ECLI:NL:RBLIM:2017:8683

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 september 2017
Publicatiedatum
6 september 2017
Zaaknummer
5863946 \ CV EXPL 17-3005
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake uitzendovereenkomst en loonschade met betrekking tot scholingsplicht werkgever

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 6 september 2017, gaat het om een geschil tussen een uitzendkracht en de uitzendonderneming A1 Werkplan B.V. De uitzendkracht, die in verschillende functies heeft gewerkt, vordert onder andere betaling van achterstallig loon en een projecttoeslag. De uitzendonderneming heeft de werknemer met ingang van 18 mei 2015 van de functie van lasser naar die van monteur verplaatst, wat resulteerde in een lager salaris. De werknemer stelt dat hij over de benodigde lascertificaten beschikt en dat de werkgever zijn scholingsplicht niet is nagekomen. De kantonrechter oordeelt dat A1 Werkplan onvoldoende zorg heeft gedragen voor de scholing van de werknemer, waardoor deze niet in staat was om zijn functie als lasser te blijven uitoefenen. De kantonrechter stelt vast dat de werkgever gehouden is om het loon van de werknemer te betalen op basis van het overeengekomen uurloon en de projecttoeslag. De vordering in reconventie van A1 Werkplan tot terugbetaling van onverschuldigde projecttoeslagen wordt afgewezen. De kantonrechter geeft de werknemer de gelegenheid om een nieuwe loonberekening in te dienen, waarna A1 Werkplan kan reageren. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5863946 \ CV EXPL 17-3005
Vonnis van de kantonrechter van 6 september 2017
in de zaak van:
[eisende partije in conventie, verweerder in reconventie],
wonend te [woonplaats eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. A.J.L.J. Pfeil,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A1 WERKPLAN B.V.,
gevestigd te Echt,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde DAS Rechtsbijstand.
Partijen zullen hierna [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] en A1 Werkplan genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • de akte vermeerdering van eis in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie
  • de comparitie van partijen welke gehouden is op 12 juli 2017 en waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen A1 Werkplan als uitzendonderneming en [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] als uitzendkracht heeft een aantal uitzendovereenkomst bestaan, te weten:
- van 25-11-2009 (fase 1), terzake werk als monteur bij [A] & Zn. BV vanaf
24-11-2009 (zonder einddatum);
  • van 18-01-2010 (fase 2) terzake werk als monteur bij diverse projecten vanaf 18-01-2010 tot 20-04-2012;
  • van 07-04-2010 (fase 1 en 2) terzake werk als monteur bij diverse projecten van 06-04-2010 tot 28-09-2012;
  • van 05-07-2010 (fase 1 en 2) terzake werk als monteur bij diverse projecten van 05-07-2010 tot 19-10-2012;
  • van 05-09-2010 (fase 2b) (de kantonrechter gaat ervan uit dat hier bedoeld wordt: 2011) terzake werk als monteur bij diverse projecten van 05-09-2011 tot 31-08-2012;
  • van 10-09-2012 (fase 2b) terzake werk als monteur bij diverse projecten van 10-09-2012 tot 19-10-2012;
  • van 19-10-2012 (fase 3) terzake werk als grondwerker bij [B] Techniek van 22-10-2012 tot 14-12-2012;
  • van 19-10-2012 (fase 3) terzake werk als lasser bij [B] Techniek van 22-10-2012 tot 14-12-2012;
  • van 30-11-2012 (fase 3) terzake werk als lasser bij [B] Techniek van 03-12-2012 tot 10-12-2012;
  • van 14-12-2012 (fase 3) terzake werk als lasser bij [B] Techniek van 17-12-2012 tot 28-12-2012;
  • van 07-01-2013 (fase 3) terzake werk als lasser bij [C] BV van 07-01-2013 tot
18-01-2013;
- van 30-01-2013 (fase 4) terzake werk als lasser bij [C] BV van 30-01-2013, voor onbepaalde tijd.
2.2.
Tussen partijen geldt thans een uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2.3.
Vanaf fase 2 ontving [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] een uurloon van € 12,73 bruto (het uurloon bedroeg tot 6 april 2012 contractueel € 10,12). Daarnaast had [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] recht op kleding- en gereedschapsvergoeding (naast reiskosten). Gedurende fase 3 is hem een projecttoeslag van € 2,10 bruto per uur toegekend (naast reiskosten). Vanaf week 40 van 2014 is het loon verhoogd naar € 13,22 per uur en de projecttoeslag naar € 3,00 per uur.
2.4.
Bij brief van 15 mei 2015 heeft A1 Werkplan aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] medegedeeld dat hij met ingang van 18 mei 2015 niet meer als lasser maar als monteur tewerkgesteld zou worden, waardoor hij een lager salaris zou ontvangen, welke verlaging in drie maanden in drie evenredige stappen zou worden geëffectueerd.
