Op 8 augustus 2017 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een beslissing genomen in een wrakingsprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.Ph.E.M. Cratsborn, had de gehele rechtbank Limburg en specifiek mr. W.J.J. Los gewraakt. Dit verzoek volgde op een eerdere onteigeningszaak waarin op 8 februari 2017 een vonnis was gewezen. Verzoeker had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis en verzocht om schorsing van de procedure, wat door de rechtbank werd afgewezen. Na een aantal verzoeken tot uitstel en schorsing, die ook werden afgewezen, diende verzoeker op 10 juli 2017 een wrakingsverzoek in tegen mr. Los, omdat hij meende dat deze rechter meer rekening hield met de belangen van de provincie Limburg dan met die van hemzelf.
De wrakingskamer heeft op 21 juli 2017 het wrakingsverzoek afgewezen, en de behandeling van het kort geding werd gepland voor 25 juli 2017. Op de dag van de zitting diende verzoeker opnieuw een wrakingsverzoek in, wat leidde tot een schorsing van de behandeling tot 3 augustus 2017. Tijdens de zitting op 3 augustus 2017 werd het verzoek opnieuw beoordeeld. De wrakingskamer oordeelde dat de gronden voor wraking niet voldoende waren, en dat verzoeker het wrakingsinstrument misbruikte om de procedures te vertragen. De rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de gehele rechtbank en wees het verzoek tot wraking van mr. W.J.J. Los af. Tevens werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zou worden genomen.