ECLI:NL:RBLIM:2017:7950

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 augustus 2017
Publicatiedatum
15 augustus 2017
Zaaknummer
5841916 \ CV EXPL 17-2809
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oproeping van de bewindvoerder in een civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, is de eisende partij, vertegenwoordigd door DAS Rechtsbijstand, een rechtszaak gestart tegen de gedaagde partij, die niet is verschenen. De gedaagde partij heeft een bewindvoerder, die bij aangetekend schrijven in het geding is opgeroepen, maar ook deze is niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder alsnog door de eisende partij bij deurwaardersexploot moet worden opgeroepen om op de rolzitting van 6 september 2017 te verschijnen. Dit is noodzakelijk om het geding verder ten behoeve van de gedaagde partij te kunnen voeren. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat de eisende partij een afschrift van het exploot aan de griffie van de rechtbank moet zenden en dat bij de oproeping een kopie van alle tot dan gewisselde stukken moet worden gevoegd. Daarnaast moeten partijen zich op de rolzitting uitlaten over de relatieve bevoegdheid van de kantonrechter, aangezien de goederen van de gedaagde onder bewind staan. De beslissing van de kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan totdat de bewindvoerder is opgeroepen en de partijen zich hebben uitgelaten over de bevoegdheid.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5841916 \ CV EXPL 17-2809
Vonnis van de kantonrechter van 9 augustus 2017
in de zaak van:
[eiser],
wonend [adres eiser]
,
eisende partij,
gemachtigde DAS Rechtsbijstand,
tegen:
[gedaagde],
wonend op een bij de deurwaarder bekend adres,
in de gemeente [gemeente] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr.drs. A.M.B.J. Derks-Höppener.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing d.d. 29 maart 2017
  • de aangetekende brief van eisende partij waarbij de bewindvoerder van gedaagde partij in het geding is opgeroepen
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter verwijst naar de rolbeslissing van 29 maart 2017. Bij akte legt eisende partij de aangetekende brief aan de bewindvoerder ter oproeping in de procedure over. Uit niets blijkt echter dat de bewindvoerder in de procedure is verschenen en de reeds ingediende conclusie van antwoord tot de hare maakt. Gelet op de inhoud van de rolbeslissing (rechtsoverweging 1.2) had de bewindvoerder alsnog door de eisende partij dienen te worden opgeroepen bij deurwaardersexploot. Dit is echter niet gebeurd en de zaak is abusievelijk verwezen naar de rolzittingen van 24 mei 2017 en 28 juni 2017 voor het nemen van de conclusies van repliek en dupliek.
2.2.
Alvorens verder te procederen wordt eisende partij alsnog in de gelegenheid gesteld om de bewindvoerder bij deurwaardersexploot in het geding op te roepen.
De zaak wordt daarvoor verwezen naar de rolzitting van 6 september 2017. Partijen dienen zich op die roldatum eveneens uit te laten over de relatieve bevoegdheid van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, locatie Roermond, om van de vordering kennis te nemen. In artikel 1:12, lid 2 BW is immers bepaald dat wanneer iemands goederen onder bewind staan, hij alles voor wat de uitoefening van dit bewind betreft de woonplaats van de bewindvoerder volgt.
2.3.
In afwachting van het voorgaande wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
bepaalt dat eisende partij bij deurwaardersexploot de bewindvoerder over de goederen van gedaagde partij dient op te roepen om op de rolzitting van 6 september 2017 te verschijnen teneinde dit geding verder ten behoeve van gedaagde partij te voeren, met dien verstande dat:
  • deze oproeping middels deurwaardersexploot dient te geschieden;
  • een afschrift van het exploot aan de griffie van de rechtbank dient te worden gezonden
  • bij de oproeping een kopie moet worden gevoegd van alle tot heden gewisselde stukken,
3.4.
stelt partijen in de gelegenheid zich ter rolzitting van 6 september 2017 bij akte uit te laten over de relatieve bevoegdheid van de kantonrechter,
3.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: ksf