Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
30 september 2016; vals bankbiljet met nummer E01181075331; [4] (feit 1)
30 september 2016; [5] (feit 2)
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
Daarnaast acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
6 maanden met een proeftijd van 3 jaren passend en noodzakelijk. Met de voorwaardelijke straf wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
11 oktober 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
30 september 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
11 oktober 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
11 oktober 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor feit 1 en feit 2 tot
- bepaalt dat de straf
- veroordeelt de verdachte voor feit 1 en feit 2 tot
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 10] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 14] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 1] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 12] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 13] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
mr. M.J.A.G. van Baal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.M.J.G.A. van Hinsberg, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 juni 2017.