Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure in conventie en in reconventie
2.De feiten in conventie en in reconventie
€ 8.671,88 over te maken op de bankrekening van mevrouw [X] op grond van door [gedaagde partij] ten onrechte in rekening gebrachte vergoedingen voor de bewindvoering en mentorschap.
3.Het geschil in conventie en in reconventie
19 augustus 2016 tot de dag der voldoening, met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
€ 60,00 door Stichting Beheer Cliëntgelden Pergamijn in rekening zijn gebracht. Over de jaren 2008 en 2010 heeft SBZ geen stukken overgelegd. [gedaagde partij] heeft niet betwist dat de betaalde administratiekosten aan Stichting Beheer Cliëntgelden Pergamijn voor rekening van [gedaagde partij] komen omdat de door die stichting verrichte werkzaamheden door [gedaagde partij] als bewindvoerder zelf verricht hadden moeten. Dit deel van de vordering zal derhalve eveneens aan SBZ worden toegewezen, echter tot een bedrag van € 148,00.
- dagvaarding € 94,08
- griffierecht 79,00
- salaris gemachtigde