Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 79,75
- griffierecht 471,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 7 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Innova Energie B.V. en een gedaagde partij, die gas en elektriciteit afnam. Innova vorderde betaling van een eindafrekening van € 4.078,38, vermeerderd met rente en kosten, na een periode waarin de gedaagde partij geen beginmeterstanden had doorgegeven. De gedaagde partij had wel eindmeterstanden doorgegeven, maar de beginstanden werden door Innova geschat op basis van het ESDN-register, omdat de gedaagde partij deze niet had aangeleverd. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Innova toewijsbaar was, ondanks het verweer van de gedaagde partij dat het verbruik niet reëel was. De rechter stelde vast dat de overeenkomst voor de levering van gas en elektriciteit was gesloten en dat de algemene voorwaarden van Innova van toepassing waren. De kantonrechter wees de vordering van Innova toe, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde de gedaagde partij in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.