Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 augustus 2016,
- de conclusie van antwoord tevens houdend een exceptie van onbevoegdheid,
- de conclusie van antwoord in het incident.
Rechtbank Limburg
In deze vrijwaringszaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 juni 2017, staat de bevoegdheid van de Nederlandse rechter centraal. De eiser, BCW Transport B.V., heeft Teleroute aangeklaagd en vordert dat Teleroute wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag dat BCW in de hoofdprocedure zal worden toegewezen, inclusief buitengerechtelijke kosten en rente. Teleroute heeft verweer gevoerd en stelt dat de kantonrechter zich onbevoegd moet verklaren, omdat partijen een forumkeuzebeding hebben opgenomen in de Algemene Voorwaarden, waarin de rechtbanken van Brussel als exclusief bevoegd zijn aangewezen.
De procedure is gestart met een dagvaarding op 30 augustus 2016, gevolgd door een conclusie van antwoord van Teleroute, waarin een exceptie van onbevoegdheid werd ingeroepen. De kantonrechter heeft de beslissing in het incident aangehouden in afwachting van de uitkomst van de hoofdprocedure tussen andere partijen, waarbij BCW als gedaagde is betrokken. De kern van het geschil draait om de vraag of er sprake is van een schriftelijke overeenkomst die het forumkeuzebeding valideert.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er wel degelijk een schriftelijke overeenkomst bestaat, aangezien BCW het formulier heeft ontvangen, ingevuld en teruggezonden. De rechter concludeert dat de Algemene Voorwaarden, waarin het forumkeuzebeding is opgenomen, van toepassing zijn. BCW's beroep op vernietiging van het forumkeuzebeding wordt afgewezen, omdat beide partijen handelden in de uitoefening van een beroep of bedrijf en niet beide in Nederland gevestigd zijn. De kantonrechter verklaart zich uiteindelijk onbevoegd om van de vordering van BCW kennis te nemen en veroordeelt BCW in de proceskosten van Teleroute.