ECLI:NL:RBLIM:2017:826

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 januari 2017
Publicatiedatum
31 januari 2017
Zaaknummer
C/03/230696 / KG ZA 17-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inschrijving bestuurder rechtspersoon in handelsregister en de rol van de notaris

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, hebben eisers, waaronder [eiser sub 1], een kort geding aangespannen tegen de notaris. De eisers vorderden dat de voorzieningenrechter zou bepalen dat de besluiten tot benoeming van [eiser sub 1] als bestuurder van de stichting en als bestuurder van de vennootschap rechtsgeldig zijn genomen. Tevens vroegen zij de notaris te bevelen over te gaan tot inschrijving van [eiser sub 1] bij de Kamer van Koophandel als bestuurder van de vennootschap. De notaris had geweigerd deze inschrijving te doen, omdat er een geschil bestond over de juistheid van de opgaaf van [eiser sub 1].

De voorzieningenrechter oordeelde dat in kort geding niet kan worden bepaald dat de besluiten rechtmatig tot stand zijn gekomen, omdat dit geen voorlopige voorziening betreft, maar een declaratoire uitspraak. De vordering van eisers werd om die reden niet toewijsbaar geacht. De rechter benadrukte dat het handelsregister juist, actueel en volledig moet zijn, en dat de notaris de inschrijving kan weigeren als er redelijke twijfel bestaat over de juistheid van de opgaaf. In dit geval was de notaris bekend met het geschil en had hij het recht om de inschrijving te weigeren.

De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van eisers tegen de notaris moesten worden afgewezen. De eisers werden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de notaris werden begroot op € 668,00. Dit vonnis is gewezen op 30 januari 2017 door mr. drs. W.J.J. Los.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/230696 / KG ZA 17-16
Vonnis in kort geding van 30 januari 2017
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonend te [woonplaats] ,
2. de rechtspersoon naar Engels recht
TERRINGTON LTD,
gevestigd te Oldbury, Verenigd Koninkrijk,
eisers,
advocaat mr. G.A.M.F. Spera te Heerlen,
tegen
[gedaagde],
met kantoor te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eisers] c.s. en de notaris genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de brief van [eisers] c.s. van 17 januari 2017 met 11 producties,
  • de mondelinge behandeling op 19 januari 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser sub 1] is enig bestuurder van Terringtons. Terringtons is houder van de certificaten van 95 procent van de aandelen in de vennootschap Keizer van Doorne B.V. (hierna: de vennootschap).
2.2.
De bedoelde 95 procent van de aandelen in de vennootschap worden gehouden door de Stichting Administratiekantoor aandelen KVD (hierna: de stichting). Ingevolge art. 4 lid 1 van de statuten van de stichting bestaat het bestuur uit ten minste drie leden, een bestuurder A, een bestuurder B , een bestuurder C, enzovoort.
Art. 4 lid 2 bepaalt dat de bestuurder A de voorzitter is van het bestuur.
Ingevolge art. 3 wordt de bestuurder A benoemd door de vergadering van certificaathouders, de bestuurder B door het bestuur van de vennootschap en de bestuurders C enzovoort door de bestuurders A en B tezamen.
Ingevolge art. 4 lid 4 worden de bestuurders benoemd voor onbepaalde tijd.
Ingevolge art. 9, aanhef en onder d en e, defungeert een bestuurder door ontslag door de gezamenlijke overige bestuurders of op grond van art. 2:298 BW.
Blijkens de slotverklaring van de statuten bestond het bestuur bij de oprichting uit één bestuurder, te weten [naam bestuurder] . [naam bestuurder] is ook thans de enige bestuurder van de stichting (voor zover [eiser sub 1] geen bestuurder is geworden).
2.3.
De overige aandelen in de vennootschap zijn in handen van een derde.
2.4.
De bestuurders van de vennootschap worden ingevolge art. 16 lid 2 van haar statuten benoemd en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Enig bestuurder van de vennootschap is [naam bestuurder] (voor zover [eiser sub 1] geen bestuurder is geworden). De vennootschap biedt beleggingsproducten aan.
2.5.
Tussen [eisers] c.s. en [naam bestuurder] bestaat een geschil over het bestuur van de stichting en de vennootschap. Terringtons heeft in de vergadering van certificaathouders van 18 november 2016 [eiser sub 1] benoemd tot bestuurder van de stichting. De notaris heeft dit feit inschreven in het handelsregister. [eiser sub 1] heeft op 19 december 2016 als bestuurder van de stichting besloten dat hij tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap zal worden benoemd tot bestuurder van de vennootschap. In de algemene vergadering van aandeelhouders die is gehouden op dezelfde dag is [eiser sub 1] met instemming van hemzelf als bestuurder van de stichting en van de andere aandeelhouder benoemd tot bestuurder van de vennootschap.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] c.s. vordert samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
  • zal bepalen dat de besluiten tot benoeming van [eiser sub 1] als bestuurder van de stichting en als bestuurder van de vennootschap rechtsgeldig zijn genomen,
  • de notaris zal bevelen over te gaan tot inschrijving van [eiser sub 1] bij de Kamer van Koophandel als bestuurder van de vennootschap.
3.2.
De notaris voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisendheid

