Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding met producties
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de rolbeslissing waarbij een comparitie na antwoord is gelast
- de akte overlegging producties van VGZ ter voorbereiding op de comparitie
- het proces-verbaal van comparitie van 28 maart 2017.
2.Het geschil
“Gedaagde partij(hierna: [gedaagde] , opmerking kantonrechter)
is bij eisende partij(hierna: VGZ)
verzekerd (geweest) conform de Zorgverzekeringswet en de mogelijkheid heeft (gehad) een aanvullende verzekering af te sluiten. (…) VGZ heeft de uit hoofde van de zorgverzekering(en) verschuldigde bedragen bij [gedaagde] in rekening gebracht. Van deze bedragen heeft [gedaagde] € 266,69 onbetaald gelaten. Deze betalingsachterstand heeft betrekking op de periode(s): “verrekening declaraties(s)”. Een nadere specificatie van de betreffende betalingsachterstand (hoofdsom) is als productie aan deze dagvaarding gehecht. Naast onbetaalde premie voor de basis- en aanvullende verzekering kunnen in de specificatie aan deze dagvaarding ook andere door [gedaagde] onbetaalde posten naar voren komen (…). Op eerste verzoek is VGZ bereid om de op de specificatie voorkomende posten nader (schriftelijk) toe te lichten.”