ECLI:NL:RBLIM:2017:6090

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 juni 2017
Publicatiedatum
27 juni 2017
Zaaknummer
04 5643311 CV 17-430
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uitbetaling transitievergoeding en overuren in arbeidsovereenkomst

In deze zaak vordert de eiser, die van 1 mei 2011 tot 1 juni 2016 in dienst was bij Bikkel Bikes B.V. als Salesmanager/Logistiek medewerker, betaling van een transitievergoeding en overuren. De eiser stelt dat hij niet de volledige transitievergoeding heeft ontvangen en vordert daarnaast betaling van niet-betaalde overuren en seniorenuren. Bikkel Bikes heeft het dienstverband opgezegd met toestemming van het UWV en heeft een bedrag van € 2.629,00 aan transitievergoeding betaald, maar de eiser stelt dat dit bedrag te laag is. De kantonrechter oordeelt dat de eiser niet-ontvankelijk is in zijn vordering tot betaling van de transitievergoeding, omdat deze vordering niet tijdig is ingediend. De kantonrechter stelt vast dat de eiser zijn vordering tot betaling van overuren wel heeft onderbouwd en kent hem een bedrag van € 4.704,75 toe. De vordering tot betaling van seniorenuren wordt afgewezen, omdat de eiser niet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van deze uren heeft voldaan. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5643311 \ CV EXPL 17-430
Vonnis van de kantonrechter van 28 juni 2017
in de zaak van:
[eisende partij],
wonend [adres eisende partij] ,
[woonplaats eisende partij] ,
eisende partij,
gemachtigde ARAG SE,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIKKEL BIKES B.V.,
gevestigd te Nederweert,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen worden hierna [eisende partij] en Bikkel Bikes genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] is van 1 mei 2011 tot 1 juni 2016 in dienst geweest van Bikkel Bikes in de functie van Salesmanager/Logistiek medewerker. Het laatstgenoten salaris van [eisende partij] bedroeg € 2.839,00 bruto per maand inclusief vakantiegeld.
2.2.
In artikel 5 (Vakantiedagen) van de arbeidsovereenkomst is onder meer het volgende bepaald:
“1. De werknemer heeft recht op 26,5 vakantiedagen (25 dagen + 12 uur ivm 50 jaar of ouder) per volledig gewerkt kalenderjaar. (…)
2. Oudere werknemers hebben conform CAO recht op extra vakantiedagen. (…)”
2.3.
In artikel 7 (Werktijden en overwerk) van de arbeidsovereenkomst is onder meer het volgende bepaald:
“(…) Werknemer wordt geacht in voorkomende gevallen en binnen redelijke grenzen, op verzoek van Werkgever, overwerk te verrichten. Overwerk wordt geacht inherent te zijn aan de werkzaamheden van een sales manager, tenzij dit overwerk de grenzen van de redelijkheid en billijkheid overschrijdt. Werk in het weekend dan wel op zon- en feestdagen wordt gewaardeerd middels 8 uur Tijd voor Tijd opbouw bij een volledig gewerkte dag en uitbetaling van 4 extra uren, mits behoorlijk verantwoord. De Werknemer heeft deels een commerciële buitenfunctie, reistijden vallen enkel onder overwerk als ze het redelijke overschrijden. De werknemer dient telkens voor de tweede helft van de maand zijn urenverantwoording van de voorafgaande maand in te dienen.”
2.4.
In artikel 13 van de arbeidsovereenkomst is het volgende bepaald:
“Op deze overeenkomst is de CAO voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf van toepassing zoals die nu luidt en in de toekomst zal komen te luiden. (…)”.
2.5.
Bikkel Bikes heeft het dienstverband na verkregen toestemming van het UWV van 1 april 2016 opgezegd met ingang van 1 juni 2016.
2.6.
Bikkel Bikes heeft een bedrag van € 2.629,00 bruto aan transitievergoeding uitbetaald. Bij de berekening van de transitievergoeding is Bikkel Bikes uitgegaan van de toepasselijkheid van de overbruggingsregeling voor kleine bedrijven. Bikkel Bikes heeft tijdens de procedure bij het UWV geen beroep gedaan op de overbruggingsregeling.

3.Het geschil

3.1.
[eisende partij] vordert - samengevat - veroordeling van Bikkel Bikes tot betaling van:
  • € 2.103,00 bruto wegens niet betaalde transitievergoeding,
  • € 5.270,00 bruto aan niet betaalde overuren/omgezet in verlof,
  • € 1.149,84 bruto aan niet betaalde seniorenuren,
  • € 969,00 incl. btw aan buitengerechtelijke incassokosten,
  • de wettelijke rente over de hiervoor gevorderde bedragen,
  • kosten en nakosten.
3.2.
Bikkel Bikes voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Transitievergoeding
4.1.
