ECLI:NL:RBLIM:2017:6012

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 juni 2017
Publicatiedatum
26 juni 2017
Zaaknummer
03/659454-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitspraak over vals geld en pogingen daartoe in Limburg

Op 26 juni 2017 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het uitgeven van valse bankbiljetten van 50 euro. De verdachte, geboren te Sittard, werd bijgestaan door advocaat mr. J.M.J.H. Coumans. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 12 juni 2017, waarbij zowel de verdachte als zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging, die bestond uit het uitgeven van valse biljetten en pogingen daartoe. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het uitgeven van valse bankbiljetten in de periode van 30 september tot en met 14 oktober 2016 in Limburg. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van getuigen, camerabeelden en forensisch bewijs, waaronder de serienummers van de valse biljetten. De verdachte had bekend dat hij valse biljetten had gekocht en deze had aangeboden in verschillende winkels, waar hij door de winkeliers werd betrapt. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele specifieke feiten waar onvoldoende bewijs voor was. De rechtbank legde een taakstraf op van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan verschillende benadeelde partijen, die ook schadevergoeding vorderden voor de geleden schade door het gebruik van de valse biljetten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659454-16
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 26 juni 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te Sittard op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.M.J.H. Coumans, advocaat kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 juni 2017. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte samen met anderen verschillende valse biljetten van 50 euro als echt biljet heeft uitgegeven (feit 1) en dat hij samen met anderen verschillende keren een poging daartoe heeft gedaan (feit 2).

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van feit 1 en 2.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
In de maanden september en oktober 2016 werden op diverse locaties in Limburg valse bankbiljetten van € 50,- aangeboden. Het onderzoek van de politie kwam bij de verdachte uit.
De verdachte heeft bij de politie [2] en ter terechtzitting de zes zaken bekend waarbij hij op de bewakingscamerabeelden te zien is. Hij heeft verklaard dat hij ongeveer 20 valse bankbiljetten van € 50,- op straat heeft gekocht en deze bankbiljetten slechts heeft aangeboden in zes winkels waarin dat op camerabeelden is vastgelegd. Bij deze winkels is op de camerabeelden te zien dat een mannelijk persoon met een bankbiljet heeft betaald, dan wel heeft gepoogd te betalen. De winkeliers hebben aangifte gedaan. In de zaken van feit 2 (poging) hebben zij het aangeboden biljet geweigerd, omdat het volgens hen (na controle) vals bleek te zijn. In de zaken van feit 1 (voltooid delict) is uit onderzoek gebleken dat de biljetten inderdaad vals waren. Daarbij is voorgekomen dat een aangenomen biljet door de bank als vals werd aangemerkt en dat het op dat biljet voorkomende serienummer overeenkwam met door verdachte gebruikte valse biljetten. [3]
Hierbij gaat het om de volgende feiten op de tenlastelegging:
- [benadeelde 1] , gelegen aan de [adres benadeelde 1] te Vaals op
30 september 2016; vals bankbiljet met nummer E01181075331; [4] (feit 1)
- [benadeelde 2] benzinestation, gelegen aan de [adres benadeelde 2] te Vaals op
30 september 2016; [5] (feit 2)
- [benadeelde 3] , gelegen aan de [adres benadeelde 3] te Heerlen op 4 oktober 2016; vals bankbiljet met nummer V57927730468; [6] (feit 1)
- [benadeelde 4] , gelegen aan de [adres benadeelde 4] te Wessem op 11 oktober 2016; [7] (feit 2)
- [benadeelde 5] , gelegen aan de [adres benadeelde 5] te Heel op 11 oktober 2016; vals bankbiljet met nummer E01181075331; [8] (feit 1)
- [benadeelde 6] , gelegen aan de [adres benadeelde 6] te Venlo op 12 oktober 2016. [9] (feit 2)
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte in de zes genoemde winkels een vals biljet heeft uitgegeven.