4.1.
De spoedeisendheid is voldoende gegeven omdat [eiser sub 1] met de inschrijving in het handelsregister kennelijk wenst te bereiken dat hij bekend wordt als bestuurder van de vennootschap en als zodanig kan optreden, en de notaris zijn medewerking aan de inschrijving weigert.
Rechtmatigheid besluiten
4.2.
In kort geding kan niet worden bepaald dat de onderhavige besluiten rechtmatig tot stand zijn gekomen, omdat dit geen voorlopige voorziening betreft, maar een declaratoire uitspraak. De desbetreffende vordering is reeds om die reden niet toewijsbaar.
Inschrijving in handelsregister
4.3.
Het handelsregister moet juist, actueel en volledig zijn, wat ook tot uitdrukking komt in art. 40 van de Handelsregisterwet 2007. Een notaris kan ten behoeve van anderen gegevens inschrijven, maar dan zal hij wel, na al dan niet marginale toetsing, de overtuiging moeten hebben dat de gegevens juist, actueel en volledig zijn.
4.4.
In het onderhavige geval is de notaris ermee bekend dat er een geschil bestaat tussen [eisers] c.s. en [naam bestuurder] over de juistheid van de opgaaf van [eiser sub 1] dat hij bestuurder is van de stichting en van de vennootschap. Indien er in redelijkheid twijfel kan bestaan over de juistheid van de opgaaf, is het de notaris toegestaan de inschrijving te weigeren, teneinde te voorkomen dat het handelsregister op dit punt niet meer juist, actueel en volledig is.
4.5.
Uit de stukken en de stellingen van partijen maakt de voorzieningenrechter op dat [eisers] c.s. ervan uitgaan dat [eiser sub 1] is benoemd tot bestuurder A in de zin van art. 4 van de statuten van de stichting en dat [naam bestuurder] zich op het standpunt stelt dat dit niet mogelijk is, omdat hij bestuurder A is. Het is niet aan de notaris om te bepalen wie hierin gelijk heeft. Het volstaat dat het kennelijke standpunt van [naam bestuurder] niet bij voorbaat zonder grond is. De voorzieningenrechter begrijpt dat [naam bestuurder] vanwege zijn benoeming door de oprichter van de stichting wordt beschouwd als bestuurder A, terwijl een redelijke uitleg van de statuten tot de conclusie kan leiden dat er maar één bestuurder A kan zijn, die tevens voorzitter is, en één bestuurder B. De twijfel aan de positie van [eiser sub 1] als bestuurder van de stichting brengt mee dat in redelijkheid twijfel kan bestaan over de rechtmatigheid van zijn bestuursbesluit om zichzelf te benoemen tot bestuurder van de vennootschap. Onder deze omstandigheden mocht de notaris zijn ministerie weigeren op grond van art. 21 lid 2 van de Wet op het notarisambt.
4.6.
De voorzieningenrechter is zich ervan bewust dat een patstelling kan zijn ontstaan in het bestuur van de stichting en de vennootschap, doordat [naam bestuurder] de enige bestuurder van beide rechtspersonen is en hij benoemingen van anderen kan tegenhouden door de wijze waarop de statuten van de stichting en vennootschap zijn ingericht. Evenzeer is mogelijk dat die patstelling moet worden doorbroken in het belang van goed bestuur van en toezicht op de rechtspersonen, alsmede teneinde de rechtspersonen te laten voldoen aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht. Dat probleem kan echter niet worden opgelost door inschrijving in het handelsregister van de opgaaf van [eiser sub 1] als bestuurder van de vennootschap, reeds niet omdat een dergelijke inschrijving een benoemingsbesluit niet rechtsgeldig maakt. [eisers] c.s. zullen daarom andere rechtsmaatregelen moeten overwegen, zoals een procedure waarin [naam bestuurder] en/of de rechtspersonen zelf worden betrokken op de voet van art. 2:298 BW (wat betreft de stichting), art. 2:345 BW (wat betreft de vennootschap) of anderszins. In dergelijke procedures kunnen ook voorlopige voorzieningen worden getroffen. Dit kort geding tegen de notaris biedt in elk geval geen oplossing.
Conclusie
4.7.
De vorderingen van [eisers] c.s. tegen de notaris moeten worden afgewezen.
4.8.
[eisers] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de notaris worden begroot op:
- griffierecht € 618,00
- reis- en verblijfkosten €
50,00
totaal € 668,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van de notaris tot op heden begroot op € 668,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. W.J.J. Los en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2017. [1]

Voetnoten

1.type: WL