Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Procedure
- de dagvaarding van 14 juli 2017, met bijlagen 1 tot en met 14,
- de brief van Luiten Van der Valk van 18 juli 2017, met conclusie van antwoord tevens de conclusie van eis in reconventie van 19 juli 2017 en de bijlagen 1 tot en met 20,
- de brief van De WERKplaats van 19 juli 2017, met bijlagen 15 en 16,
- de brieven van Luiten Van der Valk van 19 juli 2017, met bijlagen 21 tot en met 23,
- de mondelinge behandeling op 20 juli 2017,
- de pleitnota van De WERKplaats, met bijlagen 17 tot en met 20,
- de pleitnota van Luiten Van der Valk.
2.Feiten
nietvan toepassing op de service kosten.
3.Geschil
in conventie
- zal verbieden om na 24 uur na betekening van dit vonnis uitlatingen te doen waardoor bij derden de indruk wordt gewekt dat zij nog steeds contractspartij is;
- zal verplichten om na 24 uur na betekening van dit vonnis haar naamsaanduidingen en dergelijk te verwijderen en alle uitlatingen via sociale media te staken,
4.Beoordeling
targetis behaald.
targette halen. Daarvan is echter vooralsnog niet of onvoldoende gebleken. Integendeel, gelet op de plannen die in het voorjaar van 2017 zijn gemaakt ter voorbereiding van de verhuur is het aannemelijk dat verhuur voor langere duur is beoogd.
communityen het aanbieden van diensten. Zij benut daartoe onder het atrium als verbindend element.
targetste behalen. Bovendien behoort het tot de inspanningen van De WERKplaats om dat deel van het complex aantrekkelijk te maken en te houden voor nieuwe huurders. Voor die inspanningen zou zij geen beloning ontvangen indien het Luiten Van der Valk wordt toegestaan zonder tussenkomst van De WERKplaats oppervlak in dat deel te verhuren aan potentiële huurders voor wie dat deel van het complex aantrekkelijk is (geworden) en die zich om welke reden dan ook rechtstreeks tot Luiten Van der Valk wenden en niet tot De WERKplaats. Ook als het (mogelijk) gaat om potentiële huurders uit het netwerk van Luiten Van der Valk, daargelaten of dit definieerbaar of controleerbaar is, kan het (mede) aan de inspanningen en investeringen van De WERKplaats te danken zijn dat deze partijen in het deel van het complex willen huren waarin De WERKplaats haar businesscenterconcept uitvoert.
targetook rekening mag worden gehouden met verhuur die uiterlijk 30 juni 2017 is overeengekomen, maar op een tijdstip na 30 juni 2017 ingaat. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat dit niet het geval is, omdat het voor Luiten Van der Valk van belang is dat zij inkomsten uit verhuur ontvangt en de
targetdaarmee verband houdt. Luiten Van der Valk had op 30 juni 2017 nog geen inkomsten uit verhuur die pas op een later tijdstip zou aanvangen. Bovendien gaat het concept van De WERKplaats uit van kortdurende huur. Wanneer wel rekening zou worden gehouden met verhuur die na 30 juni 2017 aanvangt, zou dat kunnen leiden tot verstoring van het evenwicht in de verhouding tussen partijen. In dat geval zou immers wel verhuur meetellen die nog moet aanvangen en die nog niet tot inkomsten leidt, maar kortdurende verhuur die na 30 juni 2017 eindigt, niet buiten beschouwing worden gelaten.
targetheeft behaald. De overeenkomst is dus naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet op 30 juni 2017 geëindigd. Luiten Van der Valk is tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens De WERKplaats door eigenmachtig te beletten dat De WERKplaats na 30 juni 2017 haar activiteiten conform de overeenkomst kon uitvoeren.
op te zeggen na 1e 2e 3e jaar’). Volgens De WERKplaats is hiermee bedoeld dat telkens bij het behalen van een
targetde overeenkomst met een jaar zou worden verlengd, dus:
- bij verhuur van minder dan 1.000 m2: op te zeggen na het 1e jaar,
- bij verhuur van 1.000-1.800 m2: op te zeggen na het 2e jaar,
- bij verhuur van meer dan 1.800 m2: op te zeggen na het 3e jaar.
op te zeggen na’). De uitleg die Luiten Van der Valk in haar pleitnota heeft gegeven, past niet bij de formulering. De uitleg is ook niet goed te volgen, want in die uitleg zou geen betekenis meer toekomen aan het verhuurde oppervlak. Bovendien verdraagt de uitleg zich niet met de verklaring van R. Luiten dat de vergoeding is bedoeld om het succes dat De WERKplaats met haar activiteiten heeft behaald, te belonen in het geval Luiten Van der Valk de overeenkomst zou willen beëindigen. Ter zitting is verder vast komen te staan dat Luiten de toevoeging bij de tekst heeft geschreven. Luiten bleek, anders dan J. Petit, niet in staat een heldere uitleg van de toevoeging te geven. De uitleg van De WERKplaats is daarentegen duidelijk, passend bij de formulering en aannemelijk. Het ligt immers voor de hand dat partijen hebben beoogd de mogelijkheid van opzegging te beperken ingeval De WERKplaats haar
targetszou behalen, mede in het licht van haar belang om haar businesscenterconcept verder te ontwikkelen en daaraan publiciteit te geven, alsmede om haar de gelegenheid te geven haar investeringen terug te verdienen en een beloning voor haar inspanningen te verkrijgen.
816,00