De overige feiten op de tenlastelegging, namelijk de gevallen waarbij de verdachte niet op camera is vastgelegd, heeft hij ontkend. Naar het oordeel van de rechtbank is ook voor deze feiten wettig en overtuigend bewijs voorhanden. Dit bewijs bestaat uit het volgende:
De overige aangiften van het aanbieden van valse biljetten betreffende feit 1
- [benadeelde 7] , gelegen aan [adres benadeelde 7] te Vaals op
30 september 2016; [10]
- [benadeelde 8] , gelegen aan de [adres benadeelde 8] te Kerkrade op
30 september 2016; [11]
- [benadeelde 9] , gelegen aan de [adres benadeelde 9] te Kerkrade op
1 oktober 2016; [12]
- [benadeelde 10] , gelegen aan de [adres benadeelde 10] te Heerlen op
4 oktober 2016; [13]
- [benadeelde 11] , gelegen aan de [adres benadeelde 11] te Heerlen op 4 oktober 2016; [14]
- [benadeelde 12] , gelegen aan de [adres benadeelde 12] te Thorn op 11 oktober 2016; [15]
- [benadeelde 13] , gelegen aan de [adres benadeelde 13] te Thorn op 11 oktober 2016; [16]
- [benadeelde 14] , gelegen aan de [adres benadeelde 14] te Ittervoort op 11 oktober 2016; [17]
- [benadeelde 15] , gelegen aan de [adres benadeelde 15] te Neerritter op
11 oktober 2016; [18]
- [benadeelde 16] , gelegen aan de [adres benadeelde 16] te Hunsel op
11 oktober 2016; [19]
- [benadeelde 17] , gelegen aan de [adres benadeelde 17] te Stramproy op
11 oktober 2016; [20]
- [benadeelde 16] , gelegen aan de [adres benadeelde 16] te Stramproy op 11 oktober 2016 [21] ;
- [benadeelde 18] , gelegen aan de [adres benadeelde 18] te Heythuysen op
11 oktober 2016; [22]
- [benadeelde 19] , gelegen aan de [adres benadeelde 19] te Tegelen op 12 oktober 2016; [23]
- ’ [benadeelde 20] , gelegen aan de [adres benadeelde 20] te Panningen op 13 oktober 2016; [24]
- [benadeelde 21] , gelegen aan de [adres benadeelde 21] te Ospel op 13 oktober 2016; [25]
De overige aangiften van het aanbieden van valse biljetten betreffende feit 2
- [benadeelde 22] , gelegen aan de [adres benadeelde 22] te Vaals op
30 september 2016; [26]
- [benadeelde 23] , gelegen aan de [adres benadeelde 23] te Vaals op 30 september 2016; [27]
- [benadeelde 24] , gelegen aan [adres benadeelde 24] te Heerlen op 5 oktober 2016; [28]
- [benadeelde 25] , gelegen aan de [adres benadeelde 25] te Ittervoort op
11 oktober 2016; [29]
- [benadeelde 26] , gelegen aan de [adres benadeelde 26] te Baexem op 11 oktober 2016; [30]
- [benadeelde 27] , gelegen aan de [adres benadeelde 27] te Baexem op 11 oktober 2016; [31]
- [benadeelde 28] , gelegen aan de [adres benadeelde 28] te Beegden op 11 oktober 2016; [32]
- [benadeelde 29] , gelegen aan de [adres benadeelde 29] te Heel op 11 oktober 2016; [33]
- [benadeelde 30] , gelegen aan de [adres benadeelde 30] te Helden op 13 oktober 2016; [34]
- [benadeelde 31] , gelegen aan de [adres benadeelde 31] te Nederweert-Eind op
13 oktober 2016; [35]
- ’ [benadeelde 20] , gelegen aan de [adres benadeelde 20] te Maasbree op 14 oktober 2016. [36]
Grijze personenauto Seat MII met kenteken [nummer]
Verschillende aangevers hebben verklaard dat degene die met een vals biljet had betaald, nadat hij de winkel had verlaten, als bijrijder was ingestapt in een zilvergrijze personenauto. [37] Zo heeft aangeefster [benadeelde 24] verklaard dat de dader die probeerde om in [benadeelde 24] met een vals bankbiljet te betalen, in een zilvergrijze auto stapte. Voorts heeft ook aangever [benadeelde 29] verklaard dat hij zag dat de dader, nadat hij had geprobeerd om in zijn slagerij aan de [adres benadeelde 29] te Heerlen met een vals bankbiljet te betalen, naar de overkant van de straat liep en als bijrijder in een zilvergrijze personenauto stapte. Voorts heeft verbalisant [verbalisant] , bij het uitkijken van de bewakingsbeelden van [benadeelde 4] , gezien dat de dader, die hij herkende als de verdachte, instapte in een zilvergrijze personenauto van het merk Seat Mii, waarbij de linker bovenzijde van de achterruit van de auto was voorzien van een lichtkleurige sticker.
