Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 101,05
- griffierecht 117,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 26 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Menzis Zorgverzekeraar N.V., gevestigd te Wageningen, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van een openstaande zorgpremie van € 122,19, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde partij voerde verweer en stelde dat de premie over de maand september 2016 was betaald, onderbouwd met een overzicht van bankafschrijvingen. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de gedaagde partij geen bewijs heeft geleverd dat de premie voor september 2016 daadwerkelijk was betaald. De kantonrechter oordeelde dat de door gedaagde overgelegde bankafschrijvingen niet compleet waren en dat storneringen niet zichtbaar waren op het door gedaagde ingediende overzicht. Hierdoor werd de vordering van de eisende partij toegewezen, met een veroordeling tot betaling van € 73,79, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 27 maart 2017. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die op € 278,05 werden begroot. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.