De kantonrechter overweegt als volgt.
[gedaagde partij] heeft de huur van zijn standplaats met nummer [nummer standplaats] opgezegd per 31 december 2015. Het was dan ook aan [gedaagde partij] om het gehuurde uiterlijk 31 december 2015 leeg en volledig ontruimd op te leveren (artikel 13.1 van de toepasselijke Recronvoorwaarden). Vast staat dat [gedaagde partij] dit niet heeft gedaan. Lid 2 van artikel 13 van die voorwaarden bepaalt vervolgens dat indien de recreant niet aan zijn ontruimingsverplichting voldoet, de ondernemer gerechtigd is, na schriftelijke sommatie en met inachtneming van een redelijke termijn, de plaats op kosten van de recreant te ontruimen. Vast staat dat ook dit niet is gebeurd. In beginsel heeft De Berckt BV dan ook geen recht op vergoeding van de met de ontruiming gemoeide (stallings)kosten. Nu die in deze procedure niet worden gevorderde behoeven deze geen nadere bespreking.
Nu [gedaagde partij] niet overeenkomstig lid 2 van artikel 13 van de Recronvoorwaarden in de gelegenheid is gesteld het huurde alsnog binnen een redelijke termijn te ontruimen, wordt [gedaagde partij] niet (vanzelfsprekend) geacht afstand te hebben gedaan van al hetgeen zich nog op de standplaats bevond. [gedaagde partij] claimt thans een bedrag van € 3.740,00 ter zake de restwaarde van de door De Berckt BV verwijderde caravan inclusief toebehoren/inboedel. De Berckt BV betwist dat de afgevoerde caravan met toebehoren van enige waarde waren.
Ter onderbouwing overlegt [gedaagde partij] een handgeschreven lijstje van de gestelde aanwezige spullen, met daarachter bedragen. Onduidelijk is waarop [gedaagde partij] deze bedragen heeft gebaseerd. [gedaagde partij] overlegt ook geen foto’s, om zo enig beeld te schetsen van zijn gewezen eigendommen.
Het lag op de weg van [gedaagde partij] om zijn vordering met voldoende concrete feiten te onderbouwen. De opnamebewijzen van 7 juni 2006 zeggen niets concreets over de waarde van de caravan per 31 december 2015; bijna tien jaar later. Voor zover hieruit al een aankoopbedrag van € 5.000,00 zou kunnen worden afgeleid, dan nog is niet duidelijk waar die € 5.000,00 voor betaald is; enkel voor de caravan, voor de caravan met inboedel, voor de caravan met tuinhuisje (wat daar verder ook van zij), etc. Gesteld noch gebleken is hoeveel een caravan als de onderhavige per jaar afschrijft. [gedaagde partij] heeft zijn standpunt algemeen geformuleerd zonder concrete details als, merk, type, nieuwprijs, bouwjaar. Hetzelfde geldt voor de toebehoren waarvoor [gedaagde partij] ook een schadevergoeding vordert. De kantonrechter kan dan ook niet vaststellen dat de aan [gedaagde partij] toebehorende spullen die door De Berckt BV zijn afgevoerd en vernietigd van enige waarde waren en zo ja, van welke waarde. Hetgeen [gedaagde partij] aanvoert is daartoe onvoldoende.