3.3Het oordeel van de rechtbank
Met betrekking tot het onder 1. ten laste gelegde
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van de bewijsmiddelen in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feitelijke gang van zaken vast.
Op 25 januari 2015 heeft [naam eigenaresse café] in haar hoedanigheid van eigenaresse van een café, genaamd [naam café] , gelegen aan de [adres 1] te [vestigingsplaats] , aangifte gedaan tegen een persoon die zij kent onder de naam [betrokkene 1] en zes andere personen, kennelijk allen leden van de vereniging van motorrijders (hierna: vvm) genaamd (de) Bandidos, wegens bedreiging. Zij heeft [betrokkene 1] herkend. Hij is de voorzitter van voornoemde vvm.
[betrokkene 1] kwam op genoemde datum met deze zes andere leden van deze vereniging naar het café [naam café] . [naam eigenaresse café] zag dat [betrokkene 1] haar heel dreigend aankeek en zij hoorde dat hij tegen haar zei: “Dit café ga ik sluiten, daar zorg ik persoonlijk voor. Hier komt geen rood/wit meer naar binnen.” [naam eigenaresse café] heeft verklaard dat [betrokkene 1] met de aanduiding ‘rood/wit’ kennelijk het oog heeft op bepaalde andere vvm’s, zoals de vvm genaamd (de) Red Devils. Volgens de verklaring van [naam eigenaresse café] was de manier waarop [betrokkene 1] tot haar sprak dreigend en werd zij door zijn aanwezigheid en die van die andere zes personen in haar café geïntimideerd.
Naar aanleiding van deze aangifte heeft verbalisant [verbalisant 1] een nazorggesprek gevoerd met [naam eigenaresse café] en haar partner [verdachte] . [verdachte] is enige tijd voorzitter geweest van de vvm (de) Red Devils. [verdachte] vertelde dat hij naar aanleiding van het incident van
25 januari 2016 in het café van zijn partner voornemens is maatregelen te treffen, bestaande uit frequentere aanwezigheid van hem en zijn vrienden, leden van de vvm (de) Red Devils, in het café. Indien leden van de vvm (de) Bandidos weer naar het café zouden komen, zouden hij en deze vrienden de confrontatie aangaan en zich verdedigen. Zelf zou hij geen confrontatie willen uitlokken. Voorts vertelde [verdachte] bij die gelegenheid dat hij [naam eigenaresse café] en hun zoontje altijd zal beschermen en daarvoor zonodig de wet zal overtreden.
Op 7 mei 2015 omstreeks 20.20 uur en opnieuw omstreeks 20.21 uur heeft [naam eigenaresse café] de politie gebeld met de mededeling dat meerdere leden van de vvm (de) Bandidos in de omgeving van haar café waren gesignaleerd.
Door de ambtenaren van de politie genaamd [verbalisant 2] en [verbalisant 2] is gerelateerd dat zij naar aanleiding van deze melding naar de [adres 1] zijn gereden, waar zij ongeveer vijftien als leden van de vvm (de) Bandidos kenbare personen in diverse personenauto’s zagen stappen. Onder hen herkenden zij meergenoemde [betrokkene 1] . Verder zagen zij voor het café [naam café] twee personen op de grond zitten, welke diverse verwondingen in het gelaat hadden. Deze personen bleken te zijn genaamd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Verder zagen zij aan de voorzijde van het café een omgevallen motor liggen en in het raam van het café, gezien vanaf de buitenzijde ter linkerzijde van de toegangsdeur, een beschadiging zitten gelijkend op een in- of uitschot van een projectiel.
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] verklaarden desgevraagd dat zojuist nog een derde persoon gewond was geraakt. Deze persoon werd aangetroffen in een ruimte behorende bij de boven het café gelegen sporthal. [verbalisant 2] herkende deze persoon: [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] bleek eveneens in het gelaat gewond.
