Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift
- de door Het Rughuis ingediende aanvullende bijlage
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling d.d. 18 mei 2017 ter gelegenheid waarvan mr. Bronneberg een pleitnota heeft ingebracht.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier voor. Daarover wordt het volgende overwogen.
Kamerstukken II, 2013–2014, 33 818, nr. 3, pag. 32-34 en
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 7, pag. 91). Als ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan dient de werknemer hiervoor volgens die wetsgeschiedenis te worden gecompenseerd, ook om dergelijk handelen of nalaten van de werkgever te voorkomen. In de billijke vergoeding kan niet tot uitdrukking komen of het ontslag redelijk is mede in het licht van de gevolgen van het ontslag voor de werknemer en de door werkgever getroffen voorzieningen om deze gevolgen te ondervangen, omdat dit al is verdisconteerd in de transitievergoeding. De hoogte van de billijke vergoeding moet daarom worden bepaald op een wijze die en op het niveau dat aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval, waarbij criteria als loon en lengte van het dienstverband geen rol hoeven te spelen. Er kan wel rekening worden gehouden met de financiële situatie van de werkgever. Uitgaande van het voorgaande zal de kantonrechter de billijke vergoeding vaststellen op een bedrag van € 30.000,00 bruto. Daarbij neemt de kantonrechter het volgende in aanmerking. De kantonrechter rekent het Het Rughuis aan dat zij [verweerster] zonder verbetertraject van de ene op de andere dag heeft “ontheven” van haar functie onder gelijktijdige aankondiging van een eenzijdige wijziging van haar functie en standplaats. Goed werkgeverschap brengt met zich mee dat een werknemer de gelegenheid krijgt om haar functioneren te verbeteren. Ook zal de werkgever dat functioneren door middel van functionerings- en beoordelingsgesprekken moeten volgen en dit met werknemer dienen te bespreken zodat de werknemer weet wat er van haar wordt verwacht. Dit heeft Het Rughuis allemaal nagelaten. Gelet op haar leeftijd valt te verwachten dat [verweerster] niet eenvoudig weer een andere, gelijkwaardige, baan zal vinden. Een vergoeding ter grootte van ongeveer een jaarsalaris vindt de kantonrechter daarom billijk.
kanworden toegekend.