ECLI:NL:RBLIM:2017:638
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 januari 2017 een beschikking gegeven over de vervangende toestemming voor het indienen van een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige. De zaak betreft een geschil tussen de ouders van de minderjarige, waarbij de moeder verzocht om toestemming om de achternaam van de minderjarige te wijzigen in die van haarzelf. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in zijn rapportage geadviseerd om het verzoek van de moeder toe te wijzen, waarbij werd gesteld dat de wens van de minderjarige om haar achternaam te wijzigen bestendig is en dat dit in haar belang zou zijn. De rechtbank heeft de zorgen van de vader over de ontwikkeling van de minderjarige en de rol van de moeder in deze situatie meegewogen, maar kwam tot de conclusie dat de negatieve associaties van de minderjarige met de achternaam van de vader haar ontwikkeling belemmeren. De rechtbank oordeelde dat de achternaamswijziging de minderjarige de rust zou geven die zij nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. De rechtbank verleende daarom vervangende toestemming aan de moeder om het verzoek tot naamswijziging in te dienen bij het Ministerie van Justitie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.