Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
- dat de onderzochte is gediagnosticeerd met ADHD en PDD-NOS. Tevens is sprake van een oppositioneel opstandige gedragsstoornis. De onderzochte is als gevolg hiervan prikkelbaar, beïnvloedbaar en wantrouwig naar derden. Hij heeft een beperkt inlevingsvermogen en kan moeilijk de gevolgen van zijn gedragingen inschatten. Hierdoor is hij geneigd tot het zoeken van sensatievolle situaties en vertoont hij al snel grensoverschrijdend gedrag. De onderzochte communiceert agressief en heeft onvoldoende zelfinzicht. Tevens is sprake van een negatief sociaal netwerk en alcohol- en cannabisgebruik;
- dat bij de onderzochte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens of ziekelijke stoornis. Dat was ook zo ten tijde van de bewezenverklaarde misdrijven. Nu de onderzochte evenwel geen uitleg wil geven over het tenlastegelegde feit, kan geen advies worden gegeven over de toerekenbaarheid van de onderzochte. Wel is voorstelbaar dat het tenlastegelegde feit in verminderde mate aan de onderzochte is toe te rekenen.
7.De oplegging van straf
8.De benadeelde partijen
9.De vordering tot tenuitvoerlegging
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2. is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, afdeling jeugdreclassering;
- meewerkt aan de begeleiding door Topaze te Schijndel of een soortgelijke instelling, voor zolang de gecertificeerde instelling dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan een individuele behandeling bij forensische psychiatrische polikliniek De Horst te Venlo of Stevig (onderdeel van Dichterbij) te Oostrum of Vincent Van Gogh GGZ te Venlo, dan wel een soortgelijke instelling, voor zolang de gecertificeerde instelling behandeling noodzakelijk acht;
- draagt deze gecertificeerde instelling op toezicht te houden op naleving van deze voorwaarden en veroordeelde daarbij te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, van een bedrag van € 576,10, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2016 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij Aldi voor wat betreft het resterende deel van haar vordering niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, van een bedrag van € 750,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2016 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor wat betreft het resterende deel van haar vordering niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte op de maatregel van schadevergoeding van € 750,- subsidiair
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
gelastdat de voorwaardelijke straf, die bij vonnis van deze rechtbank van
20 uren taakstraf;
- bepaalt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
- verstaat dat deze taakstraf zal dienen te zijn verricht binnen