ECLI:NL:RBLIM:2017:6291

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 juli 2017
Publicatiedatum
3 juli 2017
Zaaknummer
5571014
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van een bestuurder van een rechtspersoon voor schade als gevolg van hennepteelt

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 5 juli 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Enexis B.V. en een gedaagde partij, die als bestuurder van de rechtspersoon 5vijf B.V. wordt aangesproken voor schade die is ontstaan door illegale hennepteelt. De procedure is gestart met een dagvaarding op 24 november 2016, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 10 december 2014 werd op een bepaald adres een hennepkwekerij aangetroffen. De huurovereenkomst voor het pand was ondertekend door de gedaagde partij in zijn hoedanigheid als bestuurder van 5vijf B.V. De elektriciteitsaansluiting stond op naam van deze B.V., waarvan de gedaagde partij ook bestuurder was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij op het moment van de ontdekking van de hennepkwekerij nog steeds bestuurder was van de Stichting 5Vijf, die de enige aandeelhouder van 5vijf B.V. was. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij aansprakelijk kon worden gehouden voor de schade die Enexis had geleden als gevolg van de illegale hennepteelt, en dat de vordering van Enexis tot betaling van € 4.400,72, vermeerderd met wettelijke rente, toewijsbaar was. De gedaagde partij werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 961,53 werden begroot. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.W. Rijksen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5571014 \ CV EXPL 16-11621
Vonnis van de kantonrechter van 5 juli 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ENEXIS B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
eisende partij,
gemachtigde mr. B. Sommen,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. M.N. van Geenen.
Partijen worden hierna verder Enexis en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 november 2016,
  • de conclusie van antwoord,
  • de conclusie van repliek,
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 10 december 2014 is op het adres [adres/plaats] een in gebruik zijnde hennepkwekerij aangetroffen.
2.2.
Met betrekking tot voormeld pand is eind september 2014 een huurovereenkomst gesloten tussen de verhuurder en 5vijf B.V., waarbij 5vijf B.V. het pand met ingang van 1 oktober 2014 heeft gehuurd. De huurovereenkomst is door [gedaagde partij] in zijn hoedanigheid van bestuurder op 25 september 2014 ondertekend.
2.3.
De elektriciteitsaansluiting met betrekking tot voormeld pand stond op naam van 5vijf B.V. Ten tijde van de ontdekking van de kwekerij was Stichting 5Vijf enig aandeelhouder en bestuurder van 5vijf B.V. Bestuurder van de Stichting 5Vijf was destijds [gedaagde partij] . De inschrijving van 5vijf B.V. bij de Kamer van Koophandel is op 27 mei 2016 doorgehaald.
2.4.
[gedaagde partij] is bij op tegenspraak gewezen vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie Eindhoven, van 9 september 2016 ter zake van de onderhavige hennepkwe(e)k(erij) strafrechtelijk veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uur.

3.Het geschil

3.1.
Enexis vordert - samengevat - hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot betaling van € 4.400,72, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2014, met veroordelingen. De kantonrechter begrijpt de vordering van Enexis aldus dat alleen de veroordeling van [gedaagde partij] wordt gevorderd, nu de vordering tegen alleen [gedaagde partij] als gedaagde partij is ingesteld.
3.2.
[gedaagde partij] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde partij] stelt zich ter afwering van de vordering - kort gezegd - op het standpunt dat hij vanaf 1 november 2014 geen bestuurder meer is, zodat hij vanaf die datum niet meer verantwoordelijk gehouden kan worden voor eventuele tekortkomingen van de 5vijf B.V. en/of de Stichting 5Vijf. Ter onderbouwing daarvan heeft [gedaagde partij] de notulen van de buitengewone algemene vergadering van de Stichting 5Vijf van 1 november 2014 overgelegd en voorts een aantal van en aan de Kamer van Koophandel toegezonden stukken.
Tegen de berekeningswijze van die schade en de daarbij door Enexis gehanteerde uitgangspunten is door [gedaagde partij] geen verweer gevoerd.
4.2.
De kantonrechter acht in de nadere en uitvoerig gemotiveerde stellingname van Enexis bij conclusie van repliek voldoende weerlegging gelegen van het door [gedaagde partij] - ook bij conclusie van dupliek - gevoerde verweer. De kantonrechter neemt die stellingname en de onderbouwing daarvan dan ook over en maakt die tot de zijne. Met name waar de verklaring van [gedaagde partij] , zoals afgelegd en opgenomen in het ambtsedige proces-verbaal van de politie d.d. 13 januari 2015, geheel afwijkt van en tegenstrijdig is met zijn in deze procedure ingenomen standpunten, blijkt voorts uit de door Enexis nader overgelegde stukken van de Kamer van Koophandel met betrekking de historische gegeven van de Stichting 5Vijf dat [gedaagde partij] in strijd met de in deze procedure ingenomen stellingen eerst uit functie is getreden bij die stichting per 26 januari 2016. Dit is bovendien geheel in strijd met de hiervoor onder 4.1 vermelde notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Stichting 5Vijf, waarbij ene [X] met ingang van 1 november 2014 bestuurder is geworden. Een en ander maakt het verweer van [gedaagde partij] dan ook niet dan wel onvoldoende geloofwaardig.
4.3.
De kantonrechter gaat er dan ook van uit dat [gedaagde partij] ten tijde van de ontdekking van de hennepkwekerij op 10 december 2014 nog steeds bestuurder was van de Stichting 5Vijf en in die zin dat ook (indirect) aansprakelijk gehouden kan worden voor de juiste nakoming van de verplichtingen van de energieovereenkomst tussen Enexis en 5vijf B.V., van welke B.V. de Stichting 5Vijf enig bestuurder en aandeelhouder was.
4.4.
In dit verband acht de kantonrechter voorts van belang dat [gedaagde partij] bij op tegenspraak gewezen vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant op 9 september 2016 ter zake van de onderhavige hennepteelt is veroordeeld en feit van algemene bekendheid is dat bij illegale hennepteelt, die een bovennormaal verbruik van elektriciteit meebrengt, ook illegaal elektriciteit pleegt te worden afgenomen. Het vorenstaande leidt tot de conclusie [gedaagde partij] in zijn hoedanigheid van bestuurder van de Stichting 5Vijf aansprakelijk gehouden kan worden voor een juiste nakoming van de verplichtingen uit de tussen Enexis en 5vijf B.V. gesloten huurovereenkomst en dat de tegen [gedaagde partij] ingestelde vordering dient te worden toegewezen.
4.5.
De kantonrechter acht ook geen termen aanwezig [gedaagde partij] toe te laten tot bewijslevering van zijn stellingen.
4.6.
[gedaagde partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Enexis worden begroot op:
  • dagvaarding € 90,53
  • griffierecht 471,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 961,53.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Enexis te betalen een bedrag van € 4.400,72, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2014 tot aan de voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten aan de zijde van Enexis gevallen en tot op heden begroot op € 961,53,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: TC
coll: sm