Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
- verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de wrakingskamer;
- verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechter.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 25 augustus 2017 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. J.J.M. Stevens, plaatsvervangend rechter. Het verzoek is ingediend door [verzoeker], die zich naar eigen zeggen als gevolmachtigde van mevrouw [rechthebbende] heeft gepresenteerd. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat de volmacht door [rechthebbende] uitdrukkelijk en gedetailleerd is betwist, waardoor [verzoeker] niet als gemachtigde kon optreden.
De procedure begon met een verzoekschrift voor de instelling van een beschermingsbewind ten aanzien van [rechthebbende]. Op 14 juli 2017 heeft [verzoeker] schriftelijk de wraking van de rechter verzocht. De rechter heeft op 19 juli 2017 aangegeven niet in de wraking te berusten en heeft verzocht om gehoord te worden. De wrakingskamer heeft de behandeling van het verzoek op 25 augustus 2017 gepland.
Tijdens de zitting op 25 augustus 2017 is [verzoeker] niet verschenen, ondanks verzoeken van de wrakingskamer om zijn afwezigheid te motiveren. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat [verzoeker] niet kon optreden als gemachtigde van [rechthebbende] en heeft het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.