2.5.
Per 13 juli 2015 heeft A1 Werkplan de loonsverlaging toegepast.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] vordert – samengevat en na wijziging van eis–:
1. te verklaren voor recht dat A1 Werkplan aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] moet voldoen:
i. het overeengekomen loon en de overeengekomen projecttoeslag van € 13,22 respectievelijk € 3,00 bruto per uur vanaf week 25 van 2015 en de daarop toepasselijke reguliere verhogingen van dat loon respectievelijk die projecttoeslag vanaf 1 januari 2015;
ii. uitbetaling van het hem toekomende loon, met inbegrip van de hem toekomende projecttoeslag op basis van telkens 40 uur per week;
iii. doorbetaling van het hem toekomende loon , met inbegrip van projecttoeslag, gedurende ziekte en vakantie, eveneens op basis van 40 uren per week;
2. A1 Werkplan te veroordelen om aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] te betalen:
a. betreffende het door A1 Werkplan aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] verschuldigde loon c.a. over 2015 en 2016
Primair
i. De somma van € 15.738,17 bruto, althans het netto-equivalent hiervan, vermeerderd met de wettelijke verhoging ad 50% hierover en de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2017 tot de dag der algehele voldoening;
ii. De wettelijke rente over € 7.331,80 bruto vanaf 1 juli 2015 en over € 8.407,37 bruto vanaf 1 juli 2016 tot de dag van algehele voldoening althans de wettelijke rente over het achterstallig loon c.a. telkens vanaf de eerste dag van de week volgende op die waarover loon c.a. is betaald, zij het te weinig, tot aan de dag van algehele voldoening;
iii. De loonsverhogingen en verhogingen van toeslagen welke na 2014 ingevolge de cao dan wel gebruiken binnen de branche hebben gegolden, vermeerderd met de wettelijke verhoging ad 50% daarover en de wettelijke rente over die verhoging vanaf 1 januari 2017 tot de dag der algehele voldoening alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over de voor 2015 geldende verhogingen vanaf 1 juli 2015 en over de voor 2016 geldende verhogingen vanaf 1 juli 2016 althans over die jaren vanaf de eerste dag van de week volgende op die waarover die verhogingen in die jaren hadden moeten worden betaald, een en ander tot de dag van algehele voldoening;
iv. De vanwege het aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] verschuldigde hogere loon met inbegrip van toeslagen dan daadwerkelijk is betaald te weinig betaalde vakantietoeslag te weinig betaalde vakantietoeslagen over 2015 en 2016, vermeerderd met de wettelijke verhoging daarover ad 50% en met de wettelijke rente over die toeslagen en die verhogingen vanaf 1 juli 2015 en 1 juni 2016, een en ander op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet;
Subsidiair
Een bedrag, op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke verhoging daarover ad 50% en met de wettelijke rente over die verhoging vanaf 1 januari 2017 tot de dag van algehele voldoening alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over de aldus vastgestelde verhogingen, telkens vanaf de eerste dag van de week volgende op die waarover de verhogingen hadden moeten worden betaald, een en ander tot de dag van algehele voldoening;
b. betreffende het door A1 Werkplan aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] verschuldigde loon c.a. vanaf 1 januari 2017
i. tot de dag van het te wijzen vonnis een bedrag, op te maken bij staat en vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke verhoging over het [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] aldus toekomende loon, met inbegrip van projecttoeslag, ex artikel 7:625 BW ter grootte van 50%, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de eerste dag van de week volgende op die waarover telkenmale te weinig loon c.a. is betaald;
ii. vanaf de dag van het te wijzen vonnis het loon c.a. als omschreven in het petitum onder 1;
3. A1 Werkplan daarnaast te veroordelen om het als gevolg van het te weinig betaalde loon c.a. in het verleden ontstane pensioentekort aan te vullen door de daarvoor verschuldigde c.q. benodigde premies of andere afdrachten aan het pensioenfonds respectievelijk de pensioenfondsen waarbij [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] is aangesloten en waaraan A1 Werkplan tot aan het in deze te wijzen vonnis de voor [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] pensioen bestemde premies heeft betaald af te dragen, een en ander opnieuw op te maken bij staat en te vereffenen als volgens de wet, met veroordeling van A1 Werkplan op het desbetreffende bedrag uiterlijk binnen veertien dagen nadat dit is vastgesteld aan het bevoegde pensioenfonds respectievelijk pensioenfondsen ten behoeve van [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] te betalen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat A1 Werkplan daarmee in gebreke blijft;
4. A1 Werkplan voorts te veroordelen om aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] terzake buitengerechtelijke kosten te betalen een bedrag van € 1.077,01, althans € 952,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de algehele voldoening,
met veroordeling van A1 Werkplan in de kosten van het geding, met inbegrip van de nakosten.