[eisende partij] stelt zich in de eerste plaats op het standpunt dat Bikkel Bikes niet de volledige transitievergoeding aan hem heeft uitbetaald. Er is slechts een bedrag van
€ 2.629,00 bruto betaald terwijl dit € 4.732,00 bruto had moeten zijn.
[eisende partij] vordert daarom het te weinig betaalde bedrag van € 2.103,00 bruto.
Bikkel Bikes heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat [eisende partij] ten aanzien van de gevorderde (restant)transitievergoeding niet ontvankelijk dient te worden verklaard.
Een verzoek of vordering tot uitbetaling van de transitievergoeding moet namelijk door middel van een verzoekschrift aanhangig worden gemaakt en bovendien worden ingediend binnen drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Nu het dienstverband is geëindigd op 1 juni 2016 is de vervaltermijn verstreken op 1 september 2016 terwijl de dagvaarding is uitgebracht op 5 januari 2017.
4.2.
De kantonrechter overweegt het volgende.
Ingevolge artikel 7:686a lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) worden alle procedures die zijn gebaseerd op de bepalingen van afdeling 9 ingeleid bij verzoekschrift.
De transitievergoeding is geregeld in artikel 7:673 BW en is ondergebracht in afdeling 9.
[eisende partij] had zijn vordering dus middels een verzoekschriftprocedure aanhangig moeten maken. Voor verwijzing naar de verzoekschriftprocedure acht de kantonrechter geen plaats, nu in artikel 7:686a lid 4 sub b BW is bepaald dat het verzoek op grond van artikel 7:673 BW moet worden ingediend binnen drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. De arbeidsovereenkomst is geëindigd op 1 juni 2016, zodat de mogelijkheid om het verzoekschrift in te dienen is verstreken op 1 september 2016.
De dagvaarding is pas uitgebracht op 5 januari 2017, dus na het verstrijken van de vervaltermijn. De omstandigheid dat [eisende partij] pas op 3 oktober 2016 door tussenkomst van zijn gemachtigde de salarisspecificaties ontving, vormt geen reden om niet-ontvankelijkheid achterwege te laten. Bovendien, ook al zou de termijn pas zijn gaan lopen op het moment dat [eisende partij] de salarisspecificaties had ontvangen, was deze geëindigd op 3 januari 2017, en ook in dat geval was [eisende partij] dus te laat met het uitbrengen van de dagvaarding op 5 januari 2017. [eisende partij] zal ten aanzien van de gevorderde transitievergoeding dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
Overuren
4.3.
[eisende partij] vordert betaling van een bedrag van € 5.270,00 bruto aan overuren, opgebouwd tijdens werk in het weekend op beurzen.
Hij baseert deze vordering op artikel 7 van de arbeidsovereenkomst en de CAO.
Bikkel Bikes stelt zich op het standpunt dat zij de overuren heeft uitbetaald conform de notities die zij zelf in haar agenda maakte. Tijdens het dienstverband heeft zij, ondanks herhaaldelijk verzoek, nooit urenverantwoordingen van [eisende partij] ontvangen.
Het lijstje van [eisende partij] met overuren heeft Bikkel Bikes voor het eerst op 8 september 2016 gezien, derhalve drie maanden na beëindiging van het dienstverband. Dit lijstje heeft zij nooit erkend. [eisende partij] heeft volgens Bikkel Bikes dan ook niet voldaan aan de voorwaarden voor uitbetaling van overuren.
4.4.
De kantonrechter overweegt dat uit artikel 7 lid 2 van de arbeidsovereenkomst volgt dat werk in het weekend wordt gewaardeerd middels 8 uur tijd voor tijd opbouw bij een volledig gewerkte dag en uitbetaling van 4 extra uren, mits behoorlijk verantwoord.
De werknemer moet telkens vóór de tweede helft van de maand zijn urenverantwoording van de voorafgaande maand indienen.
De kantonrechter stelt vast dat [eisende partij] niet betwist dat hij gedurende het dienstverband nooit een urenverantwoording heeft ingediend. Hij betwist evenmin dat Bikkel Bikes hem regelmatig heeft verzocht een urenverantwoording in te dienen en dat hij pas voor het eerst - bij brief van zijn gemachtigde van 8 september 2016 - een lijstje met overuren aan Bikkel Bikes heeft verstrekt. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eisende partij] zijn recht op uitbetaling van overuren echter niet verwerkt, ondanks dat hij zich niet aan de indieningstermijn uit artikel 7 van de arbeidsovereenkomst heeft gehouden. Voor rechtsverwerking is immers vereist de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan hetzij bij de schuldenaar het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de schuldeiser zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken, hetzij de positie van de schuldenaar onredelijk zou worden benadeeld of verzwaard in geval de schuldeiser zijn aanspraak alsnog geldend zou maken. Van deze bijzondere omstandigheden is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken.
4.5.
