op of omstreeks 1 januari 2015 in de gemeente Maastricht als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (snorfiets), daarmee rijdende over de weg, de Professor Cobbenhagenstraat, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander, genaamd [slachtoffer] en zijnde de duopassagier van verdachte, werd gedood,
welke gedraging(en) zeer, althans aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en/of onachtzaam was/waren en hieruit heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte, met genoemd motorrijtuig,
na het gebruik van alcoholhoudende drank,
terwijl het donker was en/of
het uitzicht op de kruisende rijrichting door bebouwing werd belemmerd,
in strijd met een voor hem, verdachte, geldend rood licht uitstralend driekleurig verkeerslicht en een voor hem bestemde stopstreep op het wegdek,
het kruispunt gevormd door voornoemde weg, de weg genaamd President Rooseveltlaan (N2) en de Voltastraat, is opgereden, op het moment dat een voor hem, verdachte, van links komend motorrijtuig (personenauto) reeds zo dicht was genaderd dat een botsing althans aanrijding is ontstaan tussen de door hem, verdachte, bestuurde snorfiets en die personenauto, terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994: bij onderzoek bleek het alcoholgehalte van zijn, verdachtes, bloed, 1,67 miligram, in elk geval hoger dan 0,5 miligram per mililiter bloed te zijn;
subsidiair, althans indien het primair ten laste gelegde niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij: