Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 100,33
- griffierecht 117,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap UNIGARANT N.V., mede h.o.d.n. ANWB Verzekeren, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van een bedrag van € 132,83, bestaande uit een hoofdsom van € 84,43 en € 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente en kosten. De achtergrond van de vordering ligt in een verzekeringsovereenkomst voor een doorlopende reis- en annuleringsverzekering die per 22 maart 2016 was verlengd. De eisende partij had de gedaagde partij op 6 februari 2016 een nieuw polisblad gestuurd, maar de kosten waren niet betaald. Gedaagde partij werd meerdere keren tot betaling gemaand, maar heeft geen actie ondernomen.
Gedaagde partij voerde verweer en stelde dat de verzekering telefonisch was opgezegd in 2015. De kantonrechter oordeelde dat het aan gedaagde partij was om te bewijzen dat de overeenkomst daadwerkelijk was opgezegd, wat niet was gebeurd. De kantonrechter concludeerde dat gedaagde partij niet had gereageerd op de nieuwe polis en de aanmaningen, en dat de omstandigheden die gedaagde aanvoerde, niet konden leiden tot ontheffing van zijn verplichtingen. De vordering van de eisende partij werd toegewezen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten. Gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 277,33 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.