[verbalisant 2] en [verbalisant 2] zijn het café binnengegaan. Daar waren geen andere personen aanwezig dan [verdachte] en [naam eigenaresse café] .
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij op 7 mei 2015 rond 20.30 uur met twee vrienden bij café [naam café] was, gelegen aan de [adres 1] te [vestigingsplaats] . Op of nabij het terras bij het café zag hij vijftien tot twintig personen, kennelijk allen leden van de vvm (de) Bandidos staan. Hij herkende onder andere [betrokkene 1] . Hij hoorde deze [betrokkene 1] schreeuwen: “Ik heb jullie gewaarschuwd, dit is Holland, dit is Holland, dit is Holland.” Daarna is [slachtoffer 2] mishandeld door een aantal van de tot deze groep behorende personen. Hij is op zijn rug gevallen en heeft ongeveer tien keer een klap op zijn hoofd gekregen, vervolgens waren ineens alle tot deze groep behorende personen verdwenen. [slachtoffer 2] is opgestaan en zag een kogelinslag in de ruit van het café [naam café] . Deze inslag bevond zich naar zijn schatting op 1,80 meter hoogte links van het midden van de ruit, direct links naast de toegangsdeur naar het café, een en ander gezien vanaf de buitenzijde van het café.
Aangever [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij op 7 mei 2015 omstreeks 20.15 uur bij het café [naam café] kwam aanrijden op zijn motor. Hij zag dat een groep van ongeveer twintig personen, kennelijk allen leden van de vvm (de) Bandidos, voor het café stond. Hij hoorde [betrokkene 1] roepen dat Sittard van de Bandidos is. [slachtoffer 1] werd daarna geslagen en getrapt door personen behorende tot deze groep.
De ambtenaar van politie genaamd [verbalisant 3] heeft een technisch sporenonderzoek verricht naar aanleiding van het vermoeden van het gebruik van een vuurwapen in of bij het café [naam café] . Hij heeft in het naar aanleiding van dat onderzoek opgemaakte rapport gerelateerd dat hij in een grote ruit van dubbel glas in de pui aan de pleinzijde van het café een gat heeft waargenomen. Volgens [verbalisant 3] betreft het gat een doorschotopening van een projectiel. Gezien de verschijningsvorm van de beschadigingen in beide glasruiten stelt [verbalisant 3] dat moet worden aangenomen dat het projectiel de glasruit heeft geperforeerd en via deze ruit het café heeft verlaten.4 Op het plein voor het café werden over een grote afstand glassplinters aangetroffen. Bij de ruitzijde gelegen in het café werden geen glasdeeltjes aangetroffen.
Het gat in de ruit bevindt zich op een hoogte van ongeveer 1.75 meter.Naar aanleiding van de verklaring van de verdachte ter terechtzitting moet worden aangenomen dat het geen verschil maakt of deze hoogte aan de binnenzijde, dan wel aan de buitenzijde van deze ruit wordt bemeten.
Uit vertrouwelijke gesprekken, opgenomen direct nadat de mishandeling bij café [naam café] heeft plaatsgevonden, gevoerd tussen personen die deel uitmaakten van meergenoemde groep die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft mishandeld, waar onder andere [betrokkene 2] en [betrokkene 3] aan hebben deelgenomen, blijkt dat, onder meer, het navolgende is gezegd:
[betrokkene 3] : “Dan pak uw bril af… Ik sloeg er met de boksbeugel over zijn gezicht heen …
[betrokkene 2] : “Bij mij zitten geen knokkels meer zie je, alleen van het knokken. Alleen puur van het knokken. … daarom trap ik ook veel.”