3.2.
A1 Werkplan vordert in reconventie – samengevat – veroordeling van [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van de door hem in de periode vanaf 30 januari 2013 ontvangen projecttoeslagen tot een bedrag van € 7.930,14 bruto, als zijnde onverschuldigd betaald, vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in conventie.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

in conventie
Wijziging van eis
4.1.
Ten aanzien van de wijziging van eis merkt de kantonrechter op dat deze weliswaar relatief kort voor de comparitie van partijen is ingediend, maar dat dit niet in strijd is met de regels van goede procesorde of dat anderszins is gebleken dat A1 Werkplan hierdoor onevenredig is benadeeld in haar verweer. De kantonrechter zal de wijziging van eis dan ook toelaten.
Loonbetaling
4.2.
[eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] stelt zich op het standpunt dat A1 Werkplan hem ten onrechte uit de functie van lasser naar die van monteur heeft gedemoveerd en daardoor ook een lager salaris heeft uitbetaald.
[eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat hij met ingang van 18 mei 2015 niet meer als lasser werkzaam zou zijn. Hij is sedertdien (zo goed als) onafgebroken ingezet gebleven als lasser c.q. voor laswerkzaamheden. Alleen als er incidenteel geen laswerkzaamheden waren, heeft [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] ook andere werkzaamheden verricht. [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] beschikt bovendien over alle kwalificaties als lasser en heeft diploma’s. Voor zover [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] al diploma’s zou missen heeft hij zich tegenover A1 Werkplan herhaaldelijk bereid verklaard deze alsnog te behalen. De inleners vonden het destijds echter niet nodig dat [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] lascertificaten behaalde en daarom hebben zij of A1 Werkplan hem ook nooit op cursus gestuurd. Bij de vorige werkgevers van [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] werd het behalen van de benodigde certificering door de werkgever geregeld en bekostigd.
4.3.
A1 Werkplan is van mening dat [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] niet over de benodigde lascertificaten beschikt en kon hem daardoor, én van wege zijn klantonvriendelijke opstelling, niet langer inzetten als lasser.
[eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] is altijd een niet-gekwalificeerd lasser geweest. Door veranderingen in de markt is er geen vraag meer naar niet-gekwalificeerde lassers en is het buitengewoon lastig om [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] in te zetten als lasser. A1 Werkplan heeft [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] dit ook medegedeeld en hem overgeplaatst in de functie van monteur met het daarbij behorende salaris.
Wanneer [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] lascertificaten had willen behalen, dan had hij daar zelf zorg voor moeten dragen en de kosten moeten dragen. Dat is geen aangelegenheid waarmee A1 Werkplan belast is. Het is gebruikelijk dat de lassers die A1 Werkplan uitzendt zelf hun certificering regelen en deze zelf betalen of door hun inlener laten betalen.
4.4.
De kantonrechter is gebleken dat A1 Werkplan kennelijk niet in staat is om [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] werkzaamheden in de functie van lasser aan te bieden wegens het ontbreken van de benodigde certificaten. Dit is naar het oordeel van de kantonrechter echter het gevolg van onvoldoende zorg aan de zijde van A1 Werkplan als werkgever voor scholing dan wel het op peil houden van de vereiste vaardigheden en bijbehorende certificaten. De stelling van A1 Werkplan dat [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] zelf de verantwoordelijkheid heeft om eventuele certificaten te behalen en de hiermee gepaard gaande kosten ook zelf dient te dragen, deelt de kantonrechter dan ook niet. Immers blijkt uit artikel 7:611a BW en de daarbij behorende uitleg dat er op de werkgever een scholingsplicht rust die inhoudt dat werkgever de werknemer in staat moet stellen – zowel feitelijk als financieel – om de scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie. Kennelijk heeft A1 Werkplan de noodzaak van scholing niet ingezien, mede omdat de inleners op dat moment niet naar de zogenaamde lascertificaten vroegen. Desalniettemin had A1 Werkplan als goed werkgever er zorg voor moeten dragen dat [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] ook in de toekomst wanneer hij bij andere inleners tewerk zou worden gesteld over de benodigde lascertificaten zou beschikken. Het verweer van A1 Werkplan dat het behalen van lascertificaten niet als scholing kan worden gekwalificeerd, maar eerder als het afleggen van een proeve van bekwaamheid, kan haar niet baten. Immers stellen de huidige inleners de eis dat een lasser over deze certificaten moet beschikken, waardoor het voor een lasser essentieel is om deze in zijn bezit te hebben teneinde zijn functie te kunnen blijven vervullen. Daarbij komt dat A1 Werkplan onvoldoende onderbouwd heeft weersproken dat [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] thans nog steeds werkzaamheden als lasser uitvoert, zij het onder een andere functieomschrijving.
Gelet op al het voorgaande is de kantonrechter dan ook van oordeel dat A1 Werkplan gehouden is vanaf week 25 van 2015 een bruto uurloon van € 13,22 aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] te betalen.
Projecttoeslag
4.5.
Voor wat betreft de projecttoeslag heeft A1 Werkplan ter comparitie van partijen verklaard dat het afhankelijk van de inlener is of er een projecttoeslag wordt uitbetaald. Vanaf 2009 heeft [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] slechts over een periode van 4 maanden een projecttoeslag ontvangen. Als een inlener geen projecttoeslag wil betalen, heeft A1 Werkplan geen financiële ruimte om dit uit eigen middelen aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] te betalen.
4.6.
[eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] stelt zich op het standpunt dat de projecttoeslag uit artikel 7 van zijn voorlaatste uitzendovereenkomst bij [C] B.V. volgt en de cao bovendien bepaalt dat er gelijk beloont dient te worden bij gelijke werkzaamheden.
4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat de projecttoeslag deel uitmaakt van de overeengekomen arbeidsvoorwaarden gelet op het bepaalde in de 6 voorgaande uitzendovereenkomsten en gelet op het feit dat ook na het ingaan van de laatste uitzendovereenkomst, op 30 januari 2013, de projecttoeslag is doorbetaald.
Dit geldt temeer nu A1 Werkplan in 2015 schriftelijk heeft bevestigd dat het uurloon toen bestond uit € 13,22 bruto + € 3,00 projecttoeslag welk bedrag vanaf dat moment zou worden afgebouwd, zulks gelet op het voorgaande ten onrechte. Gezien die gang van zaken hoefde [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] naar het oordeel van de kantonrechter niet te begrijpen dat hij vanaf 30 januari 2013 geen aanspraak meer op projecttoeslag zou hebben.
Daarmee komt de kantonrechter tot de conclusie dat A1 Werkplan gehouden is een projecttoeslag ad € 3,00 per uur aan [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] uit te betalen over alle gewerkte uren vanaf week 25 van 2015.
Omvang werkweek
4.8.
Voor wat betreft de omvang van het aantal arbeidsuren per week, heeft de kantonrechter ter comparitie vastgesteld dat er tot week 49 van 2015 telkens 38 uur werd gewerkt en 2 overuren werden gemaakt en er daarna telkens 40 uur per week werd gewerkt.
Dit verschil in arbeidsuren wordt veroorzaakt door de bepalingen ten aanzien van de arbeidsomvang in de op dat moment van toepassing zijnde cao bij de inlener. Zo bepaalt de cao klein metaal dat een werkweek 38 uren telt, terwijl de NBBU-cao uitgaat van een 40-urige werkweek. Bij de loonberekening zal daarom telkens moeten worden gekeken welke cao in de betreffende week van toepassing was.
Loonberekening
4.9.
Gelet op al het voorgaande komt het de kantonrechter gewenst voor [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] in de gelegenheid te stellen een nieuwe loonberekening te maken. A1 Werkplan zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om middels antwoordakte te reageren op (enkel) de nieuwe loonberekening. Het is partijen niet toegestaan nieuwe stellingen te betrekken in de te nemen aktes noch om het oordeel dat is vervat in dit vonnis ter discussie te stellen.
4.10.
Na ontvangst van de antwoordakte, zal de kantonrechter eindvonnis wijzen.
4.11.
De kantonrechter houdt in afwachting hiervan iedere verdere beslissing aan.
in reconventie
4.12.
Gelet op het voorgaande dient de vordering in reconventie te worden afgewezen.
4.13.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig A1 Werkplan toe te laten tot nadere bewijslevering.
In conventie en in reconventie
4.14.
Houdt de beslissing ten aanzien van de proceskostenveroordeling aan.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
stelt [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] in de gelegenheid bij akte een nieuwe loonberekening in te dienen waarbij rekening dient te worden gehouden met het overwogene onder 4.4 tot en met 4.8,
5.2.
stelt A1 Werkplan vervolgens in de gelegenheid om (enkel) op de nieuwe loonberekening te reageren bij antwoordakte,
5.3.
bepaalt dat de akte zijdens [eisende partije in conventie, verweerder in reconventie] uiterlijk 4 oktober 2017 ter griffie van de rechtbank Limburg, burgerlijk recht / kanton, locatie Roermond, dient te zijn ontvangen,
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
in reconventie
5.5.
wijst de vordering af
in conventie en reconventie
5.6.
houdt de beslissing ten aan zien van de proceskostenveroordeling aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: JA
coll: