling
binnen bekwame tijdzijn bezwaren tegen de facturen aan [eisende partij] kenbaar te maken. Uit niets blijkt dat [gedaagde partij] na ontvangst van de facturen per omgaande daartegen heeft geprotesteerd en genuanceerd aan [eisende partij] heeft aangegeven op welke onderdelen de facturen niet correct zouden zijn.
het bij [eisende partij] sinds een personeelswisseling een zooitje is. Daarnaast voert [gedaagde partij] aan dat leveringsbonnen niet allemaal zijn ondertekend en voor hem niet te controleren zijn dan wel dat wellicht niet bevoegde personen pakbonnen hebben afgetekend, nu de handtekeningen daarop bij [gedaagde partij] onbekend zijn. Niet gebleken is dat [gedaagde partij] dit verweer eerder heeft gevoerd en ook op dit punt is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde partij] daarmee niet heeft voldaan aan de verplichting zoals die is neergelegd in artikel 6:89 BW. Bovendien laat [gedaagde partij] de stelling van [eisende partij] dat [gedaagde partij] andere facturen met eenzelfde voor hem onbekende handtekening wel heeft betaald,onweersproken.
- dagvaarding € 85,65
- griffierecht 470,00
- salaris gemachtigde