[betrokkene 3] : “Ja, het was misschien ook wel precies op tijd, dat ‘dat’ gebeurde, anders slaan we misschien ene half lam of zo? (…)”
[betrokkene 2] : “Ja, maar dan stamp je hem misschien dood. Ik was hem zo op zijn kop aan het rammen…”
De opname-apparatuur, die zich bevond in café [naam café] , is in beslag genomen
(ZD9A-64-). Geconstateerd is dat de tijd die op de beelden is vermeld 29 minuten en 42 seconden achterloopt op de werkelijke tijd.De camerabeelden zijn ter terechtzitting aan de rechtbank getoond.
De rechtbank heeft daardoor onder meer het volgende waargenomen.
Bestand 1, beelden opgenomen aan de buitenzijde van het café:
Tijdaanduiding 19.52.00 uur tot en met 20.01.14 uur: de verdachte spreekt met een persoon, die kennelijk lid is van de vvm (de) Bandidos en loopt met hem mee naar een stilstaande personenauto aan de rand van het plein aan de [adres 1] . Vervolgens spreekt hij met een persoon die zich in deze personenauto bevindt. Daarna loopt de verdachte weer terug naar het café [naam café] . Om 19.58 uur komt een aantal personenauto’s aangereden. Uit deze auto’s stappen personen, allen kennelijk lid van de vvm (de) Bandidos. De groep van personen begeeft zich op weg naar het café [naam café] (20.00.15 uur). Om 19.59.03 uur waren daar juist per motorfiets gearriveerd [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Een persoon, vermoedelijk [betrokkene 1] , spreekt vanaf de rand van het terras van het café, waarbij hij gesticulerende gebaren maakt. Vanaf 20.00.43 uur begint een aantal personen uit de groep [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] naar de grond te werken en te slaan, te schoppen en te trappen. Om 20.01.04 uur wordt een motorfiets omgeduwd met het kennelijk opzet om daardoor de op de grond liggende [slachtoffer 3] , die even daarvoor al door een persoon met geschoeide voet op zijn hoofd werd besprongen, verder te blesseren. Om 20.01.08 uur is een glaswolk zichtbaar, komende vanaf de ruit links naast de voordeur van het café [naam café] . Twee van de groep deel uitmakende personen, direct betrokken bij de mishandelingen, grijpen naar hun hoofd en verlaten, evenals alle andere van de groep deel uitmakende personen, spoorslags de plaats waar de mishandelingen plaats vinden.
Verbalisant [verbalisant 4] heeft de van de voormelde groep deel uitmakende personen geïdentificeerd. Het betreft de in de tenlastelegging onder 1. genoemde personen.
Bestand 2, beelden opgenomen in het café:
19.59.59uur tot en met 20.02.35 uur: zichtbaar is dat de verdachte, terwijl hij telefoneert, bij de deur van het café [naam café] staat. Even later gaat hij het café binnen. Om 20.00.31 uur wordt de toegangsdeur van het café door [naam eigenaresse café] gesloten. De verdachte loopt vlak daarna naar de deur, maar kan niet naar buiten, kennelijk doordat deze deur is afgesloten. Om 20.01.14 uur loopt hij nogmaals naar de deur, nu met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn handen. Om 20.01.28 uur rent hij via de deur in de linkermuur van het café het café uit. Om 20.01.45 uur komt hij door dezelfde deur weer naar binnen, terwijl hij het voorwerp nog in zijn handen heeft. Hij loopt naar de bar en verdwijnt om 20.01.53 uur weer door de deur in de linkermuur uit het café. Hij heeft nu het voorwerp niet meer in zijn handen. Om 20.02.35 uur komt hij het café weer binnen.
Bestand 3, beelden opgenomen in het café:
19.51.40uur tot en met 20.09.03 uur: [naam eigenaresse café] telefoneert zowel om 19.51.40 uur als om 19.55.28 uur. Zoals uit het dossier is gebleken, meldt zij in beide gesprekken aan de politie dat zij als leden van de vvm (de) Bandidos kenbare personen in de buurt van het café heeft gesignaleerd. Om 19.56.13 uur loopt de verdachte het café in. Hij telefoneert tot 19.58.43 uur. Om 19.59.58 uur loopt [naam eigenaresse café] naar de deur van het café.