Uit het onderzoek is gebleken dat de schoonzus van de verdachte, [naam X] , over een leaseauto beschikte die voldoet aan het signalement, namelijk een zilvergrijze Seat Mii met het kenteken [nummer] . [38] Van deze auto bevindt zich een foto in het dossier waarop te zien is dat er op de achterruit op de linker bovenzijde een lichtkleurige sticker geplakt is.
Uit het track en trace systeem van deze Seat Mii blijkt dat deze auto, op de tijdstippen waarop volgens de aangevers het valse biljet werd aangeboden, telkens aanwezig was in de directe nabijheid van de desbetreffende winkels. Ook blijkt uit dit track en trace systeem dat de Seat Mii daarbij steeds terugkeerde naar het huisadres van de verdachte en naar dat van zijn broer en schoonzus. [39]
Signalement van de dader en de aangetroffen kleding bij de doorzoeking van de woning van de verdachte
Het signalement beschrijft een man van ongeveer tussen de 30 en 40 jaar oud, van ongeveer tussen 1.65 – 1.75 meter lang, blank en kort donkerblond haar. De man droeg volgens verschillende aangevers een donkerkleurige jas met een embleem op de borst en op de mouw, vermoedelijk van het merk PME Legend. Voorts droeg de dader een beige en donkerblauwe broek en zware schoenen met een wit embleem erop van het merk Nike. [40]
Tijdens de doorzoeking zijn onder meer een donkerkleurige jas van het merk PME Legend, een beige broek en een paar donkerblauwe/witte vrijetijdsschoenen van het merk Nike aangetroffen, waarop aan de zijkant van de schoen het embleem van Nike staat. [41]
Bovendien heeft verdachte bekend dat hij degene is die op de camerabeelden is te zien en waar hij kleding draagt die op essentiële punten overeenkomt met het signalement.
Ook hier is een treffende gelijkenis tussen de persoons- en kledingkenmerken van verdachte en het signalement te zien. De rechtbank overweegt dat de onderdelen van het signalement ieder op zich zelf genomen wellicht als weinig typerend kunnen overkomen, maar dat de combinatie van alle kenmerken in samenhang bezien een overtuigend geheel vormen.
Serienummers op de valse bankbiljetten
De bankbiljetten die in beslag zijn genomen (door de aangevers dan wel door de bank) waren steeds voorzien van serienummer E01181075331 dan wel serienummer V57927730468. [42] In de gevallen waarin verdachte heeft bekend valse biljetten te hebben uitgegeven, waren die biljetten eveneens voorzien van één van deze twee serienummers.
Al deze omstandigheden, in onderling verband en samenhang, leiden tot de conclusie dat het de verdachte is geweest die de biljetten (al dan niet met succes) als echt en onvervalst heeft uitgegeven.
Partiële vrijspraak
Niet bewezen acht de rechtbank dat de verdachte op 4 oktober 2016 bij [Bakkerij A] en op 14 oktober 2016 bij [bakkerij B] heeft getracht met vals geld te betalen. Het signalement dat beide aangevers van de dader hebben gegeven, vertoont namelijk grote verschillen met het hiervoor beschreven signalement van de verdachte. Het dossier biedt verder onvoldoende aanknopingspunten om tot een bewezenverklaring te komen van deze feiten.
