Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 101,00
- griffierecht 117,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 16 augustus 2017, staat de verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer centraal. De eisende partij, de onderlinge waarborgmaatschappij Onderlinge Waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars Groep, vordert betaling van een bedrag van € 176,65 van de gedaagde partij, die als verzekeringnemer is aangemerkt. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd, onder andere stellende dat hij niet meer verzekerd was bij de eisende partij vanaf 1 januari 2015. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij tot en met december 2014 verzekeringnemer was en dus verantwoordelijk is voor de betaling van het eigen risico van zijn echtgenote, die als verzekerde was vermeld op het polisblad. De kantonrechter wijst de vordering van de eisende partij toe, omdat de gedaagde partij niet heeft aangetoond dat het gevorderde bedrag is betaald. Daarnaast wordt ook de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat de eisende partij aan de vereisten van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten heeft voldaan. De gedaagde partij wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 278,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.