Nadat de verdachte tweemaal onder de bar heeft gekeken, is om 20.01.06 uur zichtbaar dat hij onder de bar een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn handen pakt en daarmee een beweging van beneden naar boven maakt. Dan verdwijnt de verdachte uit het beeld. Vervolgens loopt de verdachte naar de voordeur, dan naar het - vanuit het café gezien - rechterraam, waarna hij door de deur in de linkermuur het café rennend verlaat. Om 20.01.43 uur keert hij terug in het café. Hij heeft het voorwerp nog in zijn hand en legt dit op de bar. Om 20.01.53 uur rent hij weer weg door de deur in de linkermuur, om 20.02.33 uur keert hij terug, pakt om ongeveer 20.02.44 uur het voorwerp van de bar en verdwijnt uit beeld. Om 20.06.02 uur keert hij zonder het voorwerp in zijn handen terug in het café.
Bestand 4, beelden opgenomen op de eerste verdieping boven het café:
20.02.50uur tot en met 20.10.00 uur: de verdachte loopt om 20.02.50 uur de toiletruimte in. Hij heeft het op een vuurwapen gelijkende voorwerp in een hand. Om 20.03.54 uur verlaat hij de toiletruimte zonder het voorwerp in zijn hand. Gedurende de tijd dat hij in de toiletruimte aanwezig was, blijft hij zichtbaar door het raam. Om 20.07.03 uur loopt hij nogmaals de toiletruimte in, om deze om 20.07.37 uur weer te verlaten. Hij heeft dan een telefoontoestel in zijn linkerhand.
De bij de beschrijving van de beelden aangegeven tijden betreffen de tijden zoals deze op de beelden zijn weergegeven.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 7 mei 2015 omstreeks 20.30 uur in het café [naam café] aanwezig was. Hij heeft ook verklaard dat hij omstreeks die tijd een pistool in handen heeft gehad. Hij wilde naar zijn zeggen de groep van personen die buiten het café zijn drie vrienden aan het mishandelen waren afschrikken met dat pistool, dat hij achter de bar bewaarde vanaf het moment dat [betrokkene 1] c.a. in januari 2015 zijn vriendin heeft bedreigd. Desgevraagd heeft hij verklaard geen ervaring te hebben met het gebruik van een vuurwapen. Evenals tegenover de ambtenaren van de politie heeft de verdachte ook tegenover de rechtbank ontkend dat hij met dat pistool heeft geschoten.
Tegenover ambtenaren van de politie heeft de verdachte in dit verband nog het navolgende verklaard:
“(…) Voor mij was het chaos. Ik zie mensen terugkomen, ik zie mensen slaan, ik zie mensen schreeuwen, ik zie mensen stampen. Dat doet heel veel met je. Helemaal stress, paniek. Helemaal niet meer helder. Nooit verwacht dat ooit zoiets zou gebeuren (…)
Bij mij was het complete chaos (…) Weg uit de situatie, uit het hele…gewoon weg (…) Daar wil je niet in zijn in zo’n situatie (…) Ik had me daar zelf sterker in verwacht (…) Op het moment dat je ziet dat mensen voor je in elkaar geslagen en geschopt worden en op ze gesprongen terwijl ze op de grond liggen. Op hun hoofd. Dan wil je weg. Dat wil je niet zien (…) Ik heb een pistool gepakt (…) Ik heb het willen beëindigen. In mijn beleving moest dit afgelopen zijn, dit kon gewoon niet (…)
Op de vraag van de ambtenaren van de politie op welke manier de verdachte het had willen beëindigen, verklaarde de verdachte: “Verbaal. Schreeuwen. Frustratie uiten.” Op de vraag waarom de verdachte besloot terug te lopen het café in, verklaarde de verdachte: ”Volgens mij was de deur dicht (…) Ik kon het niet beëindigen. Ik voelde me helemaal hopeloos. De bedoeling die ik had om te kunnen beëindigen, dat ging niet (…).”