De rechtbank acht geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig voor de betrokkenheid van een ander of anderen bij de strafbare feiten. Van het medeplegen zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1
in de periode van 30 september 2016 tot en met 14 oktober 2016 in het arrondissement Limburg, meermalen, (telkens) opzettelijk als echt en onvervalst heeft uitgegeven een of meer bankbiljetten van 50 euro, te weten
- een bankbiljet van 50 euro op 30 september 2016 bij
[benadeelde 7] gelegen aan [adres benadeelde 7] te Vaals en
- een bankbiljet van 50 euro op 30 september 2016 bij [benadeelde 1] gelegen aan de [adres benadeelde 1] te Vaals en
- een bankbiljet van 50 euro op 30 september 2016 bij [benadeelde 8] & Zn gelegen aan de [adres benadeelde 8] te Eys en
- een bankbiljet van 50 euro op 01 oktober 2016 bij [benadeelde 9] gelegen aan de [adres benadeelde 9] te Kerkrade en
- een bankbiljet van 50 euro op 04 oktober 2016 bij [benadeelde 10] gelegen aan de [adres benadeelde 10] te Heerlen en
- een bankbiljet van 50 euro op 04 oktober 2016 bij [benadeelde 11] gelegen aan de [adres benadeelde 11] te Heerlen en
- een bankbiljet van 50 euro op 04 oktober 2016 bij [benadeelde 3] gelegen aan de [adres benadeelde 3] te Heerlen en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 12] gelegen aan de [adres benadeelde 12] te Thorn en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 13] gelegen aan de [adres benadeelde 13] te Thorn en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 14] gelegen aan de [adres benadeelde 14] te Ittervoort en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 15] gelegen aan de [adres benadeelde 15] te Neeritter en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 16]
gelegen aan de [adres benadeelde 16] te Hunsel en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 17] gelegen aan de [adres benadeelde 17] te Stramproy en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 16] gelegen aan de [adres benadeelde 18] te Stramproy en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 18] gelegen een de [adres benadeelde 18] te Heythuysen en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 5] gelegen aan de [adres benadeelde 5] te Heel en
- een bankbiljet van 50 euro op 12 oktober 2016 bij [benadeelde 19] gelegen aan de [adres benadeelde 19] te Tegelen en
- een bankbiljet van 50 euro op 13 oktober 2016 bij " [benadeelde 20] gelegen aan de [adres benadeelde 20] te Panningen en
- een bankbiljet van 50 euro op 13 oktober 2016 bij [benadeelde 21] gelegen aan de [adres benadeelde 21] te Ospel,
waarvan de valsheid verdachte, toen hij die bankbiljetten ontving, bekend was.
Feit 2
in de periode van 30 september 2016 tot en met 14 oktober 2016 in het arrondissement Limburg, meermalen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) opzettelijk als echt en onvervalst te doen uitgegeven een of meer bankbiljetten van 50 euro, te weten
- een bankbiljet van 50 euro op 30 september 2016 bij [benadeelde 22] gelegen aan de [adres benadeelde 22] te Vaals en
- een bankbiljet van 50 euro op 30 september 2016 bij [benadeelde 23] gelegen aan de [adres benadeelde 23] te Vaals en
- een bankbiljet van 50 euro op 30 september 2016 bij [benadeelde 2] gelegen aan de [adres benadeelde 2] te Vaals en
- een bankbiljet van 50 euro op 05 oktober 2016 bij [benadeelde 24] gelegen aan de [adres benadeelde 24] te Heerlen en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 4] gelegen aan de [adres benadeelde 4] te Wessem en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 25] gelegen aan de [adres benadeelde 25] te Ittervoort en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 26] gelegen aan de [adres benadeelde 26] te Baexem en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 27] gelegen aan de [adres benadeelde 27] te Baexem en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 28] gelegen aan de [adres benadeelde 28] te Beegden en
- een bankbiljet van 50 euro op 11 oktober 2016 bij [benadeelde 29] gelegen aan de [adres benadeelde 29] te Heel en
- een bankbiljet van 50 euro op 12 oktober 2016 bij [benadeelde 6] gelegen aan de [adres benadeelde 6] te Venlo en
- een bankbiljet van 50 euro op 13 oktober 2016 bij [benadeelde 30] gelegen aan de [adres benadeelde 30] te Helden en
- een bankbiljet van 50 euro op 13 oktober 2016 bij [benadeelde 31] gelegen aan de [adres benadeelde 31] te Nederweert-Eind en
- een bankbiljet van 50 euro op 14 oktober 2016 bij ' [benadeelde 20] gelegen aan de [adres benadeelde 20] te Maasbree,
waarvan de valsheid verdachte, toen hij die bankbiljetten ontving, bekend was, immers heeft
verdachte getracht (telkens) voornoemde bankbiljetten uit te geven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1:
opzettelijk als echte onvervalste bankbiljetten uitgeven waarvan de valsheid, hem, toen hij ze ontving, bekend was, meermalen gepleegd;
T.a.v. feit 2:
poging tot opzettelijk als echte en onvervalste bankbiljetten uitgeven waarvan de valsheid, hem, toen hij ze ontving, bekend was, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden op te leggen met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast moet de verdachte wat de officier van justitie betreft een taakstraf verrichten van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis als deze niet of niet naar behoren wordt uitgevoerd, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Omdat verdachte met zijn bewezenverklaarde handelen een voordeel heeft genoten van € 950,- dient verdachte in de ogen van de officier tevens veroordeeld te worden tot betaling van een geldboete ter hoogte van € 950,- en bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 19 dagen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om de verdachte geen geldboete op te leggen. Voor het overige refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen uitgeven van valse bankbiljetten, terwijl hij reeds bij verkrijging van die biljetten wist dat zij vals waren. Met zijn handelen heeft de verdachte het vertrouwen in het betalingsverkeer ernstig aangetast. Winkeliers worden hierdoor gedupeerd, omdat zij goederen en wisselgeld afstaan, terwijl zij een waardeloos vals bankbiljet als betaling krijgen, of consumenten worden gedupeerd wanneer zij het valse geld als wisselgeld terugkrijgen dat mogelijk later bij een andere winkel wordt geweigerd. De verdachte heeft slechts gehandeld in het financiële belang van zichzelf.
De rechtbank houdt er rekening mee dat de verdachte blijkens het uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 19 december 2016 in de afgelopen vijf jaren niet is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
De rechtbank zal een andere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt en de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank zal verdachte opleggen een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van de periode die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Daarnaast acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
6 maanden met een proeftijd van 3 jaren passend en noodzakelijk. Met de voorwaardelijke straf wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank zal geen geldboete opleggen, nu het voordeel dat verdachte heeft gehad deels wordt verminderd door de hierna toe te wijzen vorderingen benadeelde partij. Voorts dient de bestedingsruimte die verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank aangewend te worden ter compensatie van de benadeelden en niet ter betaling van een boete.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [benadeelde 10] vordert een schadevergoeding van € 50,00 ter zake van feit 1.
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
De benadeelde partij [benadeelde 14] vordert een schadevergoeding van € 50,00 ter zake van feit 1.
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
11 oktober 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van € 50,00 ter zake van feit 1.
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
30 september 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
De benadeelde partij [benadeelde 12] vordert een schadevergoeding van € 50,00 ter zake van feit 1.
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
11 oktober 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.
De benadeelde partij [benadeelde 13] vordert een schadevergoeding van € 50,00 ter zake van feit 1 met betrekking tot de zaak van [benadeelde 13] .
De raadsman heeft de vordering niet betwist. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij volledig toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
11 oktober 2016. De schade acht de rechtbank het rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 1 en de verdachte is voor die schade aansprakelijk. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte opleggen.

8.Het beslag

De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de inbeslaggenomen mobiele telefoon (merk Huawei Nexus6p), nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave hiervan.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 36f, 45, 57 en 209 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor feit 1 en feit 2 tot
  • bepaalt dat de straf
  • veroordeelt de verdachte voor feit 1 en feit 2 tot
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 10] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 14] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 1] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 12] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 13] , van € 50,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
Beslag
- gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen voorwerp aan de verdachte:
- telefoon van het merk Huawei Nexus6p.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Nollen, voorzitter, mr. drs. J.M.A. van Atteveld en
mr. M.J.A.G. van Baal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.M.J.G.A. van Hinsberg, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 26 juni 2017.
