Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
hosereel-products.comen ‘ondertekend’ met hun naam waar
referral agreement(productie 3 van Consulting ME), waarin zij zichzelf aanduidt als
referring partydie recht heeft op een
fee, volgt niet dat HRP met dat concept voor een overeenkomst instemde, laat staan met een loon als percentage van de met CCTC overeen te komen koopprijs. Instemming met het in de concept- overeenkomst genoemde loon van 8% van de koopprijs en verlaging daarvan op verzoek van HRP tot 6%, blijkt helemaal nergens uit.
fixerverricht en heeft [bestuurder Consulting ME] [bestuurder HRP] enigszins wegwijs gemaakt in een voor hem onbekend deel van de wereld. Dat HRP daartoe voor haar rekening opdracht heeft gegeven, is onvoldoende specifiek gesteld. Aan het oordeel dat HRP hiervoor loon verschuldigd zou zijn, staat ook in de weg hetgeen hierna onder 3.5 nog zal worden overwogen en beslist. Stelling (5) kan, ook indien juist, niet leiden tot toewijzing van enig onderdeel van de vordering. De vordering heeft immers als grondslag dat partijen een overeenkomst van opdracht hebben gesloten ter zake het sluiten van een overeenkomst tussen HRP en CCTC of andere diensten in dat kader, niet in het kader van mogelijke overeenkomsten met heel andere partijen. Dat HRP heeft voorgesteld visitekaartjes van haar bedrijf voor [bestuurder Consulting ME] te laten drukken, moet kennelijk ook in dit (in deze zaak niet relevante) andere kader worden gezien.