ECLI:NL:RBLIM:2017:6007

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 juni 2017
Publicatiedatum
23 juni 2017
Zaaknummer
C/03/236943 / HA RK 17-135
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in jeugdzaken

In deze zaak heeft verzoeker, de vader van een minderjarige, op 13 juni 2017 tijdens een zitting achter gesloten deuren een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.T.A.C. Russel, de rechter die de zaak behandelde. Dit verzoek volgde op een procedure die gericht was op de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van zijn zoon. De rechter heeft op 19 juni 2017 schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en op 21 juni 2017 laten weten niet te zullen verschijnen op de zitting van de wrakingskamer. De behandeling van het verzoek vond plaats op 22 juni 2017, waarbij verzoeker en de moeder van de minderjarige niet verschenen, maar wel de gezinsvoogdijwerker en de casemanager van Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg aanwezig waren.

Verzoeker stelde dat de rechter en de gehele rechtbank partijdig waren, omdat zij altijd Bureau Jeugdzorg gelijk zouden geven. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de schijn van vooringenomenheid van de rechter zouden kunnen onderbouwen. De wrakingskamer oordeelde dat de mening van verzoeker, dat de rechter partijdig zou zijn, voortkwam uit een misinterpretatie van de rechterlijke overwegingen tijdens de zitting. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen.

De beslissing is genomen door de meervoudige kamer van de wrakingskamer, onder leiding van voorzitter mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, met de leden mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en mr. E.P. van Unen, en griffier mr. M.J.W.D. Janssen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Wrakingskamer
Zaaknummer: C/03/236943 / HA RK 17-135
Datum uitspraak: 22 juni 2017
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken
op het verzoek van
[verzoeker],
wonende [adres] , [woonplaats] ,
dat strekt tot wraking van mr. M.T.A.C. Russel, rechter in deze rechtbank
(hierna: de rechter).

1.De procedure

Tijdens de zitting achter gesloten deuren op 13 juni 2017 van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van jeugdzaken, in een procedure strekkende tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing van de zoon van verzoeker, [minderjarige] , heeft verzoeker de wraking verzocht van de rechter.
De rechter heeft op 19 juni 2017 een schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek ingediend waarna zij op 21 juni 2017 de wrakingskamer heeft bericht, niet te berusten. Tevens heeft zij daarbij vermeld verhinderd te zijn voor de zitting en daarom niet te zullen verschijnen.
De behandeling van het verzoek heeft achter gesloten deuren plaatsgevonden op 22 juni 2017. Verzoeker is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De rechter is niet verschenen. De moeder van [minderjarige] , [naam moeder] , is evenmin verschenen. Wel verschenen zijn de gezinsvoogdijwerker [naam gezinsvoogdijwerker] en de casemanager [naam casemanager] , beiden van Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg.
De wrakingskamer heeft bepaald dat zij zo spoedig mogelijk uitspraak zal doen.

2.Het standpunt van verzoeker

Verzoeker heeft de rechter gewraakt. Hij is van mening dat de gehele rechtbank partijdig is omdat zij bureau jeugdzorg altijd gelijk geeft.

3.Het standpunt van de rechter

De rechter heeft in haar schriftelijke reactie uiteengezet hoe zij de zaak ter zitting heeft behandeld. Zij heeft direct mondeling beslist dat de oproeping tijdig aan verzoeker is verstuurd en dat de zaak, anders dan door verzoeker verzocht, niet aangehouden zou worden. Voorts heeft zij, na de vraag of iemand bezwaar had tegen diens aanwezigheid en verzoeker dit bleek te hebben, de huidige partner van de moeder van [minderjarige] verzocht de zaal te verlaten.
Verzoeker heeft zijn verzoek tot wraking gedaan na de mededeling van de rechter, aan het slot van de zitting, dat zij overwoog om het verzoek toe te wijzen.

4.De beoordeling

De wrakingskamer stelt vast, en is daarmee van oordeel, dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd waaruit (de schijn van) vooringenomenheid van de rechter jegens hem zou kunnen worden afgeleid. De mening van verzoeker dat de rechter (zelfs de hele rechtbank) Bureau Jeugdzorg altijd gelijk geeft, is kennelijk gebaseerd op de mededeling van de rechter dat zij overwoog het verzoek (tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing) toe te wijzen. Het stond de rechter vrij om in dat stadium van de zitting deze overweging kenbaar te maken. Daaruit blijkt geenszins van vooringenomenheid tegen verzoeker of vóór een andere betrokkene, maar slechts van een (voorlopig) oordeel, gegeven na het horen van alle betrokkenen. Het verzoek is dan ook ongegrond en zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De wrakingskamer wijst het verzoek tot wraking van mr. M.T.A.C. Russel af.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter,
en mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en mr. E.P. van Unen, leden, bijgestaan door
mr. M.J.W.D. Janssen, griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.