ECLI:NL:RBLIM:2017:7903
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming en handhaving in bestuursrechtelijke context met betrekking tot een verzoek om handhaving van een haag op openbaar terrein
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 11 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een landbouwbedrijf en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.M. Breukers, had verzocht om handhaving tegen een haag die op de openbare weg stond. De verweerder had eerder aangegeven handhavend op te treden, maar later besloten om niet tot handhaving over te gaan. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat verweerder niet tijdig een besluit had genomen op zijn verzoek.
De rechtbank heeft onderzocht of de brief van verweerder van 8 augustus 2016 als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat deze brief niet gericht was op rechtsgevolg en derhalve geen besluit is. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn van acht weken na de aanvraag op 15 september 2016 verstreken was en dat eiser verweerder op 28 november 2016 in gebreke heeft gesteld. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank heeft de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1260,00, omdat verweerder niet tijdig had beslist. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.