In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en [X] Adviesgroep B.V. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. R. Meijers, vorderde dat [X] haar met terugwerkende kracht zou aanmelden voor deelname aan de pensioenregeling, na het ondertekenen van een afstandsverklaring. De eiseres stelde dat zij onder druk was gezet om deze verklaring te ondertekenen en dat [X] haar niet had geïnformeerd over de gevolgen van de afstand. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. C.H.J. Voncken-Crijns, betwistte deze claims en stelde dat de afstandsverklaring rechtsgeldig was en dat er geen vernietigingsgrond was ingeroepen. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres met het ondertekenen van de afstandsverklaring had gekozen om geen pensioenovereenkomst te sluiten. De rechter vond het ongeloofwaardig dat de eiseres de verklaring onder druk had getekend, aangezien zij het document mee naar huis had genomen en de mogelijkheid had om het rustig te lezen. De vordering van de eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, begroot op € 200,00. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.W. Rijksen.