In deze zaak vordert Unico Logistics B.V. de vernietiging van een arbitraal vonnis van 3 februari 2016, waarin haar vorderingen in een geschil met Neska Schiffahrts- und Speditionskontor GmbH zijn afgewezen. De procedure betreft een transportopdracht die door Neska aan Unico is verstrekt, waarbij de lading, koperkathodes, verloren is gegaan. Unico heeft in de arbitrageprocedure een bewijsaanbod gedaan, dat door de arbiters is gepasseerd. Unico stelt dat dit in strijd is met de beginselen van goede procesorde en het recht op hoor en wederhoor. De rechtbank oordeelt dat de vordering tot vernietiging tijdig is ingediend en dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De rechtbank stelt vast dat de arbiters voldoende gelegenheid hebben geboden voor bewijslevering en dat het passeren van het bewijsaanbod niet in strijd is met de openbare orde. De rechtbank wijst de vorderingen van Unico af en veroordeelt haar in de proceskosten van Neska.