Buiten staat
De griffier, mr. N.M.J.G.A. van Hinsberg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij, in of omstreeks de periode van 30 september 2016 tot en met 14 oktober
2016 in het arrondissement Limburg, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, (telkens) opzettelijk als echt en onvervalst heeft uitgegeven
een of meer bankbiljetten van 50 euro, te weten
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 30 september 2016 bij
[benadeelde 7] gelegen aan [adres benadeelde 7] te Vaals (zaak 1,
pag. 285) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 30 september 2016 bij
[benadeelde 1] gelegen aan de [adres benadeelde 1] te Vaals (zaak 3,
pag. 293) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 30 september 2016 bij [benadeelde 8]
gelegen aan de [adres benadeelde 8] te Eys (zaak 6,
pag. 330) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 01 oktober 2016 bij [benadeelde 9]
gelegen aan de [adres benadeelde 9] te Kerkrade (zaak 7,
pag. 334) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 04 oktober 2016 bij
[benadeelde 10] gelegen aan de [adres benadeelde 10] te Heerlen (zaak 8,
pag. 338) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 04 oktober 2016 bij [benadeelde 11]
aan de [adres benadeelde 11] te Heerlen (zaak 9, pag. 344) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 04 oktober 2016 bij
[benadeelde 3] gelegen aan de [adres benadeelde 3] te Heerlen (zaak 10,
pag. 350) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 12]
gelegen aan de [adres benadeelde 12] te Thorn (zaak 15, pag. 390) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 13]
gelegen aan de [adres benadeelde 13] te Thorn (zaak 16, pag. 394)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 14]
gelegen aan de [adres benadeelde 14] te Ittervoort (zaak 17, pag. 398)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij
[benadeelde 15] gelegen aan de [adres benadeelde 15] te Neeritter
(zaak 19, pag. 407) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 16]
gelegen aan de [adres benadeelde 16] te Hunsel (zaak 20, pag. 409)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij
[benadeelde 17] gelegen aan de [adres benadeelde 17] te Stramproy
(zaak 21, pag.415) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 16]
gelegen aan de [adres benadeelde 18] te Stramproy
(zaak 22, pag. 420) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 18]
gelegen een de [adres benadeelde 19] te Heythuysen (zaak 25, pag. 431)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 5]
gelegen aan de [adres benadeelde 5] te Heel (zaak 28, pag. 441)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 12 oktober 2016 bij [benadeelde 19]
gelegen aan de [adres benadeelde 19] te Tegelen (zaak 29, pag. 453) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 13 oktober 2016 bij [benadeelde 20]
gelegen aan de [adres benadeelde 20] te Panningen (zaak 32,
pag. 475) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 13 oktober 2016 bij [benadeelde 21]
gelegen aan de [adres benadeelde 21] te Ospel (zaak 33, pag. 482),
die verdachte en/of zijn mededaders zelf heeft/hebben nagemaakt en/of vervalst
of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en/of zijn mededaders, toen
hij/zij die bankbiljetten ontving(en), bekend was;
2.
hij, in of omstreeks de periode van 30 september 2016 tot en met 14 oktober
2016 in het arrondissement Limburg, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk als echt en onvervalst te doen uitgegeven een of meer
bankbiljetten van 50 euro, te weten
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 30 september 2016 bij [benadeelde 22]
gelegen aan de [adres benadeelde 22] te Vaals (zaak 2, pag. 288)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 30 september 2016 bij [benadeelde 23]
gelegen aan de [adres benadeelde 23] te Vaals (zaak 4, pag. 315) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 30 september 2016 bij [benadeelde 2]
gelegen aan de [adres benadeelde 2] te Vaals (zaak 5, pag. 318) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 04 oktober 2016 bij [Bakkerij A]
gelegen aan de [adres bakkerij A] te Heerlen (zaak 11, pag. 365)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 05 oktober 2016 bij
[benadeelde 24] gelegen aan de [adres benadeelde 24] te Heerlen (zaak 12,
pag. 368) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 14 oktober 2016 bij [bakkerij B]
gelegen aan de [adres bakkerij B] te Swalmen (zaak 13, pag. 372)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 4]
gelegen aan de [adres benadeelde 4] te Wessem (zaak 14, pag. 377) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 25]
gelegen aan de [adres benadeelde 25] te Ittervoort (zaak 18,
pag. 402) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 26]
gelegen aan de [adres benadeelde 26] te Baexem (zaak 23, pag. 424)
en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 27]
gelegen aan de [adres benadeelde 27] te Baexem (zaak 24, pag. 427) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 28] gelegen
aan de [adres benadeelde 28] te Beegden (zaak 26, pag. 435) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 11 oktober 2016 bij [benadeelde 29]
gelegen aan de [adres benadeelde 29] te Heel (zaak 27, pag. 438) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 12 oktober 2016 bij [benadeelde 6]
