ECLI:NL:RBLIM:2017:6177

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 juni 2017
Publicatiedatum
28 juni 2017
Zaaknummer
6045746 CV EXPL 17-4922
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil tussen Brand Bierbrouwerij B.V. en gedaagde over huurachterstand en ontruiming

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 27 juni 2017, is een kort geding aan de orde tussen de besloten vennootschap Brand Bierbrouwerij B.V., gevestigd te Wijlre, en een gedaagde partij. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. J.A.M.G. Vogels, heeft vorderingen ingesteld tegen de gedaagde, die in persoon is verschenen. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 juni 2017 is gebleken dat de gedaagde partij een huurachterstand had en dat er een regeling getroffen moest worden om deze achterstand in te lopen.

De partijen hebben tijdens de zitting een regeling getroffen waarbij de gedaagde met onmiddellijke ingang tapbier zal afnemen van Brand en de huurachterstand zal inlopen. De gedaagde is verplicht om de huurpenningen tijdig te voldoen, met uitzondering van juli 2017, waarvoor een specifieke betalingstermijn is vastgesteld. Daarnaast is er een geldlening omgezet in een rentedragende lening, met maandelijkse aflossingen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Brand als niet weersproken toewijsbaar is. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten en tot ontruiming van het gehuurde pand binnen twee dagen na betekening van het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P. Hoekstra.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6045746 CV EXPL 17-4922
MD
Vonnis van de kantonrechter in kort geding van 27 juni 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
brand bierbrouwerij B.V.,
gevestigd te Wijlre,
eisende partij,
gemachtigde mr. J.A.M.G. Vogels,
tegen:
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] , aan het [adres 1] ,
gedaagde partij,
in persoon verschenen.
Partijen zullen hierna Brand en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding met producties;
- de mondelinge behandeling d.d. 26 juni 2017.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Brand de vorderingen tegen de vennootschap onder firma [naam VOF] V.O.F. en [naam] (die aanvankelijk ook waren gedagvaard) ingetrokken. Daarom is in de kop van dit vonnis alléén nog maar [gedaagde] als gedaagde partij vermeld.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Ter zitting delen Brand en [gedaagde] mee dat zij de navolgende regeling hebben getroffen:
1. [gedaagde] zal met onmiddellijke ingang, bij de vestiging van Brand in Heerlen, weer tapbier gaan afnemen.
2. Leveranties vinden plaats op rekening, met een betalingstermijn van zeven dagen.
3. De huurachterstand is inmiddels ingelopen. [gedaagde] zal vanaf heden vóór de eerste van iedere maand de huurpenningen aan Brand voldoen, met uitzondering van juli 2017. De huurpenningen over juli 2017 dienen uiterlijk 15 juli 2017 te worden voldaan.
4. De huidige geldlening wordt omgezet in een rentedragende lening van in totaal
€ 12.000,--. Maandelijks wordt een bedrag van € 243,32 door [gedaagde] afgelost, te voldoen vóór de eerste van iedere maand.
5. Zolang [gedaagde] de hiervoor onder 1 tot en met 4 genoemde verplichtingen nakomt zal Brand dit vonnis niet executeren.
2.2.
Het vorenstaande brengt mee dat vordering I. als niet weersproken toewijsbaar is. Op de vorderingen II. b en c behoeft niet meer te worden beslist. Vordering II. a zal op hierna te bepalen wijze worden toegewezen.
2.3.
[gedaagde] dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Brand, tot op heden begroot op:
- exploot van dagvaarding: € 106,74
- griffierecht: € 939,00
- salaris gemachtigde: €
400,00
Totaal: € 1.445,74.
2.4.
De vordering om [gedaagde] te veroordelen in de kosten van een eventuele gerechtelijke ontruiming zullen worden afgewezen. Deze kosten zijn slechts toewijsbaar als zij in redelijkheid zijn gemaakt en dat valt op voorhand niet te beoordelen. Deze kosten kunnen ook niet onder nakosten worden geschaard (in welk geval kosten wel kunnen worden toegewezen, ook als ze niet vooraf kunnen worden begroot).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om het gehuurde, staande en gelegen aan de [adres 2] te [vestigingsplaats] binnen twee dagen na betekening van dit vonnis met al de zijnen en al het zijne, met uitzondering van de bedrijfsinventaris, de voorraad en de bruikleengoederen als omschreven in punt 14. van het lichaam van de dagvaarding, te ontruimen en onder afgifte der sleutels ter vrije beschikking van Brand te stellen, met inachtneming van hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 2.1. over het niet executeren van dit vonnis is overwogen;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om tegen bewijs van kwijting aan Brand te betalen een vergoeding van € 1.398,82 inclusief btw per maand voor iedere ingegane maand vanaf het moment dat de huurovereenkomst tussen partijen is geëindigd tot het moment dat [gedaagde] het gehuurde heeft ontruimd;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van Brand, tot op heden begroot op € 1.445,74;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Hoekstra en is in het openbaar uitgesproken.