Als niet dan wel onvoldoende weersproken staat vast dat Bikkel Bikes in februari 2015, april 2015, juli 2015 en oktober 2015 overuren aan [eisende partij] heeft uitbetaald. Het betreft in totaal 24 overuren. Na aftrek van deze uren bedraagt de vordering van [eisende partij] nog 196,5 uren maal 1,5 maal € 15,97 is € 4.704,75 bruto. Van productie 3 bij de dagvaarding maakt deel uit een eigen overzicht van [eisende partij] waarop hij heeft vermeld hoeveel overuren hij waar en wanneer heeft gewerkt. Bikkel Bikes heeft niet gesteld dat de door [eisende partij] opgevoerde uren niet zijn gewerkt en dat hij de beurzen die in het overzicht zijn vermeld, niet zou hebben bezocht. Bij gebreke van een deugdelijke inhoudelijke betwisting van de overuren, zal de vordering van [eisende partij] dan ook worden toegewezen, en wel tot een bedrag van
€ 4.704,75 bruto.
Seniorenuren
4.6.
[eisende partij] vordert betaling van 72 seniorenuren. Deze vordering baseert hij op artikel 5 van de arbeidsovereenkomst en artikel 51 van de CAO. De seniorenuren hebben een waarde van 72 maal € 15,97 is € 1.149,84. [eisende partij] betwist dat de seniorenuren zouden zijn vervallen, opgenomen of uitgekeerd. De uren vervallen niet als ze niet zijn opgenomen. In artikel 51 lid 4 van de CAO is volgens [eisende partij] het volgende bepaald:
De in dit artikel genoemde extra vakantie-uren worden door de werknemer naar eigen keuze opgenomen binnen 1 jaar na toekenning. Indien de werknemer deze vakantie-uren niet heeft opgenomen, krijgt de werkgever het recht deze vakantie-uren in te roosteren of uit te betalen, tenzij de werkgever een aanvraag tot opname van deze vakantie-uren heeft afgewezen. In dat geval blijven deze vakantie-uren ter beschikking van de werknemer.
4.7.
Bikkel Bikes stelt dat uit artikel 51 lid 4 van de CAO kleinmetaal volgt dat de seniorenuren door de werknemer naar eigen keuze worden opgenomen binnen 1 jaar na toekenning. Dit betekent dat [eisende partij] van het jaar 2015 nog 24 uur heeft meegenomen naar 2016. Bikkel Bikes heeft deze uren ook uitbetaald bij de eindafrekening.
Bij dupliek voert Bikkel Bikes nog aan dat [eisende partij] over het jaar 2016 geen seniorenuren heeft opgebouwd omdat hij daarvoor minstens 6 maanden in dienst moet zijn conform artikel 51 lid 1 sub a cao kleinmetaal.
4.8.
De kantonrechter stelt voorop dat uit artikel 13 van de arbeidsovereenkomst volgt dat de CAO voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf op de arbeidsovereenkomst van toepassing is. Beide partijen gaan echter uit van de toepasselijkheid van de CAO kleinmetaal/metaalbewerkingsbedrijf en zijn het erover eens dat [eisende partij] ingevolge die cao recht heeft op 24 seniorenuren per jaar (12 seniorenuren per halfjaar).
Uit artikel 51 lid 1 sub a CAO kleinmetaal volgt dat enkel werknemers die op 30 juni respectievelijk 31 december van het lopende jaar ten minste zes maanden onafgebroken in dienst van de werkgever zijn, extra vakantierechten - de zogenaamde seniorenuren - verwerven. Nu aan het dienstverband van [eisende partij] op 1 juni 2016 een einde is gekomen, kwam hij in 2016 niet in aanmerking voor seniorenuren. De gevorderde seniorenuren over 2016 zullen daarom worden afgewezen.
Bikkel Bikes heeft in haar conclusie van antwoord toegelicht dat zij in 2016 bij de verwerking en uitbetaling van vakantiedagen rekening heeft gehouden met 24 seniorenuren die [eisende partij] heeft meegenomen uit 2015. Deze toelichting heeft [eisende partij] vervolgens niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist. Ook ten aanzien van 2015 zullen de gevorderde seniorenuren worden afgewezen.
Er resteren vervolgens nog 24 seniorenuren waarvan [eisende partij] betaling vordert. Deze uren zijn in het geheel niet door [eisende partij] onderbouwd, zodat zij, gelet op de betwisting van Bikkel Bikes, evenmin toewijsbaar.
4.9.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig partijen toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.10.
Nu partijen over en weer in het gelijk c.q. ongelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.11.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart [eisende partij] in zijn vordering tot betaling van de transitievergoeding niet ontvankelijk,
5.2.
veroordeelt Bikkel Bikes om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 4.704,75 bruto aan niet-betaalde overuren, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2017 tot aan de voldoening,
5.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: em
coll: