In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 26 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Russische handelsmaatschappij Unitron-Center LLC en de Nederlandse vennootschap Cooler Master Europe B.V. Unitron vorderde ontbinding van een koopovereenkomst en terugbetaling van reeds betaalde bedragen, omdat Cooler Master niet had voldaan aan haar leveringsverplichting. De rechtbank oordeelde dat Unitron gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden, omdat Cooler Master tekort was geschoten in de nakoming van de leveringsverplichting. De rechtbank stelde vast dat Unitron een bedrag van USD 240.790,-- had betaald, maar dat de bestelde goederen niet waren geleverd. Cooler Master had als verweer aangevoerd dat Unitron niet volledig had voldaan aan haar betalingsverplichtingen, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank oordeelde dat de leveringsverplichting van Cooler Master was ontstaan na de eerste vooruitbetaling van 30% door Unitron. De rechtbank concludeerde dat de overeenkomst op 29 september 2015 buitengerechtelijk was ontbonden en dat Cooler Master verplicht was tot terugbetaling van het betaalde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd Cooler Master veroordeeld in de proceskosten van Unitron. De vordering van Cooler Master in reconventie werd afgewezen, omdat de rechtbank onvoldoende bewijs zag voor de verschuldigdheid van een marketingvergoeding aan Cooler Master.