ECLI:NL:RBLIM:2017:6907

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 juli 2017
Publicatiedatum
17 juli 2017
Zaaknummer
03 5701999 CV EXPL 17-1255
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen in conventie en reconventie wegens onvoldoende onderbouwing

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 19 juli 2017, zijn er vorderingen in zowel conventie als reconventie. De eiser in conventie, Direct Pay Services B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in reconventie ook een vordering heeft ingediend. Direct Pay Services vordert betaling van € 1.439,38, vermeerderd met rente en kosten, op basis van overeenkomsten die op 2 januari 2016 zijn afgesloten. De gedaagde heeft verweer gevoerd en vordert in reconventie dat de overeenkomsten nietig of vernietigbaar zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat zowel de vordering van Direct Pay Services als die van de gedaagde onvoldoende onderbouwd zijn. Direct Pay Services heeft niet adequaat aangetoond dat de vordering gebaseerd is op de juiste overeenkomsten, en de gedaagde heeft zijn vordering niet voldoende onderbouwd met betrekking tot de nietigheid of vernietigbaarheid van de overeenkomsten.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter beide vorderingen afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. R.A.J. van Leeuwen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5701999 \ CV EXPL 17-1255
Vonnis van de kantonrechter van 19 juli 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DIRECT PAY SERVICES B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde Webcasso B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres gedaagde]
,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. E.W.M. ter Meulen-Mouwen.
Partijen zullen hierna Direct Pay Services en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil in conventie en in reconventie

2.1.
Direct Pay Services vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.439,38, vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in reconventie.
2.2.
[gedaagde] vordert – samengevat – dat de kantonrechter zal bepalen dat de overeenkomsten van 2 januari 2016 nietig dan wel vernietigbaar zijn met veroordeling van Direct Pay Services in de kosten en voert verweer tegen de vordering in conventie.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling in conventie en in reconventie

in conventie
3.1.
Direct Pay Services vordert op grond van op 2 januari 2016 afgesloten overeenkomsten, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 1.439,38. [gedaagde] voert diverse verweren tegen de vordering.
3.2.
Bij dagvaarding wordt een overeenkomst van 6 november 2015 overgelegd, welke kennelijk betrekking heeft op nr. [telefoonnummer 1] . De kantonrechter stelt vast dat Direct Pay Services bij repliek een tweede overeenkomst gedateerd 2 januari 2016 in geding brengt, welke kennelijk betrekking heeft op nr. [telefoonnummer 2] . Direct Pay Services spreekt over meerdere telefoontoestellen en telefoonnummers. Direct Pay Services stelt verder onder 12. in de conclusie van repliek in conventie dat zij haar vordering zoals verwoord in de dagvaarding handhaaft. De kantonrechter is van oordeel dat nu Direct Pay Services nalaat haar vordering te herformuleren de vordering zoals die bij dagvaarding is omschreven volstrekt onvoldoende is onderbouwd. De vordering wordt immers gegrond op een op 2 januari 2016 afgesloten overeenkomst terwijl de productie waarnaar wordt verwezen een overeenkomst van 6 november 2015 betreft. Daarnaast hebben enkele van de overgelegde facturen waarvan betaling wordt gevorderd betrekking op een andere overeenkomst dan de overeenkomst waarnaar in de dagvaarding wordt verwezen. Van Direct Pay Services mag als professionele organisatie worden verwacht dat zij haar vordering deugdelijk onderbouwd. Nu dat niet althans onvoldoende is gebeurd zal afwijzing van de vordering moeten volgen.
in reconventie
3.3.
[gedaagde] vordert nietig verklaring dan wel vernietiging van de overeenkomsten van 2 januari 2016 en stelt dat de overeenkomsten van 2 januari 2016 ontbreken. Direct Pay Services stelt dat de overeenkomsten nietig noch vernietigbaar zijn.
3.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] zijn vordering volstrekt onvoldoende onderbouwt. De mededeling dat de overeenkomsten ontbreken en de verwijzing naar een bij de conclusie overgelegde overeenkomst van 11 juni 2015, terwijl als productie een overeenkomst van 6 november 2015 in geding wordt gebracht kunnen toch bezwaarlijk als grondslag voor het gevorderde worden aangemerkt. Ook voor [gedaagde] geldt dat hij zijn vordering deugdelijk dient te onderbouwen. De vordering van [gedaagde] wordt daarom als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
in conventie en in reconventie
3.5.
Nu partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld worden de kosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
4.1.
wijst de vordering van Direct Pay Services af,
in reconventie
4.2.
wijst de vordering van [gedaagde] af,
in conventie en in reconventie
4.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken.
type: HM
coll: