Uitspraak
Rechtbank Limburg
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.Het standpunt van de Raad
6.Het oordeel van de rechtbank
“Op eensluidend verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger en van degene wiens geslachtsnaam ten behoeve van de minderjarige wordt verzocht (..), wordt de geslachtsnaam van een minderjarige van twaalf jaren of ouder gewijzigd: (..)
NJ1989/411) is het uitgangspunt van artikel 1:253i BW dat één ouder als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige kan optreden. De rechter hoeft daarbij zelf (ambtshalve) niet na te gaan of al dan niet gebleken is van bezwaren van de andere ouder. Daarentegen vereist het Ministerie van Veiligheid en Justitie wél uitdrukkelijk dat het verzoek tot geslachtsnaamwijziging door de gezagdragende ouders (als zijnde de wettelijk vertegenwoordigers) van het kind steeds gezamenlijk wordt ingediend. In de door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, uitgegeven brochure ‘naamswijziging’ (juli 2017) staat immers opgenomen:
Degene die het gezag over het kind heeft is de wettelijk vertegenwoordiger van het kind. Wilt u de achternaam van uw kind(eren) wijzigen en hebbenbeideouders het gezag? Dan moeten beide ouders het aanvraagformulier ondertekenen. Wanneer één van de ouders het formulier niet ondertekent, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, ook niet als het kind de naamswijziging zelf graag wil. Wanneer u zonder instemming van de andere ouder die het gezag heeft toch een aanvraag om naamswijziging wilt indienen, moet u voordat u een aanvraag indient eerst aan de rechtbank om vervangende toestemming vragen.”
“Het verzoek wordt afgewezen, indien: (..) b. een ouder weigert in te stemmen met de verzochte geslachtsnaamwijziging van de minderjarige van twaalf jaren of ouder, tenzij deze minderjarige bij zijn instemming blijft.”