In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 2 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer en de besloten vennootschap MOTEL STEIN B.V. De werknemer, die meer dan twee jaar arbeidsongeschikt is, vorderde een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet is opgezegd in strijd met goed werkgeverschap, en dat de werkgever gehouden is de arbeidsovereenkomst op te zeggen met toestemming van het UWV en de transitievergoeding te betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een opzegging van de arbeidsovereenkomst, en dat het dienstverband nog steeds voortduurt, zij het in de vorm van een slapend dienstverband. De vordering tot betaling van de eindafrekening werd eveneens afgewezen, omdat er geen verplichting bestaat om een eindafrekening te maken zolang het dienstverband voortduurt. De kantonrechter benadrukte dat het slapend laten voortbestaan van de arbeidsovereenkomst niet ongeoorloofd is en niet in strijd met goed werkgeverschap. De werknemer werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.