Op de vraag wat de intentie van de verdachte was van het pistool, terwijl de verdachte zegt het verbaal te willen beëindigen, verklaarde de verdachte : ”Afschrikken”.
Overweging ten aanzien van bewijs
De rechtbank stelt na waarneming van de beelden vast dat de verdachte omstreeks 20.01.06 (+ 29 minuten en 42 seconden) uur een op een vuurwapen gelijkend voorwerp onder de bar in zijn handen pakt en daarmee een beweging van beneden naar boven maakt.
Hij staat aan de rechterkant van het barmeubel, dat in een rechte lijn staat met de ruit - van binnenuit gezien - rechts naast de toegangsdeur van café [naam café] , waar doorheen is geschoten. De verdachte is op dat moment de enige in het café waarneembare persoon en heeft een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn handen. Volgens de verklaring van de verdachte betreft het een pistool.
Om 20.01.08 (+ 29 minuten en 42 seconden) uur is een glaswolk zichtbaar, komende vanaf - van buitenaf gezien - de ruit links naast de voordeur van café [naam café] . De glasscherven liggen buiten het cafe.
Op grond van deze feiten is de rechtbank overtuigd van het feit dat de verdachte degene is die het projectiel in de richting van het caféraam heeft afgeschoten.
Gegeven de omstandigheden zoals hiervoor geschetst, acht de rechtbank niet aannemelijk dat de mogelijkheid bestaat dat een ander dan de verdachte het projectiel heeft afgevuurd.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of de gedraging van de verdachte moet worden gekwalificeerd als een poging tot doodslag. De rechtbank overweegt hierover als volgt. De verdachte heeft op enig moment vanuit het café door het raam naar buiten geschoten (op een hoogte van 1,75 meter), terwijl hij zag dat buiten achter dat raam zich meerdere personen bevonden die in een kloppartij waren verwikkeld. Gezien de hoogte boven de vloer van het terras waarop het projectiel kennelijk door de ruit het café heeft verlaten en mede in aanmerking genomen het feit dat zich daar buiten dat café een groep personen bevonden die in een knokpartij verwikkeld waren, moet naar het oordeel van de rechtbank de kans groot worden geacht dat één of meerdere van deze personen door het projectiel in een vitaal orgaan zou worden geraakt.
Door op deze wijze te schieten heeft de verdachte aldus bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat een of meer van de personen die zich op of bij het terras voor het café [naam café] bevonden zouden worden gedood. Daarbij neemt de rechtbank ook in aanmerking dat de verdachte een ongeoefend schutter is, zodat ook niet aannemelijk is dat hij “wist wat hij deed”, maar dat het in de plaats daarvan slechts een gelukkig toeval is dat hij niemand heeft geraakt.
De rechtbank acht het onder 1. primair tenlastegelegde bewezen.
Met betrekking tot het onder 2. ten laste gelegde
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte op 27 mei 2015 in de gemeente Sittard een wapen van categorie III onder 4, namelijk een alarmpistool, voorhanden heeft gehad.
Zij baseert haar oordeel op het volgende:
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting d.d. 6 januari 2017;
- het verslag van binnentreden in de woning, gelegen aan de [adres 2] te [woonplaats]
- het proces-verbaal van verhoor [naam eigenaresse café] , inhoudende haar verklaring dat het wapen (overigens niet het wapen dat is gebruikt in feit 1) dat in haar woning is aangetroffen niet van haar is, dat zij dit nog nooit heeft gezien en dat het van haar vriend kan zijn; het wapen ligt in haar woning omdat haar vriend vaker bij haar in de woning verblijft, dan in zijn eigen woning;
- het proces-verbaal relaterende een onderzoek aan een alarmpistool.