gelegen aan de [adres benadeelde 6] te Venlo (zaak 30, pag. 456) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 13 oktober 2016 bij [benadeelde 30]
gelegen aan de [adres benadeelde 30] te Helden (zaak 31, pag. 466) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 13 oktober 2016 bij
[benadeelde 31] gelegen aan de [adres benadeelde 31] te Nederweert-Eind
(zaak 34, pag. 486) en/of
- een bankbiljet van 50 euro op of omstreeks 14 oktober 2016 bij ' [benadeelde 20]
gelegen aan de [adres benadeelde 20] te Maasbree (zaak 35,
pag. 489),
die verdachte en/of zijn mededaders zelf hebben nagemaakt en/of vervalst of
waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en/of zijn mededaders, toen
hij/zij die bankbiljetten ontving(en), bekend was, immers heeft/hebben
verdachte en/of zijn mededader(s) getracht (telkens) voornoemde bankbiljetten
uit te geven en/of om te wisselen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, district Noord- en Midden-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2016181462-11, gesloten d.d. 30 januari 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 539.
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 76 en 92.
3.Relaas onderzoek p. 14
4.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] , p. 293 en 294; Proces-verbaal van bevindingen, p. 301 en 302.
5.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] , p. 318 en 319; Proces-verbaal van bevindingen, p. 320 en 321.
6.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 3] , p. 350 en 351; Proces-verbaal van bevindingen,
7.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 4] , p. 377 en 378; Proces-verbaal van bevindingen, p. 382.
8.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 5] , p. 441 en 442; Proces-verbaal van bevindingen, p. 445; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 449.
9.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 6] , p. 456 en 457; Proces-verbaal van bevindingen, p. 458.
10.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 7] , p. 285.
11.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 8] , p. 330.
12.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 9] , p. 334.
13.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 10] , p. 338 en 339; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 341.
14.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 11] , p. 344 en 345; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 347.
15.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 12] , p. 390 en 391; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 392.
16.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 13] , p. 394; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 396.
17.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 14] , p. 398 en 399; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 400.
18.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 15] , p. 405 en 406; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 407.
19.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 16] , p. 409; Proces-verbaal aantreffen vals bankbiljet, p. 411; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 413.
20.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 17] , p. 415 en 416; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 418.
21.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 18] , p. 420 en 421; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 422.
22.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 19] , p. 431 en 432.
23.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 20] , p. 453.
24.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 21] , p. 475 en 476; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 480.
25.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 22] , p. 482 en 483; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet, p. 484.
26.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 23] , p. 288 en 289.
27.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 24] , p. 315 en 316.
28.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 25] , p. 368 en 369.
29.Proces-verbaal van verhoor getuige [aangever 26] , p. 402.
30.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 27] , p. 424 en 425.
31.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 28] , p. 427 en 428.
32.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 29] , p. 435.
33.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 30] , p. 438 en 439.
34.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 31] , p. 466 tot en met 469.
35.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 32] , p. 486 en 487.
36.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 33] , p. 489 en 490.
37.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 34] , p. 439; Proces-verbaal van aangifte door C.G. Jonkers, p. 486; Proces-verbaal van aangifte door [aangever 25] , p. 368 en 369.
38.Huurovereenkomst tussen Shortleaseland en [naam X] , p. 207.
39.Proces-verbaal van bevindingen, relaterende het ritrapport van de track en trace van de Seat Mii in relatie tot de processen-verbaal van de aangiften, p. 210 tot en met 265.
40.Proces-verbaal van verdenking, p. 160.
41.Proces-verbaal bevindingen doorzoeking woning, p. 177.
42.In 10 zaken waren de bankbiljetten voorzien van het serienummer: E01181075331 en in 8 zaken betrof het serienummer: V57927730468.