Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende incidentele conclusie tot nietigheid, en van voorwaardelijke eis in reconventie
- het antwoord in het incident
- het eindvonnis in het in incident
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
- het tussenvonnis van 19 april 2017
- de akte van [gedaagde partij] .
2.De feiten
- in een slaapkamer op de tweede verdieping: een flesje met 80 ml GHB en een wikkel met 0,2 gram cocaïne;
- in een keukenkastje boven de spoelbak op de begane grond: een wikkel met 0,5 gram amfetamine en 2 XTC-tabletten;
- in een (uitpandige) slaapkamer in een tuinhuisje in de tuin: een flesje met 620 ml GHB;
- in een schuur: een jerrycan met 11.000 ml GHB en een jerrycan met 9.000 ml GHB.
3.Het geschil in conventie en in reconventie
- voor recht te verklaren dat de huurovereenkomst voor de woning aan de [adres gedaagde partij] te [woonplaats gedaagde partij] rechtsgeldig (buitengerechtelijk) is ontbonden;
- [gedaagde partij] te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, de woning aan de [adres gedaagde partij] te [woonplaats gedaagde partij] te ontruimen en deze woning ter vrije en algehele beschikking van Woonwenz te stellen, onder afgifte van de sleutels op het kantoor van Woonwenz;
- [gedaagde partij] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Woonwenz te betalen een bedrag van € 617,55 per maand voor elke ingegane maand, dat [gedaagde partij] na 16 december 2016 weer in de woning verblijft, vermeerderd met rente;
- [gedaagde partij] te veroordelen om aan Woonwenz tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 3.703,45, zijnde een bedrag gelijk aan zes maanden huurpenningen, althans een door de kantonrechter in goede justitie te betalen bedrag, wegens onrechtmatige daad, vermeerderd met rente;
- [gedaagde partij] te veroordelen in de proceskosten.
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
beginnend op de datum van huurbeëindiging. Mocht [gedaagde partij] al recht hebben op schadevergoeding, dan bedraagt deze - met inachtneming van de juiste afschrijving - € 3.502,80.