In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, heeft de voorzieningenrechter op 8 juni 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde, beide eigenaren van aan elkaar grenzende percelen. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.J.H.G.M. Schils, vorderde de verwijdering van een stalen trap die door gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.H.W. Golsteijn, was geplaatst. Eiser stelt dat deze trap inbreuk maakt op zijn erfdienstbaarheid van licht en uitzicht, die bij notariële akte is vastgelegd. De trap is vergund door de gemeente, maar eiser betwist de rechtmatigheid van deze vergunning op basis van zijn privaatrechtelijke belangen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de trap het uitzicht van eiser belemmert en dat erfdienstbaarheid van licht en uitzicht geschonden wordt. De rechter heeft geoordeeld dat de gemeente geen rekening heeft gehouden met de privaatrechtelijke belangen van eiser bij het verlenen van de vergunning. De vordering van eiser om de trap te verwijderen is toegewezen, met een termijn van 90 dagen voor gedaagde om aan dit vonnis te voldoen. De vordering van eiser met betrekking tot het gebruik van garageboxen door gedaagde is afgewezen, omdat niet is gebleken dat deze garageboxen voor het parkeren van voertuigen worden gebruikt.
Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op € 1.202,21. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.